De was op orde

De was doen
1 / 50
volgende
Slide 1: Woordweb
VerzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 11 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

De was doen

Slide 1 - Woordweb

Waar denk jij aan? 
Procedure van de les
* Woordenwolk
* Procedure van de les
* De doelen van de les
* Leerstof theorie
* Werkbezoek wasserette  
* Quiz
* Demonstratie docent
* Stappenplan
* Opdracht
*  Herhaling quiz
* Evaluatie
* Extra opdracht (differentatie)
* Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De doelen voor de les
Lesdoel: De student kan de was sorteren, controleren en de etiketten checken volgens het stappenplan van Berg & Riemsdijk (2016). 
Subdoelen:
(V): De student kan benoemen wat er onder was draaien valt. 
(V): De student kan uitleggen hoe je de was sorteert, controleert en de etiketten nacheckt volgens het stappenplan van Berg & Riemsdijk (2016).
(U): De student kan demonsteren hoe hij/zij de was sorteert, controleert en de etiketten nacheckt volgens het stappenplan van Berg & Riemsdijk (2016).
(T): De student kan beoordelen of hij/zij de was sorteert, controleert en de etiketten nacheckt volgens het stappenplan van Berg & Riemsdijk (2016). 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerstof theorie 
Was sorteren en etiketten nachecken
Het wasgoed wat gewassen moet worden sorteer je op kleur en materiaal. Ook sorteer je volgens de wassymbolen welke te vinden zijn op het etiket in je kleding. Daarin staat van welk materiaal je kleding is gemaakt en hoe je het moet wassen. De wasetiketten helpen je bij het kiezen van het juiste wasprogramma van je wasmachine. Het wasgoed moet volgens soort en wasetiket gesorteerd worden.


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerstof theorie
Was sorteren en etiketten nachecken
Het wasgoed wat gewassen moet worden sorteer je op kleur en materiaal. Ook sorteer je volgens de wassymbolen welke te vinden zijn op het etiket in je kleding. Daarin staat van welk materiaal je kleding is gemaakt en hoe je het moet wassen. De wasetiketten helpen je bij het kiezen van het juiste wasprogramma van je wasmachine. Het wasgoed moet volgens soort en wasetiket gesorteerd worden.

Hierbij een voorbeeld van een etiket op een textiel.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerstof theorie
Was sorteren
Witte en bonte was:
In deze was mag alle textiel van katoen en linnen dat geen speciale, voorzichtige behandeling nodig heeft. Bij 'wit' sorteer je de lichte kleuren en bij 'bont' de donkere kleuren. Dit kun je ook nog weer sorteren in lichtbont en donkerbont. Op welke temperaturen moet dit nu gewassen worden ? In de 'kookwas'; dit is 95º, mogen alle zakdoeken, vaatdoeken, babyluiers en -washandjes gewassen worden. Op 60º was je handdoeken, washanden, hand- en theedoeken. De was van 95º en 60º wordt ook wel de witte was genoemd. De bonte was wordt meestal op 40º en 30º gewassen. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerstof theorie
Was sorteren 
Kreukherstellende was:
Voor kleding is het beter dat je het wast op het programma 'kreukherstellend'. Je moet er dan wel voor zorgen dat de wasmachine niet meer als de helft gevuld is zodat de was de ruimte heeft en minder kreuken.

Fijne was / Wol:
Er is ook wasgoed dat heel voorzichtig gewassen moet worden zoals bh's, zijden sjaals of gordijnen. Dit was je op het programma 'fijne was'. Voor kledingstukken van wol geldt dat dit alleen gewassen mag worden op het programma wol. Voor beide programma's geldt dat de wasmachine maar voor 1/3 gevuld mag zijn met kledingstukken. 


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Was sorteren
Vuile was
Sterk vervuilde was, zoals sportkleding, werkkleding of kleding van kinderen die onder de vlekken zitten hebben een intensiever programma nodig. In sommige gevallen kan je de kleding het beste voorbehandelen met een vlekverwijderaar en even in laten weken. Je gebruikt een passend wasmiddel en stelt de wasmachine in op een wat hogere temperatuur tot 60°C. Je laat fijne stoffen zoals wol en zijde eerst een tijdje weken. 

Zwarte was
Om alle kleren echt mooi te houden kan je zwarte kleding het beste apart wassen. De donkere kleding kan afgeven op lichte of witte kleding, waardoor de gekleurde of witte kleding grauw kan worden. Bovendien blijft het mooi zwart. Ook de zwarte was kan wassen worden op een lage temperatuur van 30°C of 40°C en er zijn ook speciale wasmiddelen verkrijgbaar voor de zwarte was.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerstof theorie
Op een wasmachine kun je het volgende aantreffen:


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerstof theorie
Wassymbolen 
Een kledingstuk wassen is natuurlijk wel zo fris, maar toch mogen alle kleren/textiels niet zomaar in de wasmachine gewassen worden. Als er een kruis door het symbool staat, mag het kleding/textiel enkel gestoomd worden. Staat er een handje afgebeeld, dan moet het kledingstuk met de hand in een teiltje gewassen worden. Dit is vaak het geval met kwetsbare stoffen met veel bewerkingen.

De wassymbolen met enkel een getal (30, 40, 60 of 95) geven simpelweg de maximale temperatuur aan waarop de kleding gewassen mag worden.

Twee belangrijke wassymbolen:

- Een enkele streep onder één van deze symbolen betekent dat een wasprogramma voor de fijne was of een lichte behandeling geadviseerd wordt. 
- Twee strepen onder het wassymbool betekent dat de was enkel op een fijn programma gewassen kan worden.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld van wassymbolen 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De was controleren 
Het is belangrijk om alle zakken van kleding te controleren om te voorkomen dat de wasmachine beschadigd of vastloopt door kleine objecten zoals munten en sleutels. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wasserette 
Wat is het?
Een wasserette (ook wassalon of zelfbedieningswasserij genoemd) is een plaats met wasmachines waar je tegen betaling zelf kleding en textiel kan wassen. Indien het niet om zelfbediening gaat, spreekt men meestal van wasserij. 

Toeristen

Wordt  meestal wel eens gebruikt door toeristen die op vakantie zijn. Tijdens de vakantie willen ze er niet aan denken, maar ze moeten natuurlijk wel eens een wasje doen in de Wassertte als ze het niet met hun handen willen doen of zo vuil laten. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wasserette
Het is toegankelijk voor particulieren, maar ook bedrijven mogen hier hun was doen, bijvoorbeeld omdat ze in hun zaak geen plek hebben voor een eigen wasmachine. Heel veel campings over de hele wereld beschikken over een wasserette en zelfs op grote festivals worden wel eens wasserettes neergezet.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voordelen van een wasserette
De werkplek waar ik ben geweest kan je door middel van muntjes (die je bij de receptie koopt), muntgeld of een chipkaart een wasmachine of droger zelf starten. Wel iedereen maakt er gebruik van niet alleen toeristen, ook expats, zakenlieden en gezinnen die even zonder een machine zitten vind je in een wassalon.

Er zijn ook zeker wel wat voordelen te noemen:

Doordat je meerdere wasmachines tegelijk kunt gebruiken ben je ook veel sneller klaar met al je was. Bovendien zijn de wasprogramma’s van een wasserette sneller dan een gewone consumentenwasmachine.
Je kan veel grotere items wassen dan thuis, de trommels zijn vaak groter en kunnen meer inhoud bevatten, daardoor is het ideaal om dekbedden, grote dekens, gordijnen en andere grote stukken textiel te wassen.
Gebruik maken van een wasserette is veel voordeliger dan naar een stomerij gaan.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Excursie wasserette
Omdat we binnenkort een toets hebben, wil ik jullie studenten meenemen als excursie naar een wasserette. Ten koste van school, wil ik jullie vragen om jullie vuile was mee te nemen maximaal 8 kilo, zodat we de was met z'n alle tegelijkertijd kunnen doen. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DEMONSTRATIE: was sorteren, was controleren en etiketten checken

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Links demonstratie
Het kan soms zo zijn dat je het filmpjes niet kan openen op Lesson-up hierbij de links:
1: https://www.youtube.com/watch?v=MhmCMS6xyfM
2: https://www.youtube.com/watch?v=Y0J0-7M-1Aw
3: https://www.youtube.com/watch?v=Ip-7O4kCWYQ
4: https://www.youtube.com/watch?v=x-3PrZfnDY4
5: https://www.youtube.com/watch?v=ofs-6NHO67I
6: https://www.youtube.com/watch?v=qa4iil1UL0o&t=12s
7: https://www.youtube.com/watch?v=U_SoLHXXA-k
8: https://www.youtube.com/watch?v=Db-tf0Yazy4&t=16s
9: https://www.youtube.com/watch?v=GIRTjKosdks&t=11s
10: https://www.youtube.com/watch?v=3Teu2iDMNDE&t=11s
11: https://www.youtube.com/watch?v=Ly0WUXLd03o

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn 5 verschillende wassymbolen:
A
wassen, strijken, drogen, bleken en chemisch reinigen
B
Er bestaan geen wassymbolen
C
wassen, drogen, strijken, sorteren en controleren
D
wassen, sorteren, checken, controleren en vouwen.

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke 3 stappen voer je uit voor dat je de was doet? Voorbeeld: stap 1 is: de was sorteren.
Vul de andere 2 stappen hieronder.

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Was sorteren stappenplan
Bij het sorteren van de was hanteer je het volgende stappenplan:

1. Wassen toegestaan?
Het eerste dat je controleert is of het kledingstuk gewassen mag worden of dat het naar de stomerij moet. Dit kan je terugvinden in het waslabel in je kleding. Wanneer er een kruis door het symbool staat mag het stuk niet gewassen worden en breng je het dus naar de stomerij.

2. Hand- of machinewas?
Kijk vervolgens of de kleding in de wasmachine mag. Ook dit kan je zien in het waslabel. Sorteer de kleding die met de hand gewassen moet worden apart. Hieronder zie je het symbool wanneer een kledingstuk alleen met de hand gewassen mag worden. Nieuwe gekleurde kleding kan de eerste keer het beste apart of met de hand gewassen worden om te voorkomendat de kleur afgeeft op andere kledingstukken. Leg zodoende ook nieuwe kleding op de handwas stapel.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Was sorteren stappenplan
4. Soort textiel?

Sommige stoffen vragen om een speciale aanpak. Kleding van wol en acryl verliezen bijvoorbeeld snel hun vormin de wasmachine. Voor dit soort fragiele stoffen is op de meeste moderne wasmachines een speciaal programma aanwezig (dit programma heet fijne was).


Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Was sorteren stappenplan
5. Lichte kleur,  donkere kleur, zwart, wit of extreem vuil?

Vervolgens ga je de was sorteren in vijf stapels. Je maakt een stapel met alle witte kleding, een stapel met de zwarte/grijze kleding en een stapel met lichte gekleurde kleding, donkere gekleurde kleding en een stapel met vuile kleding. Bovenstaande sortering is de basis. Je hebt bij deze sortering nu maximaal acht stapels:

– Kleding die niet gewassen mag worden en die naar de stomerij moeten
– Stapel handwas
– Een stapel machinewas wit
– Een stapel machinewas zwart
– Een stapel machinewas lichte kleur
- Een stapel machinewas donkere kleur

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Was sorteren stappenplan
6. Temperatuur

Iedere stof reageert anders op temperatuur. Sommige stoffen kan je daarom op een hogere temperatuur wassen dan anderen. Hoe hoger de temperatuur, hoe meer bacteriën je dood. Als een stuk wasgoed op een hogere temperatuur gewassen kan worden, dan bevelen we altijd aan om dit te doen. Sorteer je stapels daarom nog apart door op temperatuur. Maak voor iedere stapel nog aparte stapels waarin je sorteert op 30 graden, 40 graden en 60 graden. Je wasmachine heeft ook een 95 graden stand, maar die wordt tegenwoordig eigenlijk alleen nog gebruikt om je wasmachine zichzelf schoon te laten maken met wat schoonmaakazijn erbij. Daarnaast is een 95 graden was slechter voor het milieu. Handdoeken en ondergoed kunnen meestal op 60 graden. T-shirts, overhemden, spijkerbroeken, jurkjes etc. kunnen maximaal op 40 graden.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Praktijkopdracht 
Je gaat individueel de was sorteren zonder gebruik te maken van het stappenplan en jezelf filmen. Als je hiermee klaar bent lever je dit in via de mail bij mij: z.gurel@rocmondriaan.nl. Jullie kijrgen  van elkaar het filmpjes verstuurd door mij. Het is dan de bedoeling dat jij je medestudent beoordeeld aan de hand van het stappenplan uit jouw boek: Traject dienstverlening - medewerker facilitaire dienstverlening - niveau 2 op blz. 103. . Tot slot ga je je zelf ook beoordelen aan de hand van het stappenplan. Wat doe je als je eerder klaar bent? Maak de extra opdracht vanaf slide: 48. 


Bij de volgende slide zie je hoe je dit kunt doen. 

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Instructiekaart PO
Benodigdheden:
- Verschillende soorten kleding 
- 3 wasmanden

Hoe ga je dit doen?
1. Pak de wasmanden met was 
2. Kijk bij elk kledingstuk als wassen wel is toegestaan, zo niet dan zal dit naar de stomerij gebracht moeten worden. (leg dit dan apart) 
3. Maak 2 stapels, een stapel met handwas en een stapel met machine was. Denk aan de was symbolen! 
4. Sorteer nu donkere en lichte kleuren van gekleurde was en witte was, zwarte was, je maakt dus 4 stapels. 
5. Kijk naar de soort textiel, ook dit zie je op het was etiket staan. 
6. Nu heb je 6 stapels: kleding die niet gewassen mag worden en die naar de stomerij moeten, stapel handwas
, een stapel machinewas wit, een stapel machinewas zwart, een stapel machine was donkere kleur en  een stapel machinewas lichte kleur.

 

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nu krijgen jullie een herhalings quiz.
Kijken of jullie het nog weten. 

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voordat je de was draait, ga je eerst?
A
de wasmachine aanzetten
B
de was sorteren
C
de vlekkenverwijderaar gebruiken
D
je handen desinfecteren

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kleren die niet gewassen mogen worden,
A
worden weggegooid na gebruik
B
gaan naar de stomerij
C
mogen alleen gestreken worden
D
hebben geen etiket

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn twee soorten etiketten, 1: samenstellingsetiket en 2 behandeletiket. Wat lees je bij een behandeletiket?
A
Hoe je de kleding/textiel behandeld, denk aan de programma.
B
Hoe je een kleding koopt.
C
Die etiketten bestaan niet eens. Er is maar 1 etiket en dat is een etiket.
D
Geen 1 antwoord is juist.

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent dit symbool?
A
Voorzichtig wassen
B
Niet wassen
C
Met de handen wassen
D
Temperatuur checken met de hand

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Evalueren.
Wat ging er goed?

Slide 43 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Evalueren
Wat ging er minder goed?

Slide 44 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Evalueren
Wat heb je geleerd?

Slide 45 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Tips voor de docent

Slide 46 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Tops voor de docent

Slide 47 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Extra opdracht voor de studenten die snel klaar zijn 
Vraag 1: Waarom is het belangrijk om de was te sorteren?

Vraag 2: Naast bonte was zijn er nog twee soorten was.
A, welke zijn dit?
B, welke kleuren vallen onder welke soort was?
Vraag 3: Nieuwe kledingstukken met een felle kleur kunnen afgeven. Denk aan een nieuw rood tshirt, of roze onderbroeken. Wat kun je het beste doen om er voor te zorgen dat de rest van je was
geen rood tintje krijgt?
Vraag 4: Bij het sorteren van de was hoort ook het leeg maken van de zakken. Waarom is dit
belangrijk?
Vraag 5: Spijkerbroeken kunnen snel lelijk worden door het wassen. Noem 3 tips die je toe kunt
passen om je spijkerbroek mooi te houden.

VERVOLG VOLGENDE DIA!



Voor de volgende les neem je deze opdracht mee.

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Extra opdracht vervolg
Vraag 6: Geef per afbeelding aan bij welke soort was je dit sorteert.


Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiten
Ik hoop dat jullie dit een leuke les vonden! 
Voor de volgende les gaan we de volgende onderwerpen behandelen, namelijk: de wasprogramma's wasmachine en wassen en doseren. 

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies