Les 3 - V4 - 90 - indefinido regular

Clase de español - V4
viernes, 8 de diciembre de 2023

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Clase de español - V4
viernes, 8 de diciembre de 2023

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Wat heeft dit filmpje te maken met de lessen Spaans in periode 2?

Slide 3 - Open vraag

Los objetivos de hoy
Vas a conocer la capital de España.
Vas a conocer algunos verbos irregulares del indefinido
Vas a leer 1 capítulo del libro.
Vas a practicar con ejercicios auditivos.

Slide 4 - Tekstslide

Escuchar
Escucha este fragmento y contesta a estas preguntas en holandés en tu cuaderno:
1. ¿Cuántos habitantes tiene Madrid?
2. ¿Por qué es una ciudad de contraste?
3. ¿Puedes decir 2 lugares de interés túristico famosos?
4. ¿De qué tiene Madrid fama? 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

La clase anterior

Slide 7 - Tekstslide

El objetivo de esta clase

Al final de esta clase sabes conjugar los verbos regulares en el indefinido
(= el nuevo tiempo del pasado)
Al final de esta clase has leído capítulos 3 y 4 del libro Lola Lago

Slide 8 - Tekstslide

Los deberes para hoy

Slide 9 - Tekstslide

Repasar los deberes - vocabulario
timer
4:00

Slide 10 - Tekstslide

Corregir los deberes ejercicio 1
Ejercicio 1
1. compartíamos
2. solía
3. dormías
4. firmaban
5. costaba
Ejercicio 2
1. era
2. íbamos
3. eran
4. ibais
5. era
Ejercicio 3
1. pintaba
2. éramos
3. ibas
4. había
5. existían
Ejercicio 4
1. era
2. íbamos, teníamos
3. hablaba
4. estaba, había
5. fumaba

Slide 11 - Tekstslide

El uso del imperfecto
Beschrijving
achtergrondinfo, sfeer, weer, kleding, omgeving, karakter, stemming, uiterlijk etc)
Reden
No fui a clase, porque estaba enfermo.
Herhaling/gewoonte
(Todos los años, los fines de semana, cada .....)

Slide 12 - Tekstslide

Los marcadores del imperfecto
antes
siempre
todos los días (etc)
generalmente, normalmente
cada semana, cada mes
de vez en cuando (soms)
a veces (soms)
de ninõ, de niña 
Cuando era pequeño (-a)
Geef van elk signaalwoord aan of het gebruikt wordt voor:
beschrijving
gewoonte
reden / oorzaak

Slide 13 - Tekstslide

El indefinido

Slide 14 - Tekstslide

El indefinido

Busca en dúos en el ordenador información sobre el 
(pretérito) indefinido regular y escribe en lesson up
la forma
el uso
los marcadores (signaalwoorden)

Slide 15 - Tekstslide

El indefinido
forma regular / uso / signaalwoorden

Slide 16 - Open vraag

El indefinido

Slide 17 - Tekstslide

Los marcadores del indefinido
En abril (in april)
En 1965, en 2000, 2008 etc. (bij jaartallen)
El 20 de octubre de 2020 (bij een exacte datum in het verleden)
La semana pasada, el mes pasado
Hace tres meses (drie maanden geleden)
Anteayer (eergisteren)
Anoche (gisteravond)
ayer (gisteren)

Wat valt je op bij deze signaalwoorden?

Slide 18 - Tekstslide

El uso del indefinido
Voor dingen die mensen in het verleden hebben gedaan  
Voor dingen die in het verleden zijn gebeurd (gebeurtenissen). Dat verleden is afgerond, voorbij, afgesloten. Kijk maar naar de signaalwoorden. Zij markeren een periode in het verleden die voorbij is. 

Slide 19 - Tekstslide

Estudiar la forma del indefinido
5 minutos para memorizar
timer
5:00

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Welke strategie gebruik jij om de vervoeging van werkwoorden te leren?
Gewoon stampen is geen strategie.

Slide 22 - Open vraag

Practicar el indefinido

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Practicar el indefinido

Slide 25 - Tekstslide

Ejercicio auditivo
¿Verdad o falso?
  1. Los principales monumentos se encuentran fuera de la ciudad.
  2. La Plaza Mayor se utilizó para corridas de toros.
  3. En la plaza hay una estatua del rey Alfonso.
  4. En la Plaza del Sol está el reloj más famoso de España.
  5. En el Palacio Real vive el rey de España.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Ejercicio auditivo
¿Verdad o falso?
  1. Los principales monumentos se encuentran fuera de la ciudad.
  2. La Plaza Mayor se utilizó para corridas de toros.
  3. En la plaza hay una estatua del rey Alfonso.
  4. En la Plaza del Sol está el reloj más famoso de España.
  5. En el Palacio Real vive el rey de España.

Slide 28 - Tekstslide

timer
2:00
Schrijf hier je aanpak voor een luistertoets

Slide 29 - Woordweb

El libro 
Repasar los capítulos 1 - 2

Lee las siguientes preguntas
Habla con tu compañero a ver si podéis
contestar a las preguntas.

Slide 30 - Tekstslide

Capítulo 1
Wie is Margarita?
Wanneer heeft zij een slecht humeur?
Wie is Alberto Sanjuan?
Waarom belt hij Lola?
Wat is Publimagen?
Wie is Tony?

Slide 31 - Tekstslide

Capítulo 2
  1. Waar gaat Lola naar toe?
  2. Wanneer komt ze weer terug?
  3. Beschrijf Paco en Miguel
  4. Waar is Paco?
  5. Waar is Miguel
  6. Wat is er met Sr. Ramales aan de hand?

Slide 32 - Tekstslide

Capítulo 3 - ¿juntos o solos?
  1. Wat is er met de scooter van Lola aan de hand?
  2. Hoe komt dat?
  3. Hoe voelt Lola zich? Waarom?
  4. Hoe gaat ze naar Publimagen?
  5. Hoe ziet het gebouw van Publimagen eruit?
  6. Kwam ze makkelijk naar binnen? Waarom (niet)?
  7. Waarom denkt Lola aan het einde van het hoofdstuk: "La oficina de Zabaleta"

Slide 33 - Tekstslide

Preguntas Lola Lago - capítulo 4
  1. Wie heeft Sr. Zabaleto gevonden?
  2. Hoe is hij overleden volgens de politie?
  3. Welke aanwijzing heeft de politie nog meer gevonden?
  4. Beschrijf het karakter van Ignacio Zabaleta.
  5. Welke grote opdracht heeft het kantoor Publimagen?
  6. Hoe denkt Alberto over die opdracht?
  7. Leg uit wat Lola denkt in de laatste alinea.
exigente = veeleisend/ el cajón = de lade/ 

Slide 34 - Tekstslide

Capítulo 5 y el indefinido
Lee el cap. 5 y marca los indefinido con un rotulador
Contesta a las preguntas
Wie is Maria Victoria Villaencina?
Waar is zij op dit moment?
Wie heeft er als laatste met Ignacio Zabaleta gesproken?
Hoe en wanneer?
Wat legt Alberto uit boven aan pagina 14 (samenvatten, niet vertalen)
Wat zou ''una coartada'' betekenen?
Welk probleem had Alberto?

Slide 35 - Tekstslide

La evaluación
Levanta la mano si estás de acuerdo
  1. Ik kan de regelmatige werkwoorden van de indefinido vervoegen.
  2. Mijn strategie om rijtjes te leren werkt goed.
  3. Ik had het huiswerk voor vandaag goed gedaan.
  4. Ik kan navertellen wat er in hoofdstuk 1 t/m 3 van Lola Lago gebeurt.

Slide 36 - Tekstslide

Los deberes para el miércoles
Leren
vocabulario estudios, cultura y ocio (p. 19 t/m 24) S-N
de indefinido (vorm en signaalwoorden en regels voor gebruik: zie lessonup 3)
Maken:
ejercicios 5 y 6 (na het leren)
Herhalen: imperfecto y vocabulario Personas y celebraciones

Slide 37 - Tekstslide