2.1 Stoffen in huis

Nask
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nask

Slide 1 - Tekstslide

2.1 Stoffen in huis

Slide 2 - Tekstslide

Doelen
  • Je kunt 4 stofeigenschappen benoemen.
  •  Je kunt stoffen herkennen aan hun stofeigenschappen..
  • Je kunt uitleggen in welke gevallen een stof gevaarlijk kan zijn.
  • Je kunt de betekenis van enkele gevarensymbolen beschrijven. (PLUS)

Slide 3 - Tekstslide

Waar denk jij aan bij ......
stoffen in huis?

Slide 4 - Tekstslide

stoffen in huis

Slide 5 - Woordweb

Stof

"Een stof is in de scheikunde een vorm van materie die een gelijke chemische samenstelling heeft, een chemisch zuivere stof."       (Bron: Wikipedia)

Uit (verschillende) stoffen kunnen materialen worden gemaakt.


Slide 6 - Tekstslide

Stofeigenschap(pen)

Eigenschappen waaraan je stoffen kunt herkennen, bijvoorbeeld: smaak (suiker) en geur (benzine).

Slide 7 - Tekstslide

Geef zelf ook nog eens twee van dergelijke voorbeelden!

Slide 8 - Open vraag

Pictogrammen

Slide 9 - Tekstslide

Misschien ben je ook weleens de oude pictogrammen tegen gekomen. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Waarom maakt bijvoorbeeld de overheid filmpjes zoals je hier net zag?

Slide 13 - Open vraag

Hoeveel procent van de mensen werken dagelijks met gevaarlijke stoffen op hun werk?
A
ongeveer 10%
B
ongeveer 35%
C
ongeveer 50 %
D
ongeveer 70%

Slide 14 - Quizvraag

Wat is geen beschermingsmaatregel voor een gevaarlijke stof?
A
een bril
B
een gasmasker
C
oordoppen
D
handschoenen

Slide 15 - Quizvraag

Wat betekent dit pictogram
A
giftig
B
brandbaar
C
ongevaarlijk
D
verboden te gebruiken

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de betekenis van dit
pictogram?
A
giftig
B
schadelijk
C
irriterend
D
onbekende stof

Slide 17 - Quizvraag

stofeigenschappen van suiker zijn
A
wit en zoet
B
kleur en gewicht
C
geur, kleur en smaak
D
kleur en smaak

Slide 18 - Quizvraag

Wat vond je van deze paragraaf?
A
makkelijk
B
beetje makkelijk
C
beetje moeilijk
D
moeilijk

Slide 19 - Quizvraag

Aan de slag!
maken opdracht 1 t/m 14 van je werkboek. blz 44 en 50


   
   Zs = geen geluid  (iedereen is stil)
   Zf = zacht geluid (Je mag fluisterend overleggen met 
                    buren)

Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk

Maken opdrachten 1 t/m 14
(Bladzijden 44 t/m 50)

Wat je nu al gemaakt hebt hoef je thuis niet meer te maken!


Slide 21 - Tekstslide

Doelen:
  • Je kunt 4 stofeigenschappen benoemen.
  •  Je kunt stoffen herkennen aan hun stofeigenschappen..
  • Je kunt uitleggen in welke gevallen een stof gevaarlijk kan zijn.
  • Je kunt de betekenis van enkele gevarensymbolen beschrijven. (PLUS)

Slide 22 - Tekstslide

Volgende week

Paragraaf 2.2

Zuivere stoffen en 
mengsels

Slide 23 - Tekstslide