hst 5 paragraaf 4 "zien"

hst 5.4 "zien"
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

hst 5.4 "zien"

Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen
Na deze les kan je:
  • Benoemen hoe het oog werkt
  • De verschillende onderdelen van het oog benoemen

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
Huiswerk controle
Herhaling voorgaande lessen
uitleg over het oog met filmpjes en quiz vragen

Slide 3 - Tekstslide

Waarmee neem je waar?
A
organen
B
zintuigen
C
zenuwen
D
hersenen

Slide 4 - Quizvraag

Vertaling van een signaal/Impuls uit de zintuigen door de hersenen is een:____________________
A
Oproep
B
Taal
C
Waarneming
D
Zintuig

Slide 5 - Quizvraag

Waar gaan impulsen naar toe?
A
spieren
B
zintuigen
C
hersenen

Slide 6 - Quizvraag

Hoeveel zintuigen heeft de mens?
A
5
B
4
C
3
D
6

Slide 7 - Quizvraag

Wie vangen de prikkels op?
A
zenuwen
B
zintuigen
C
ruggenmerg
D
hersenen

Slide 8 - Quizvraag

Oren, ogen, neus, mond, huid en tong zijn
A
Waarnemingen
B
prikkels
C
zintuigen
D
zenuwen

Slide 9 - Quizvraag

Wat doet de zenuwen?

Slide 10 - Open vraag

Hst 5.4 "ZIEN"

Slide 11 - Tekstslide

Welke onderdelen van je oog zie je?

Slide 12 - Woordweb

Slide 13 - Video

Organen rond het oog

1. Wimper: De wimpers voorkomen dat er 
    zweet in je ogen loopt.

2. Ooglid (bovenste en onderste)

3. Wenkbrauw

4. Traanklieren met Traanbuizen 
      (deze zie je niet op de afbeelding)

Wit : het harde oogvlies
Gekleurd : de iris (met de spiertjes)
Zwart : de pupil
Over de de iris en de pupil zit het hoornvlies, dat is een kleurloos vlies.
Deze onderdelen zie je: 

Slide 14 - Tekstslide

Iris
Het blauwe gedeelte
Pupil
De pupil is een gat. Hierdoor komt er licht je oog binnen.
Oogwit

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Functies van de onderdelen
Oogleden: 
Beschermen de ogen tegen vliegen en stof
Algemeen: Ze zorgen ervoor dat traanvocht over de ogen wordt verspreid en beschermen de ogen tegen bijvoorbeeld stof.

Wimpers:
Beschermen de ogen tegen vuil en te fel licht.
Bij fel licht knijp je je ogen bijna dicht en kijk je door je wimpers heen.
Wit :            het harde oogvlies
Gekleurd : de iris (met de spiertjes)
Zwart :        de pupil
Over de de iris en de pupil zit het hoornvlies, dat is een kleurloos vlies.
Deze onderdelen zie je: 

Slide 17 - Tekstslide

                           is de                           prikkel voor het oog.

Geluid is de                           prikkel voor het                       

Een prikkel wordt pas waargenomen als de                            hoog genoeg is. 
Dan wordt het elektrische signaal omgezet in een         
adequate
 oor 
adequate
licht
drempelwaarde 
impuls 

Slide 18 - Sleepvraag

De oogspieren
Je kunt je ogen in alle richtingen draaien. 

Je hebt een spier om naar rechts te draaien en een andere om naar links te draaien. Andere spieren zorgen ervoor dat je ook schuin naar links- en rechtsboven en beneden kunt kijken. 
Zes spieren regelen de oogbewegingen. Deze spieren zitten vast aan de oogbol (het oogwit - het harde oogvlies) én aan de schedel.

Slide 19 - Tekstslide

De onderdelen van het oog

Slide 20 - Tekstslide

in volgorde:
3 - 4 - 7 - 8
A
3 pupil - 6 hoornvlies 7 blinde vlek - 8 iris
B
3 lens - 6 vaatvlies 7 oogzenuw - 8 iris
C
3 lens - 4 netvlies 7 oogzenuw - 8 pupil
D
3 lens - 6 glasachtig lichaam 7 oogzenuw - 8 iris

Slide 21 - Quizvraag

Harde oogvlies
4
Netvlies
5
Gele vlek
6
Oogzenuw
7
Blinde vlek
8
Glasachtig lichaam
9
Vaatvlies
10
Leesbandje, deze zit vast aan de .......
11
Lens
12
Hoornvlies
1
Iris
2
Pupil
13
Oogspier zie je niet in de afbeelding. Er zijn er 6.
3
Oogspier zie je niet in de afbeelding. Er zijn er 6.
3
Leer de onderdelen

Slide 22 - Tekstslide



Hoornvlies:
Licht doorlatend en beschermt 

Iris: 
Regelt de hoeveelheid licht die in het oog valt. Geeft door kleurstoffen het oog kleur. 

Harde oogvlies: 
Ook wel harde oogrok genoemd. Geeft stevigheid.

Netvlies:
Omzetten van lichtprikkels in impulsen

Gele vlek: 
Op deze plek probeer je het beeld op het netvlies te krijgen zodat je scherp ziet.

Lens: Verkleint en draait het beeld om


Oogzenuw: 
Stuurt impulsen (elektrische signaaltjes) naar de hersenen.

Blinde vlek: 
Dit is de plek waar de zenuw zit. Als een beeld hierop valt, zie je het niet.

Glasachtig lichaam: 
Geeft stevigheid

Vaatvlies (bloedvaatjes). 
Geeft het oog van zuurstof en voedingsstoffen en zorgt voor de afvoer van bijv. afvalstoffen.

Pupil: 
Licht gaat door dit gat.  Bij een ander  zie je het donkerste binnen van het oog. De grootte wordt bepaald door de iris.



Leer de functies van de onderdelen van het oog

Slide 23 - Tekstslide

Deze zorgt ervoor dat het beeld op de gele vlek terechtkomt
A
De iris
B
Het netvlies
C
De blinde vlek
D
De lens

Slide 24 - Quizvraag

Harde oogvlies ook wel harde oogrok genoemd. Geeft stevigheid.
4
Netvlies. Omzetten van lichtprikkels in impulsen
5
Gele vlek. Plek met veel kegeltjes (kleur zien). Op deze plek probeer je het beeld op het netvlies te krijgen zodat je scherp ziet.
6
Oogzenuw. Stuurt impulsen (elektrische signaaltjes) naar de hersenen.
7
Blinde vlek. Dit is de plek waar de zenuw zit. Op deze plek bevinden zich geen kegeltjes of staafjes.
8
Glasachtig lichaam. Geeft stevigheid
9
Vaatvlies (bloedvaatjes). Voorziet het oog van zuurstof en voedingsstoffen en zorgt voor de afvoer van bijv. afvalstoffen
10
Lensbandje, deze zit vast aan de iris. De lens kan boller en platter worden.
11
Lens. Verkleint en draait het beeld om
12
Hoornvlies, licht doorlatend en beschermend. 

Extra info (niet leren): Het hoornvlies en de lens bevatten geen bloedvaten. Ze krijgt voedingsstoffen uit het 'kamerwater' dat zich direct achter het hoornvlies bevindt.
1
Iris. Regelt de hoeveelheid licht die in het oog valt. Geeft door kleurstoffen het oog kleur. Daardoor zie je de bloedvaatjes niet.
2
Pupil. Door de pupil komt het licht het oog binnen. Als je naar de pupil van een ander kijkt zie je het donkerste binnen van het oog. De grootte van de pupil wordt bepaald door de iris.
De pupil reageert ook op emoties: groter: verbaasd, blij - kleiner: grote schrik. De pupil kan er ook anders uitzien door medicijnen / drugs. 
13
Oogspier zie je niet in de afbeelding. Er zijn er 6. Je kunt daardoor naar boven, beneden, links, rechts en schuin rechts en links kijken.
3
Oogspier zie je niet in de afbeelding. Er zijn er 6.
Je kunt daardoor naar boven, beneden, links, rechts en schuin rechts en links kijken.
3
Leer de functies van de onderdelen

Slide 25 - Tekstslide


Wat is NIETWAAR over
traanklieren traanbuizen
en traanvocht
A
Traanbuizen vervoeren het traanvocht naar de neusholte
B
Traanklieren maken traanvocht, dat voorkomt het uitdrogen van de ogen
C
Traanvocht spoelt kleine vuiltjes of prikkelende stoffen weg
D
De traanklieren vervoeren het traanvocht naar de neusholte

Slide 26 - Quizvraag

Uitleg: Gezichtsbedrog
Gezichtsbedrog is iets wat je met je oog wel ziet, maar waar je hersenen een andere betekenis aan geven. 

Je hersenen denken dat je iets ziet, maar in het echt is het anders. Er zat een opening tussen de 2 lijnen. 
Maar je hersenen 'denken daar anders over': 

Je hersenen bepalen dat je een lijn ziet. Ze vullen iets in. Dát signaal geven ze door.

Je ogen en hersenen werken hier dus niet goed samen door het plaatje.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Van licht naar beeld
Het licht valt op het netvlies, hier zitten de zintuigen. Je ziet dan nog op de kop 

De zenuwen aan de achterkant van je ogen brengen het signaal naar je hersenen

Slide 30 - Tekstslide

Van licht naar beeld
Je hersenen ontvangen de impuls en zetten wat je ziet weer om.
De lens is plat voor verweg kijken.
de lens is bol voor dichtbij kijken

Slide 31 - Tekstslide

Niet alle mensen hebben dezelfde kleur ogen, welk deel van het oog bepaald de kleur?
A
netvlies
B
kleurbandjes
C
pupil
D
iris

Slide 32 - Quizvraag

Waardoor worden onze ogen beschermd?
A
handen
B
oogleden
C
Oogkassen

Slide 33 - Quizvraag

Licht is de prikkel voor onze
A
neus
B
mond
C
oren
D
ogen

Slide 34 - Quizvraag

Wist je dat...
....  Er maar weinig vrouwen kleurenblind zijn
....  Bruin de meest voorkomende kleur van de iris is? 
      Op nummer 2 staat blauw, laatste in de lijst is groen...
....  Je in totaal een half uur per dag met je ogen knippert? Als je met je ogen knippert, 
      glijden je oogleden bliksemsnel op en neer over de gevoelige bovenste laag van je
      oog. Tegelijkertijd wassen ze ziektekiemen en stoffen uit je ogen. Knipperen duur
      één-derde seconde.
....  Een insect weliswaar 2 ogen heeft, maar die bestaan op hun beurt weer uit 
      honderden kleine oogjes, die facetten heten. Waarschijnlijk ziet een insect de wereld 
      als een groot mozaïek van kleine plaatjes 

Slide 35 - Tekstslide

Aan de slag
Lezen en maken 5.4

Slide 36 - Tekstslide