Blok 8 | week 2 | les 1

Blok 8 | week 2 | les 1
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Staal SpellingBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Blok 8 | week 2 | les 1

Slide 1 - Tekstslide

Even lekker opfrissen

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm?
Vandaag leren we het trema-woord.
A
vandaag
B
leren
C
we
D
trema-woord

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm?
Bij spelling moet je veel regels leren.
A
spelling
B
moet leren
C
regels
D
bij

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het onderwerp?
De kinderen spelen buiten in de speeltuin.
A
De kinderen
B
spelen
C
buiten
D
speeltuin

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het onderwerp?
De bakker heeft vandaag brood gebakken.

A
de bakker
B
vandaag
C
brood
D
heeft gebakken

Slide 6 - Quizvraag

Welk woord is een garagewoord?
Er staat een passagier op het perron

Slide 7 - Open vraag

Tik het garagewoord in:
Hij heeft veel bagage bij zich.

Slide 8 - Open vraag

Tik het garagewoord in:
Misschien gaat hij wel logeren.

Slide 9 - Open vraag

Tik het garagewoord in.
Hij kijkt op zijn horloge. Dan stapt hij in de trein.

Slide 10 - Open vraag

Vandaag leer je het trema-woord. Dit is categorie 28. 
 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Welk woord is een trema-woord?
A
patiënt
B
ziekenhuis
C
driewieler
D
Oostenrijk

Slide 14 - Quizvraag

Op je toetsenbord maak je een trema door shift en het trema-knopje (naast enter) tegelijk in te drukken. Daarna tik je de letter waar je het trema op wilt. 

 

Slide 15 - Tekstslide

Schrijf hieronder 5 trema-woorden op:

Slide 16 - Open vraag

Maak blz 56 van je spellingschrift. 
Via zuluconnect, spelling oefenen klik je op het tabblad extra. Je gaat oefenen met categorie 28 - trema-woord. Zorg dat je score groen is!  

Slide 17 - Tekstslide

In zuluconnect maak je het trema door shift en tremaknopje tegelijk in te drukken en daarna de letter waarop je het trema wilt. 
Of
Je klikt lang op de letter waar je het trema op wilt (op je scherm) en dan verschijnen er mogelijkheden boven die letter. Succes!! 

Slide 18 - Tekstslide

Klaar? Oefen dan op de computer bij blok 8, oefening 1, 2 en 3 van spelling 

Slide 19 - Tekstslide