Rubiks kubus
De bedenker van de kubus komt uit Hongarije
A
Waar
B
Niet waar
1 / 15
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
De bedenker van de kubus komt uit Hongarije
A
Waar
B
Niet waar
Slide 1 - Quizvraag
De Kubus is het meest verkochte speelgoed ter wereld
A
Waar
B
Niet waar
Slide 2 - Quizvraag
Een Rubiks kubus is gemaakt van hout
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quizvraag
Er zijn meer dan 43 triljoen variaties mogelijk
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quizvraag
Het duurde meer dan 24 uur om het kunstwerk van kubussen te maken
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quizvraag
Het kunstwerk bestaat uit 6111 kubussen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Het wereldrecord snel draaien staat op naam van een Nederlander
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Video
Kunstwerk; wat is een ander woord voor gigantische (r.16)
A
Talloze (r.9)
B
Enorme (r.10)
C
Verschillende (r.12)
D
Grootste (r.18)
Slide 9 - Quizvraag
Waarom begon Giovanni Contardi met het maken van kunstwerken met de Rubiks kubus
A
Hij mocht niet meer meedoen aan kampioenschappen
B
Veel records en daardoor toe aan iets anders.
C
Hij wilde bekend worden met de kubus, maar was te langzaam.
D
Hij wilde iets doen met alle kubussen die hij had door wedstrijden.
Slide 10 - Quizvraag
(r.18-19) Wat is een ander woord voor gefocust?
A
Geconcentreerd
B
Geïnteresseerd
C
Op één plek
D
Wakker
Slide 11 - Quizvraag
Voorbeeld voor studenten; Geef een andere titel aan dit stukje tekst.
A
Boedapest
B
Hongaarse wiskundige
C
Jaren 70
D
Revolutionaire uitvinding
Slide 12 - Quizvraag
Succes;
Wat staat er vooral in dit stukje
Wat staat er vooral in dit stukje
A
Hoe de Rubiks kubus een rage werd en stopte
B
Hoe je de Rubiks kubus het snelste oplost
C
Hoe Rubik geld kon verdienen aan zijn kubus
D
Waarom de Rubiks kubus eerst de magische kubus heette
Slide 13 - Quizvraag
(r.35) Welk signaalwoord past het beste in deze zin?
A
Maar
B
Toch
C
Want
D
Dus
Slide 14 - Quizvraag
(r.38) Wat wordt bedoeld met de markt was verzadigd?
A
Niemand kocht de kubus meer, omdat ze het aan elkaar doorgaven.
B
Niemand wilde de kubus kopen, omdat hij te duur was.
C
Niemand kocht de kubus meer omdat iedereen er één had.
D
Niemand wilde de kubus meer hebben, omdat ze hem niet konden oplossen.
