lezen H3 Nieuw Nederlands Online-2-

Terugblik Wat weten we nog van tekstverbanden, hoofdzaken en bijzaken

















Hoofdzaken

De belangrijkste informatie in een tekst noemen we de hoofdzaken, wat niet zo belangrijk is zijn de bijzaken.

De kernzin is meestal de eerste of laatste zin van de alinea

tekstverbanden

Er zijn drie tekstverbanden.

  1. opsomming
  2. voorbeeld
  3. volgorde van tijd

Bij elk tekstverband horen signaalwoorden

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Terugblik Wat weten we nog van tekstverbanden, hoofdzaken en bijzaken

















Hoofdzaken

De belangrijkste informatie in een tekst noemen we de hoofdzaken, wat niet zo belangrijk is zijn de bijzaken.

De kernzin is meestal de eerste of laatste zin van de alinea

tekstverbanden

Er zijn drie tekstverbanden.

  1. opsomming
  2. voorbeeld
  3. volgorde van tijd

Bij elk tekstverband horen signaalwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Drie soorten tekstverbanden



1. opsomming

2. voorbeelden

3. volgorde

Slide 2 - Tekstslide

Je herkent de verbanden aan signaalwoorden:

Slide 3 - Tekstslide

zo, zoals, onder andere

signaalwoorden voor een voorbeeld

Slide 4 - Tekstslide

Ik eet graag Italiaanse gerechten, zoals lasagna.

Slide 5 - Tekstslide



In de meivakantie ga ik leuke dingen doen.



 Zo ga ik op maandag naar de kermis en op koningsdag feest vieren.

Slide 6 - Tekstslide

In de ochtend ga ik onder andere surfen, zwemmen en voetballen.

Slide 7 - Tekstslide







signaalwoorden voor een opsomming

  • ten eerste,
  • ten tweede,
  • bovendien,
  • ook,
  • tenslotte,
  • een dubbele punt :
  • liggende streepjes (-)
  • getallen (1,2,3)
  • dots (*)

Slide 8 - Tekstslide



Voor het bakken van een ei heb je nodig:


een ei, een spatel en een pan

Slide 9 - Tekstslide



Ik hou niet van vis 



Ten eerste vind ik het stinken ten tweede vind ik de smaak niet lekker.

Slide 10 - Tekstslide

Ik heb drie huisdieren:
* een kat
* een hond
* een konijn

Slide 11 - Tekstslide

De winkeleigenaar deed eerst de deur open. Daarna zette hij het kraampje buiten.

Slide 12 - Tekstslide

Ik loop naar de metro waar ik vervolgens een kaartje koop.

Slide 13 - Tekstslide

Terwijl mijn broer de hond eten geeft, maak ik de kattenbak schoon.

Slide 14 - Tekstslide

Ieder kind doet wel eens een klusje: de auto wassen, afwassen.
A
volgorde van tijd
B
opsomming
C
voorbeeld
D
bijzaak

Slide 15 - Quizvraag

Dat is oneerlijk. Bovendien worden ze slecht betaald.
A
voorbeeld
B
volgorde van tijd
C
opsomming

Slide 16 - Quizvraag

In India werken de kinderen in fabrieken waar ze onder andere tapijten maken.
A
opsomming
B
voorbeeld
C
volgorde van tijd
D
hoofdzaak

Slide 17 - Quizvraag

Deze kinderen gaan eerst werken en daarna pas naar school.
A
voorbeeld
B
opsomming
C
volgorde van tijd
D
kernzin

Slide 18 - Quizvraag

De kinderen in India hebben recht op:
- school
-vrije tijd
A
opsomming
B
voorbeeld
C
volgorde van tijd

Slide 19 - Quizvraag

Op intranet vind je informatie over de school. Zo staat er iets over het rooster en de cijfers.
A
volgorde van tijd
B
voorbeeld
C
opsomming

Slide 20 - Quizvraag

Nadat je het antwoord hebt ingevuld, krijg je feedback.
A
opsomming
B
voorbeeld
C
volgorde van tijd

Slide 21 - Quizvraag

In mijn boodschappentas zit brood, melk, taart en vis.
A
voorbeeld
B
volgorde van tijd
C
opsomming

Slide 22 - Quizvraag

We hebben een leuke klas. Neem nou Nigel, echt een toffe peer!
A
opsomming
B
voorbeeld
C
volgorde van tijd

Slide 23 - Quizvraag

Even checken. Wie vertelt mij nog even wat we zojuist hebben gehoord?


.

Slide 24 - Tekstslide