5.3/5.4

Welkom!
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Planning
1. Magister
2. Terugblik
3. Leerdoelen van vandaag
4. Uitleg
5. Check
6. (Zelfstandig) werken
7. Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Je kunt de delen van de hersenen benoemen en de functie hiervan beschrijven.
2. Je weet dat hersenen uit verschillende centra bestaan en kunt een aantal van deze centra benoemen.
3. Je weet dat er stoffen zijn die onze hersenen kunnen beïnvloeden. 

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik: Waar hebben we het de vorige keer over gehad?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Tekstslide

prikkel verwerking

Slide 6 - Tekstslide

Ruggenmerg
Verbindt veel zenuwen met hersenen.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

zenuwcellen

Slide 9 - Tekstslide

Zenuwcel

Slide 10 - Tekstslide

Zenuwcellen in ruggenmerg

Slide 11 - Tekstslide

Een zenuwcel

1. Korte uitloper

2. Cellichaam

3. Celkern

4. Lange uitloper

5. Isolerend laagje

(6. Synaps)

Slide 12 - Tekstslide

Wervelkanaal
Ruggenmerg ligt in het wervelkanaal.
Een opening in de wervels.


Slide 13 - Tekstslide

Grijze en witte stof
Grijze stof: midden
Cellichamen van schakelcellen en bewegingszenuwcellen

Witte stof: zijkant
Uitlopers (isolerend laagje zorgt voor witte kleur)

Slide 14 - Tekstslide

Drie typen zenuwcellen:
gevoelszenuwcellen
(bij prikkel)

schakelcellen
(van zenuw tot zenuw)

bewegingszenuwcellen
(bij spier of klier)

Slide 15 - Tekstslide

De Hersenen
De hersenen bestaan uit: de hersenstam,
de grote hersenen en de kleine hersenen

De hersenstam ligt in het verlengde van het
ruggenmerg.

De hersenstam geleidt de impulsen van het
ruggenmerg naar de grote en kleine hersenen.

Slide 16 - Tekstslide

Maar ook..
De hersenstam stuurt ook belangrijke levensfuncties aan zoals:
  • Hartslag
  • Ademhaling
  • Bloeddruk
  • Lichaamstemperatuur

Slide 17 - Tekstslide

Grote en kleine hersenen
  • Bestaan beide uit een linker- en rechterhelft.

Grijze stof:
  • In de hersenschors.
  • Hierin liggen de cellichamen van de
    schakelcellen van de hersenen.

Witte stof:
  • Binnenste gedeelte.
  • Hierin liggen uitlopers van schakelcellen. 

Slide 18 - Tekstslide

Hersencentra
In de grote hersenen komen veeeel impulsen binnen vanaf de zintuigen. 

In de grote hersenen liggen de cellichamen van de schakelcellen in groepen bij elkaar: de hersencentra
Deze worden onder verdeeld in:
gevoelscentra en bewegingscentra

Slide 19 - Tekstslide

Gevoelscentra en bewegingscentra
Gevoelscentra ontvangen informatie 
van zintuigen.
Bewegingscentra sturen spieren 
en klieren aan. 

Voor elk lichaamsdeel is er in elke 
hersenhelft een centrum voor 
bewegen en voelen. 

Slide 20 - Tekstslide

Gevoelscentra en bewegingscentra
Binnenkomende impulsen vanaf zintuigen worden verwerkt
Na verwerking vindt bewustwording plaats: je ziet iets, je voelt iets. 

In de bewegingscentra kunnen impulsen ontstaan
Deze impulsen kunnen via centrale zenuwstelsel en bewegingszenuwen naar spieren worden geleid. 

Vaak voor je veel bewegingen tegelijkertijd uit. De kleine hersenen zorgen ervoor dat alle bewegingen op elkaar zijn afgestemd: coördinatie

Slide 21 - Tekstslide

Het zenuwstelsel beïnvloeden
Stoffen die de werking van het zenuwstelsel beïnvloeden:
Medicijnen, tabak, drugs en alcohol.

Deze stoffen kunnen het doorgeven van impulsen remmen of stimuleren. 

Slide 22 - Tekstslide

Medicijnen en drugs
Morfine: zorgt ervoor dat impulsen vanuit pijnzintuigen de hersenen niet meer bereiken = geen pijn.

Nicotine: stimuleert hersenen stoffen aan te maken die je een goed gevoel geven.
Drugs kunnen stimulerend (XTC, cocaïne) of verdovend (wiet, alcohol) zijn. Waarnemingen gedaan door de zintuigen kunnen vervormd worden. 

Slide 23 - Tekstslide

Check
Witte stof =
Grijze stof =
Gevoelszenuwcel =
Schakelcel = 
Bewegingszenuwcel = 
Grote hersenen =
Kleine hersenen =
Hersencentra =

Slide 24 - Tekstslide

Werktijd: Maken 5.3 en 5.4

Slide 25 - Tekstslide