H5 SE Stof


A
Directe lichtbron
B
Indirecte lichtbron
C
natuurlijke lichtbron
D
kunstmatige lichtbron
1 / 39
volgende
Slide 1: Quizvraag
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les


A
Directe lichtbron
B
Indirecte lichtbron
C
natuurlijke lichtbron
D
kunstmatige lichtbron

Slide 1 - Quizvraag


A
Directe lichtbron
B
Indirecte lichtbron

Slide 2 - Quizvraag


A
Directe lichtbron
B
Indirecte lichtbron

Slide 3 - Quizvraag

Wat voor soort lichtbron is de maan?
A
Natuurlijke lichtbron
B
Geen lichtbron
C
Kunstmatige lichtbron
D
Spectrumloze lichtbron

Slide 4 - Quizvraag

lava is een
A
natuurlijke lichtbron
B
kunstmatige lichtbron
C
geen lichtbron

Slide 5 - Quizvraag

De zon
A
Natuurlijke lichtbron
B
kunstmatige lichtbron

Slide 6 - Quizvraag

Bliksem
A
Natuurlijke lichtbron
B
Kunstmatige lichtbron

Slide 7 - Quizvraag

Dit plaatje is een voorbeeld van
A
Natuurlijke lichtbron
B
Kunstmatige lichtbron
C
Chemische lichtbron
D
Is geen lichtbron

Slide 8 - Quizvraag

Welke soort lichtbron is een kamp-vuur
A
Natuurlijke lichtbron
B
Kunstmatige lichtbron
C
Is geen lichtbron

Slide 9 - Quizvraag

Welke soort lichtbron is de TL verlichting
A
Natuurlijke lichtbron
B
Kunstmatige lichtbron
C
Is geen lichtbron

Slide 10 - Quizvraag

Een bosbrand is een
A
Kunstmatige indirecte lichtbron
B
Kunstmatige directe lichtbron
C
Natuurlijke indirecte lichtbron
D
Natuurlijke directe lichtbron

Slide 11 - Quizvraag

De koplamp van een auto is een
A
Kunstmatige indirecte lichtbron
B
Kunstmatige directe lichtbron
C
Natuurlijke indirecte lichtbron
D
Natuurlijke directe lichtbron

Slide 12 - Quizvraag

een vuurvliegje is een
A
natuurlijke lichtbron
B
kunstmatige lichtbron
C
geen lichtbron

Slide 13 - Quizvraag

Is een kaars een natuurlijke of kunstmatige lichtbron?
A
natuurlijke lichtbron
B
kunstmatige lichtbron

Slide 14 - Quizvraag

2.1 Licht en zicht
Natuurlijke lichtbronnen

De zon                   
vuur
sterren

Slide 15 - Tekstslide

2.1 Licht en zicht
Kunstmatige lichtbronnen

De gloeilamp         
beeldscherm
ledlampen 

Slide 16 - Tekstslide

2.1 Licht en zicht
Direct en indirect licht.

De maan is geen lichtbron
zij weerkaatst het licht van
de zon. Je noemt het licht
van de maan indirect licht.

Bij directe lichtbronnen
ontstaat licht.
Bijvoorbeeld een lamp

Slide 17 - Tekstslide


Wat zien we hier?
A
Het spectrum van een rode laser.
B
Het spectrum van wit licht.
C
Het spectrum van zwart licht.
D
Het spectrum van een groene laser.

Slide 18 - Quizvraag


Wat zien we hier?
A
Het spectrum van een rode laser.
B
Het spectrum van wit licht.
C
Het spectrum van zwart licht.
D
Het spectrum van een groene laser.

Slide 19 - Quizvraag

Het zichtbare deel van het elektromagnetisch spectrum noem je licht
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Welk soort licht is warmtestraling?
A
alleen ultraviolet licht
B
alleen infrarood licht
C
zowel infrarood als ultraviolet licht
D
wit licht

Slide 21 - Quizvraag

De zon zendt verschillende vormen van straling uit.
Welke vormen van straling kunnen mensen niet zien?

A
infrarood
B
infrarood en ultraviolet
C
infrarood, ultraviolet en licht
D
ultraviolet

Slide 22 - Quizvraag

-Je weet hoe je lichtstralen tekent. 
Lichtstralen tekenen we als rechte lijnen met een pijltje in de richting waarin het zich voortplant.

Slide 23 - Tekstslide

Schaduw tekenen
-Je kunt uitleggen hoe je de grootte van een schaduwgebied kunt bepalen. 

Slide 24 - Tekstslide

Schaduw (kern en half): fout
-Je kunt uitleggen hoe je de grootte van een schaduwgebied kunt bepalen. 

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

-Je kunt het verschil tussen direct, indirect en diffuus licht uitleggen. 
a = direct licht      b = indirect licht    c=diffuus licht

Slide 28 - Tekstslide

diffuus
indirect

Slide 29 - Tekstslide

-Je kunt uitleggen wat reflectie en verstrooiing zijn. 


In beide gevallen spreken we over indirect licht.
Reflectie: licht word gespiegeld teruggekaatst, alles gaat zelfde richting op.
Verstrooing: lichtstralen veranderen van richting door terugkaatsing ruw oppervlak of omdat ze gaan ergens doorheen gaan.

Reflectie (spiegel)      Verstrooing (muur)

Slide 30 - Tekstslide

Van wat voor soort weerkaatsing is dit een voorbeeld
A
Diffuus
B
Spiegel

Slide 31 - Quizvraag

Kijk naar de afbeelding.
Dit is een voorbeeld van …

A
absorptie.
B
diffuse terugkaatsing
C
een directe lichtbron.
D
spiegelende terugkaatsing.

Slide 32 - Quizvraag

Van wat voor type weerkaatsing is dit een voorbeeld?
A
Diffuus
B
Spiegel

Slide 33 - Quizvraag

Plaats de lampen zo dat er geen kern schaduw ontstaan onder de tafel.

Slide 34 - Sleepvraag

Slide 35 - Tekstslide

Plaats de lampen zo dat er alleen aan de linkerkant van de tafel halfschaduw ontstaat.

Slide 36 - Sleepvraag

Slide 37 - Tekstslide

Plaats de lampen zo dat geen halfschaduw ontstaat recht onderde tafel.

Slide 38 - Sleepvraag

Slide 39 - Tekstslide