Le pronom possessif

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Le pronom possessif 

Het bezittelijk voornaamwoord 

C'est mon meilleur ami.

Voilà mes frères.

ma famille

Geef nu drie Franse woorden voor 'mijn'.

jouw zus

1. ton soeur
2. ta soeur

jouw vader

1. ton père
2. ta père

jouw ouders

1. mes parents
2. tes parents

zijn nicht

1. son cousine
2. sa cousine

haar buurman

1. son voisin
2. sa voisin

zijn grootouders

1. son grand-parents
2. ses grand-parents

mijn school

1. ma école
2. mon école

notre quartier

1. onze wijk
2. jullie wijk
3. hun wijk

votre appartement

1. ons appartement
2. jullie appartement
3. hun appartement

leurs piscines

1. onze zwembaden
2. jullie zwembaden
3. hun zwembaden

Het bezittelijk voornaamwoord

	m. enk.	v. enk.	meervoud
mijn	mon	ma	mes
jouw	ton	ta	tes
zijn/haar	son	sa	ses
onze/ons	notre	notre	nos
jullie/uw	votre	votre	vos
hun	leur	leur	leurs

Let op ! 

* Je kijkt in het Frans altijd naar het zelfstandig naamwoord !

* Als het znw. vrouwelijk is en het begint met een klinker of stomme h, dan gebruik je het mannelijk bezittelijk vnw. 

voorbeeld : mijn school = mon école