Productkennis

Productkennis
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieSecundair onderwijs

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Productkennis

Slide 1 - Tekstslide

Heeft een verkoper/medewerker jou weleens een product gepresenteerd? Geef een voorbeeld hoe de medewerker dit gedaan heeft.

Slide 2 - Tekstslide

Artikel informatie
Om als verkoper een product te kunnen demonstreren is het belangrijk dat je weet hoe het product dat je verkoopt gemaakt wordt, hoe het product werkt en of het product milieuvriendelijk is. Wanneer je dit niet weet, kan het gebeuren dat je de klant niet optimaal kunt helpen en verkeerde informatie geeft. Met als gevolg: een ontevreden klant die zijn product terug komt brengen.

Slide 3 - Tekstslide

Vragen die kunnen helpen:
  1. Waarvan wordt het product gemaakt?
  2. Wat voor soort materiaal is er gebruikt?
  3. Wat kost het?
  4. Benoem 3 voordelen van dit product?
  5. Benoem 2 nadelen van dit product?
  6. schrijf 2 pluspunten op ten opzichte van ander product.
  7. Waarom zou een klant dit moeten kopen?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

De warenkennis groep: Groenten

Slide 6 - Tekstslide

Welk voedingstof komt er zo goed als niet voor in groenten?
A
Mineralen
B
Vetten
C
Vitamines
D
Eiwitten

Slide 7 - Quizvraag

Welke groenten word in het voorjaar geoogst?
A
Spruiten
B
Boerenkool
C
Asperges
D
Witte kool

Slide 8 - Quizvraag

Hieronder staan een aantal bladgroenten afgebeeld. Zet de afbeelding op de juisten plaats.
Kropsla
Spinazie
Frisee sla
Rucola

Slide 9 - Sleepvraag

Hieronder staan een aantal knol- en wortel gewassen afgebeeld. Sleep de afbeelding naar de juiste tekst.
Radijs
Winter wortel
Knol- selderij
Venkel

Slide 10 - Sleepvraag

Wat is geen peulvrucht?
A
B
C
D

Slide 11 - Quizvraag

Wat is geen stengelgroenten
A
B
C
D

Slide 12 - Quizvraag

bureaustoel

Slide 13 - Tekstslide

Meer verkopen?
Vormen:
  • Cross selling
  • Upselling
  • Deepselling

Slide 14 - Tekstslide

Cross selling
Extra product verkopen dat past bij het product dat de klant koopt. Ook wel bijverkoop.

Reserveonderdelen, accessoires, servicecontract.

Slide 15 - Tekstslide

Upselling
Duurdere variant van een product verkopen.

Slide 16 - Tekstslide

Deepselling
Meer van hetzelfde product verkopen.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Welke vorm van meer verkopen komt terug in het filmpje?
A
Cross-selling
B
Deep-selling
C
Up-selling

Slide 20 - Quizvraag

Rationele en emotionele verkoopsargumenten
Ratio: geld, zekerheid, noodzaak, tijdsbesparing, zelfontplooiing.

Emotie: gemak, veiligheid, status, lust, schoonheid, uniciteit,
vernieuwing, saamhorigheid.

Slide 21 - Tekstslide

OPDRACHT
Kies een minder bekend product dat je in de kijker wilt zetten. 
Bezorg de klant op een leuke manier zoveel mogelijk informatie over jouw gekozen product. 
Gebruik zowel rationele als emotionele verkoopsargumenten.
Probeer een voorbeeld te vinden van crosselling en upselling voor jouw product. 
(zie ook cursus p. 91-93) 

Slide 22 - Tekstslide