(nieuwe) Armoede

(nieuwe) Armoede
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

(nieuwe) Armoede

Slide 1 - Tekstslide

In welke landen komt armoede voor?
A
In landen buiten Europa, zoals Afrika en Azië
B
Vooral in landen buiten Europa, maar ook in sommige Europese landen
C
In landen binnen en buiten Europa, maar niet in Nederland
D
In alle landen ter wereld ook in Nederland

Slide 2 - Quizvraag

Aan de buitenkant kun je zien of iemand arm of rijk is.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Waardoor kunnen mensen arm worden?
A
Omdat ze hun baan verliezen
B
Omdat ze ziek zijn
C
Omdat ze onverwachte hoge rekeningen moeten betalen
D
A,B en C, maar er zijn nog veel meer antwoorden mogelijk

Slide 4 - Quizvraag

Kinderen die opgroeien in armoede hebben vaker last van stress en spanning. Daardoor kunnen ze zich soms minder goed concentreren op school.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Kinderen die arm zijn, gaan soms zonder eten naar school.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Relatieve armoede
De levensomstandigheden van een persoon wordt beoordeeld in verhouding met zijn omgeving. 
Bijvoorbeeld: een kind die niet kan sporten, omdat er geen geld voor is of geen nieuwe schoenen kan betalen. 

Komt voor in elk land

Absolute armoede
Je niet kunnen voorzien in de basisbehoeften/primaire levensbehoeften.
Basisbehoefte: voedsel, onderdak, onderwijs en gezondheidszorg. 
Bijvoorbeeld: een kind uit Bangladesh die moet werken, omdat hij anders niet kan eten.
Komt voor in ontwikkelingslanden.

Slide 7 - Tekstslide

Hoe ziet armoede eruit in Nederland?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Video

Wat is armoede in Nederland?
In Nederland is iemand arm als zijn of haar inkomen heel laag is. Van een inkomen moeten  vaste kosten betaald worden, zoals de huur van je huis of een energierekening. Bij een te laag inkomen, is er te weinig geld over om na die vaste kosten ook nog boodschappen te doen of kleding te kopen. 

Slide 10 - Tekstslide

Gevolgen voor kinderen die opgroeien in armoede
Sporten minder
Minder muziekles
Minder vaak een dagje weg 
Minder vaak vrienden uitnodigen 
Schoolreisje is niet altijd mogelijk
Minder kansen
Stress

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Opdracht
Maak met je groepje een boodschappenlijstje voor 1 week eten voor 3 personen. Jullie budget is 65 euro en daar moet je zowel: ontbijt, lunch, avondeten, tussendoortjes en drinken voor kopen. Denk ook aan alle 'extra' ingrediënten, zoals: boter, olie, knoflook, kruiden, thee, koffie etc.
timer
30:00

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht: Praatvragen
A Wat vind je van het boek? Probeer een gedetailleerd antwoord te geven met een
motivatie. Waarom vind je wat je vindt? Is je mening over het boek tijdens het lezen
veranderd? Waardoor is dat gekomen? 
B Vind je het verhaal geloofwaardig? Is geloofwaardigheid belangrijk bij dit boek? 
C Met wie van de personages voelde je je verwant of voor wie voelde je sympathie en met
wie juist niet? Hoe komt dat? Is je mening tijdens het lezen daarover veranderd in de loop
van het verhaal?
D Hoeveel personages zijn er en zijn ze allemaal belangrijk? 
E Zijn er delen die je opvielen in het verhaal? Wat was tot nu toe het leukste stuk?
timer
15:00

Slide 14 - Tekstslide

Stelling:
In Nederland hoeft niemand arm te zijn
Eens
Oneens

Slide 15 - Poll

Stelling:
Kinderen die arm zij, moeten meer gratis krijgen, zoals sportles en uitjes
Eens
Oneens

Slide 16 - Poll

Stelling:
Je kunt je arm voelen, terwijl je helemaal niet arm bent
Eens
Oneens

Slide 17 - Poll

Stelling:
Iedereen kan later gaan studeren wat-ie wil.
Het maakt niet uit of je arm of rijk bent
Eens
Oneens

Slide 18 - Poll

Armoede

Slide 19 - Woordweb

Wat denk je dat nieuwe armoede betekent?

Slide 20 - Open vraag

Vandaag leer je:
1. Wat (nieuwe) armoede betekent;
2. Wat de oorzaken zijn van (nieuwe) armoede;
3. Wat de gevolgen zijn van (nieuwe) armoede;
4. Wat een mogelijke oplossing (of oplossingen) is voor (nieuwe) armoede;

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

De gevolgen van (nieuwe) armoede
1. Sociaal isolement;
2. Minder goede gezondheid, minder gunstige woonsituatie;
3. Verminderd denkvermogen.

Slide 23 - Tekstslide

Ken jij mensen die in armoede terecht zijn gekomen door COVID-19?

Slide 24 - Open vraag

Hoe nu verder?
Rijke overheden besteden veel geld aan ontwikkelingshulp. Maar, pas sinds kort wordt er onderzoek gedaan naar welk soort hulp daadwerkelijk effect heeft op het (nieuwe) armoedeprobleem. 

Jij, in je eentje of samen met anderen, kan ook helpen door de leefomstandigheden voor degene die in armoede leven te verbeteren. Breng bijvoorbeeld je oude speelgoed naar de voedselbank, breng oude kleding naar het Leger des Heils, doneer geld aan een goed doel of houdt een inzamelingsactie voor een goed doel. Of organiseer bijvoorbeeld een gratis evenement voor de kinderen (en volwassenen) die in arme gezinnen leven. 

Slide 25 - Tekstslide

Verwerkingsopdracht
Maak groepjes van uiterlijk vier. Met je groepje bedenk je manieren om mensen die in armoede leven te helpen. 
Dit kan zo groot of zo klein zijn als jullie zelf willen. Dit plan werken jullie vervolgens uit op een manier zoals jullie willen. Je kan bijvoorbeeld een poster maken, een video, een word-document, een presentatie, een infographic.

De bedoeling van deze opdracht is om anderen aan te sporen om mensen die in armoede leven te steunen, dus houdt dit in gedachten.
Hieronder een aantal tools die je kan gebruiken voor de verwerking:
1. Easel.ly (infographic):  https://www.easel.ly 
2. Coggle (mindmap):   https://coggle.it
3. Canva (poster):  https://www.canva.com/nl_nl/maken/poster/ 
timer
1:30

Slide 26 - Tekstslide

Presenteren
Presenteer jullie eindproduct. Vertel hierbij:
1. Wat jullie plan is;
2. Of jullie het plan zelf gaan uitvoeren;
3. Hoe de samenwerking is verlopen.

Slide 27 - Tekstslide

Vandaag heb je geleerd:
1. Wat (nieuwe) armoede betekent;
2. Wat de oorzaken zijn van (nieuwe) armoede;
3. Wat de gevolgen zijn van (nieuwe) armoede;
4. Wat een mogelijke oplossing (of oplossingen) is voor (nieuwe) armoede;

Slide 28 - Tekstslide

Ik weet wat (nieuwe) armoede betekent
A
Ja
B
Nee

Slide 29 - Quizvraag

Ik weet wat de oorzaken zijn van (nieuwe) armoede
A
Ja
B
Nee

Slide 30 - Quizvraag

Ik weet wat de gevolgen zijn van (nieuwe) armoede
A
Ja
B
Nee

Slide 31 - Quizvraag

Ik weet mogelijke oplossingen voor (nieuwe) armoede;
A
Ja
B
Nee

Slide 32 - Quizvraag