4.4 De regering

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

4.4 De regering

Welkom in de les

BK: blz 106

4.4 De regering

doelen:

• Je kunt het verschil tussen regering en kabinet uitleggen.
• Je kunt uitleggen wat een minister, staatsecretaris en minister president doet..

•                     

4.4 De regering

De regering

De regering bestaat uit de                                      koning en de ministers.

De koning heeft geen rol bij het uitvoeren van een wet.

Het kabinet wel, dat is het dagelijks bestuur van ons land. Dit zijn de ministers en staatssecretarissen.

4.4 De regering

De regering

Een Minister is lid van de regering                                    en verantwoordelijk voor een eigen

onderwerp.

Een staatssecretaris is een soort assistent-minister die verantwoordelijk is voor een deel van de taken van de minister.

Voorbeeld:

minister van justitie

🧾 Minister van Financiën

Beheert de rijksbegroting

Beslist over belastingbeleid

Houdt toezicht op overheidsuitgaven

Zorgt voor financiële stabiliteit van Nederland

🏛 Staatssecretaris van Economische Zaken

Stimuleert ondernemerschap en innovatie

Houdt zich bezig met energiebeleid en duurzaamheid

Bevordert export en economische groei

Ondersteunt het midden- en kleinbedrijf (MKB)

De staatssecretaris van Economische Zaken gaat over groei van de economie

4.4 De regering

De regering

De Minister-president is de leider van het kabinet. deze wordt ook wel premier genoemd.   

Elke vrijdag komen de ministers bij elkaar.   

Ze werken veel samen.           

Ze stellen wetten voor.

4.4 De regering

4.4 De regering

Wat doet de koning?

Koning Willem-Alexander is het staatshoofd. 

• lid van de regering
• vrijwel geen macht.

taken:

• handtekening zetten onder alle wetten.
• de troonrede voorlezen.
• overleg met minister president.
• ons land vertegenwoordingen.
• ministers beëdigen

4.4 De regering

terugblik

• de regering
• ministers
• staatssecretarissen
• taak van de koning
• prinsjesdag

BK: Lees blz 106 goed door

        maak de opdrachten op blz 107-109  1 t/m 9