Lezen H5

Lesdoel 

- Je leert kritisch lezen om te beoordelen of een tekst objectief en betrouwbaar is.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lesdoel 

- Je leert kritisch lezen om te beoordelen of een tekst objectief en betrouwbaar is.

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma
- Welkom (5 min)
- Lezen (15 min)
- Vooruitblik en terugblik: feit, mening en standpunt (5 min)
- Uitleg: H5 Kritisch lezen (10 min)
- Zelfstandig werken: huiswerkopdrachten (25 min)
- Afsluiting (5 min)

Slide 2 - Tekstslide

Vooruitblik 
Volgende week: oefentoets
Neem de (groene) theorieblokken van Lezen H1 t/m H5 goed door ter voorbereiding!

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik: feit, mening, argument
Utrecht is de hoofdstad van Nederland.
Utrecht is de mooiste stad van Nederland.

Feit of mening?

Slide 4 - Tekstslide


Ik vind de film over het boek 'De brief voor de koning' minder spannend dan het boek. 
 
Feit of mening?

Slide 5 - Tekstslide


Je zou eigenlijk op de fiets naar school moeten gaan, want dat is goed voor je gezondheid! 

Wat is het standpunt en wat is het argument?

Slide 6 - Tekstslide

Standpunt of argument?
Ik ben van mening dat blind eten een sterk concept is, want zo ervaren mensen op een ongewone manier hoe het is om een visueel handicap te hebben.

Slide 7 - Tekstslide

H5 Kritisch lezen......

Slide 8 - Tekstslide

Lees (en beluister) de tekst

Slide 9 - Tekstslide

Betrouwbaarheid van teksten


Informatie in teksten is niet altijd betrouwbaar.

Daarom moet je een tekst kritisch lezen.

Als je wilt controleren of een tekst betrouwbaar is, let je op

de bron,  de schrijver, het doel van de tekst.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

De bron van een tekst

Een bron moet bij voorkeur actueel zijn en dus niet te lang geleden zijn verschenen.

Dat kun je aan de bronvermelding zien.

Een bron die zo volledig mogelijk informatie geeft, is betrouwbaarder dan een bron die dat niet doet. Dat geldt ook voor een bron die informatie juist en controleerbaar aanbiedt.

Slide 12 - Tekstslide

De schrijver van een tekst

Een schrijver is deskundig als hij zich uitgebreid in het onderwerp heeft verdiept of een ruime persoonlijke ervaring heeft met het onderwerp.

Slide 13 - Tekstslide

Het doel van een tekst

Een tekst is objectief en onpartijdig als die alleen maar

informatie geeft.

Een tekst is subjectief en partijdig als die ergens van wil overtuigen of ergens reclame voor maakt. Als een tekst bedoelt is om jou te overtuigen of tot handelen aan te zetten (aansporen iets te doen), moet je dus extra goed opletten.

Slide 14 - Tekstslide


Reclameteksten zijn meestal niet erg betrouwbaar,

omdat ze als doel hebben de lezer aan te sporen iets te kopen

Slide 15 - Tekstslide



Ook roddelbladen nemen het soms niet zo nauw met de waarheid. 

Slide 16 - Tekstslide


Schoolboeken en de meeste nieuwsberichten zijn wel betrouwbaar, omdat ze als doel hebben de lezer informatie te geven.

Slide 17 - Tekstslide

Check de betrouwbaarheid:
- Is de auteur deskundig en onpartijdig?
- Geeft de tekst bijvoorbeeld informatie over zijn opleiding of beroep?
- Waar en wanneer is de tekst geproduceerd?
- Is de informatie in de tekst niet verouderd?
- Zijn de mensen die geïnterviewd worden betrouwbaar en deskundig? 
- Komen er voor- en tegenstanders aan het woord?
- Klopt het wat de auteur zegt? Laat hij belangrijke dingen weg?
- Zijn de argumenten van de auteur sterk of kun je er makkelijk iets tegenin brengen

Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk
Maak opdracht 2 en 3 Lezen H5 blz. 134 - 135.

Klaar neem alvast de theorie door van H1  t/m 5 Lezen en Lezen uit de Brug

Slide 19 - Tekstslide