Nieuwsbegrip week 25 Veilig zwemmen

Veilig zwemmen dankzij de reddingsbrigade
AA
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Veilig zwemmen dankzij de reddingsbrigade
AA

Slide 1 - Tekstslide

Programma van vandaag
* Wat weten we over zwemmen?
* Wat weten we over de reddingsbrigade?
* Samen kijken naar de tekst
* Nieuwe woorden leren 
* Beginnen aan opdracht 1 & 2

Slide 2 - Tekstslide

ZWEMMEN

Slide 3 - Woordweb

Wat weet je over de reddingsbrigade?

Slide 4 - Tekstslide

Belangrijke woorden in de tekst:
- veilig 
- reddingsbrigade
- lifeguard
- badmeesters
- rivieren
- iedereen
- watersporters

- actie
- risico
- waarschuwen
- herkennen
- meegetrokken
- gevaarlijk
In AA ook:
* hartstikke
* natuurlijk
* Nederland

Slide 5 - Tekstslide

ACTIEF LEZEN
* Wat zie ik?
* Wat herken ik wel?
* Waar kan ik naar zoeken?
* Wat is belangrijk?


Slide 6 - Tekstslide

HUISWERK

=> Maken opdracht 1: oefen de woorden zelf hardop!
=> Maken opdracht 2: beantwoord de vragen

Slide 7 - Tekstslide

Vraagwoorden
Filmpje juf M.

https://www.youtube.com/watch?v=LvZDgiFZgaE

Slide 8 - Tekstslide

Wie helpen mensen die hulp nodig hebben in het water?
A
Iedereen
B
Lifeguards

Slide 9 - Quizvraag

Waar kun je zwemmen?
A
Alleen in het zwembad.
B
Op veel plekken.

Slide 10 - Quizvraag

Op wie letten de lifeguards?

A
Mensen in boten.
B
Zwemmers, watersporters, en mensen op het strand.

Slide 11 - Quizvraag

Hoe kun je de lifeguards herkennen?
A
Aan hun rode met gele zwemkleding.
B
Aan hun zwempak.

Slide 12 - Quizvraag

Wat moet je doen als er een rode vlag bij het strand hangt?
A
Niet gaan zwemmen.
B
Om hulp roepen.

Slide 13 - Quizvraag

Opdracht 4 Belangrijke zinnen in de tekst.
1. Woorden: samenvatting, belangrijkste, volgende, bijvoorbeeld.
2. Uitleg: wat is een samenvatting?

Slide 14 - Tekstslide

Lees het stukje onder zwemmen. In welke zinnen staat het belangrijkste uit dit stukje? Kies A of B.
A
In een zwembad zijn er daarom badmeesters. Zij letten goed op. Maar hoe is dat aan de kust?
B
Je kunt bijvoorbeeld zwemmen in zee of in een rivier. Maar zwemmen is niet altijd veilig.

Slide 15 - Quizvraag

Lees het stukje onder reddingsbrigade. In welke zinnen staat het belangrijkste uit dit stukje? Kies A of B.
A
Bij de reddingsbrigade werken Lifeguards. Lifeguards helpen mensen in nood.
B
Er zijn veel reddingsbrigades. Bij de reddinsgbrigades werken Lifeguards.

Slide 16 - Quizvraag

Lees het stukje onder Lifeguards. In welke zinnen staat het belangrijkste uit dit stukje. Kies A of B.
A
Lifeguards dragen rode met gele kleding.
B
Lifeguards waarschuwen en helpen mensen.

Slide 17 - Quizvraag

Lees het stukje onder Tips van Lifeguards. In welke zinnen staat het belangrijkste? Kies A of B.
A
Lifeguards hebben tips hoe veilig je bent in het water.
B
Lifeguards zeggen dat je helemaal niet moet gaan zwemmen.

Slide 18 - Quizvraag