1HV werkwoordspelling, leestekens en meervoud

Welkom! 


Pak je leesboek en ga lezen 
:)
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom! 


Pak je leesboek en ga lezen 
:)

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Terugblik vorige les
Voorbereiden taaltoets: herhaling werkwoordspelling, leestekens en meervoud zelfstandig naamwoord 

Slide 2 - Tekstslide

Zet zinsdeelstrepen
De agenten geven hun een waarschuwing

Slide 3 - Open vraag

Benoem pv, ow, wg, lv en mv

In de vakantie heb ik Cato een boek gegeven

Slide 4 - Open vraag

Lesdoelen
Je weet hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige en verleden tijd spelt;
je kan de leestekens op de juiste manier gebruiken;
je kan het meervoud van zelfstandige naamwoorden spellen

Slide 5 - Tekstslide

Werkwoordspelling 

Slide 6 - Tekstslide

Hoe vind je de persoonsvorm?
  • Zet de zin in een andere tijd
  • Verander het getal

Slide 7 - Tekstslide

Het ..... vaak dat ik mijn sleutel vergeet.
A
gebeurt
B
gebeurd

Slide 8 - Quizvraag

De hond ... zijn poten aan het hete asfalt.
A
brand
B
brandt

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Video

Slide 11 - Tekstslide

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Het ... (worden) wel spannend.

Slide 12 - Open vraag

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
(verkleden) ... je collega zich ook?

Slide 13 - Open vraag

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
(betekenen) Vrijheid ... veel voor hem.

Slide 14 - Open vraag

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
(vermoeden) ... je dat ze je aannemen?

Slide 15 - Open vraag

Noteer een persoonsvorm met in de verleden tijd een sterk werkwoord

Slide 16 - Open vraag

Leestekens 

Slide 17 - Tekstslide

Plaats hoofdletters en leestekens
ik vind spanje een mooi land zei juul tegen haar moeder

Slide 18 - Open vraag

Komma
  • Tussen twee persoonsvormen in een samengestelde zin
Als je band lek is, moet je even naar school bellen.
  • Tussen delen van een opsomming
Ik lust geen andijvie, boerenkool en zuurkool.
  • Na een naam of uitroep aan het begin van de zin
Selma, waar is je zus?
  • Voor verbindingswoorden: doordat, nadat, omdat, terwijl, want, voordat, zodat, zodra, maar
Alles wordt duurder, terwijl de inkomsten minder worden.
  • Tussen bijvoeglijke naamwoorden
Het wordt een leuke, leerzame en mooie dag.

Slide 19 - Tekstslide

Aanhalingstekens 
  • Directe rede: als je iemands woorden letterlijk weergeeft = citaat
  • Citaat kondig je aan met een dubbele punt
Loïs antwoordde: ‘Ik vond die film heel erg goed!’
Gijs schreeuwde: ‘Help! Ik ben in het water gevallen.’
  • Als je een woord speciale aandacht wilt geven
Hoe schrijf ik het woord ‘frisbee’?

Slide 20 - Tekstslide

In welke zin kloppen de leestekens?
A
Bert als je klaar bent mag je gaan.
B
Bert, als je klaar bent mag je gaan.
C
Bert, als je klaar bent, mag je gaan.
D
Bert als je klaar bent, mag je gaan.

Slide 21 - Quizvraag

In welke zin kloppen de leestekens?
A
Robin zei: 'Wie gaat er mee naar de Mac?'
B
Robin zei Wie gaat er mee naar de Mac?
C
Robin zei: Wie gaat er mee naar de Mac?
D
Robin zei: 'Wie gaat er mee naar de Mac'?

Slide 22 - Quizvraag

Meervoud 

Slide 23 - Tekstslide

meervoud van zelfstandige naamwoorden: Baby en pasta
A
babys en pastas
B
baby's en pastaas
C
baby's en pasta's
D
babys en pasta's

Slide 24 - Quizvraag


Meervoud van een zelfstandig naamwoord
Welke is juist?
A
genie-genieën
B
genie-geniën

Slide 25 - Quizvraag

Van welk zelfstandig naamwoord bestaat geen meervoud?
A
Paprika
B
Komkommer
C
Sla
D
Aardbei

Slide 26 - Quizvraag

Wanneer schrijf je het meervoud van een zelfstandig naamwoord met -ieën?
A
als de klemtoon niet op de laatste lettergreep valt.
B
als de klemtoon wel op de laatste lettergreep valt.
C
als een woord in het enkelvoud op -ee eindigt.
D
door het op te zoeken op google :)

Slide 27 - Quizvraag

Spelling meervoud zelfstandige naamwoorden
Bij de meeste woorden schrijf je en of s achter het enkelvoud
Soms moet je een klinker weghalen of een medeklinker toevoegen.
Als er een verkeerde uitspraak kan ontstaan, schrijf je ’s.
Als het woord eindigt op ee, schrijf je ën erachter.

Slide 28 - Tekstslide

Meervoud zelfstandig naamwoord
zelfstandige naamwoorden die eindigen op -ie
klemtoon op de laatste lettergreep? -ën 
knie - knieën
melodie - melodieën

klemtoon niet op de laatste lettergreep? ¨n
bacterie - bacteriën
kolonie - koloniën
zelfstandige naamwoorden die eindigen op -ee
-ën
zee - zeeën
idee - ideeën
-IE



-EE

Slide 29 - Tekstslide

HV1N Aan de slag! 
Maak het volgende uit Talent online:
Paragaaf 1.9 Test jezelf opdracht 1 t/m 8
Paragraaf 2.9 Test jezelf opdracht 1 t/m 16
Klaar? Lezen in je leesboek. 
timer
10:00

Slide 30 - Tekstslide

TV1A Aan de slag! 
Maak het volgende uit Talent online:
Paragaaf 1.9 Test jezelf opdracht 1 t/m 21
Paragraaf 2.9 Test jezelf opdracht 1 t/m 26
Klaar? Lezen in je leesboek. 

Slide 31 - Tekstslide