21-22 Vetten - Les 2

Levensmiddelenchemie - Les 2
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensmiddelenchemieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Levensmiddelenchemie - Les 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesplanning
  • Doornemen weekplanning
  • Doornemen leerdoelen
  • Bouw & indeling van vetten
  • Bekijken van producten - Hoe komen ze aan deze eigenschappen?
  • Water/vet oplossing maken

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weekplanning
Week 1: Vetten - voorbereiding grondstofpracticum
Week 2: Vetten - bouw, indeling, eigenschappen
               Vetten - chemische verandering (vetbederf), analyse van vetgehalte
Week 3: Eiwitten - bouw, indeling, eigenschappen, chemische veranderingen
               Eiwitten - voorbereiding grondstofpracticum
Week 4: Koolhydraten - voorbereiding grondstofpracticum
Week 5: Koolhydraten - bouw, indeling, eigenschappen, chemische veranderingen
               Bindmiddelen - voorbereiding grondstofpracticum
Week 6: Herhaling & oefentoets
Week 7: Theorietoets
Toelichting

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen:
Jij:
  • kunt de bouw en indeling van vetten begrijpen, beschrijven en tekenen
  • hebt inzicht in enkele eigenschappen van vetten en kunt dit toelichten
  • kunt de chemische veranderingen van vetten verklaren

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke producten
bevatten veel vet?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke soorten vet ken je allemaal?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke andere namen ken je voor vetten?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ziet een vet er nu uit?
Wat valt je op?

Slide 8 - Tekstslide

Vraag naar opvallende zaken --> verschil tussen enkelvoudig glyceride/gemengd glyceride
Als slechts een type vetzuur aanwezig is, zoals in bovenstaande structuur, spreken we van een 'eenvoudig triglyceride'; 

als twee of drie verschillende vetzuren aanwezig zijn, spreken we van 'gemengde triglyceriden'.
Als slechts een type vetzuur aanwezig is, spreken we van een 'eenvoudig triglyceride'; 




Als twee of drie verschillende vetzuren aanwezig zijn, spreken we van 'gemengde triglyceriden'.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indeling van vetzuren
1. Essentiële/niet-essentiële vetzuren
2. Op basis van het aantal vetzuren
3. Op basis van verzadiging

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indeling op basis van het aantal vetzuren
- 1 vetzuur aanwezig? --> monoglyceride


- 2 vetzuren aanwezig? --> diglyceride


- 3 vetzuren aanwezig? --> triglyceride

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De verschillen tussen verzadigde en onverzadigde vetten
Indeling op basis van verzadiging
- verzadigde vetzuren
- onverzadigde vetzuren
        - Enkelvoudig Onverzadigd Vetzuren (EOV)
        - Meervoudig Onverzadigd Vetzuren (MOV)
Wat betekent LDL-cholesterol ?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk en verklaar!
  • Becel
  • Roomboter
  • Korstmargarine
  • Kokosolie
  • Vast frituurvet
  • Vloeibaar frituurvet
  • Zonnebloemolie
Welke verschillen zie je?

Hoe komt dit?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke verschillen tussen verzadigde en onverzadigde vetten zie je nog meer?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Eigenschappen vetzuren
Afhankelijk van:

  • Ketenlengte
  • Aantal dubbele bindingen 

Hoe meer dubbele bindingen, hoe lager het smeltpunt
Hoe korter de keten, hoe lager het smeltpunt

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vet/water oplossing maken
1. Vul het glas voor de helft met water
2. Doe een theelepel olie in het glas erbij
3. Ga hiermee door totdat de laag olie net zo breed is als het glas
           Vraag 1: Wat denk je dat er gebeurt als je in het glas roert?
4. Roer goed met het lepeltje en wacht even
           Vraag 2: Wat is er gebeurd?
5.Doe nu een theelepeltje afwasmiddel in het water
6.Roer goed en wacht even
           Vraag 3: Wat is er nu gebeurd?
           Vraag 4: Hoe denk je dat dit komt?
















Slide 18 - Tekstslide

op vraag 2
Eerst ligt de olie in een laag op het water. Door het roeren ontstaan er bolletjes van olie die door het water gaan zweven. Als je even wacht, dan komt de olie weer in een laag bovenop het water drijven.
op vraag 3
Je kunt niet meer goed door het water heen kijken, want het wordt een beetje wit. De olie heeft nog kleinere bolletjes gevormd. Na een poosje komen de meeste bolletjes weer bovenop het water drijven.

Bij het roeren ontstaan kleine bolletjes van de olie. Als je ook zeep toevoegt, dan gaat de zeep om die bolletjes heen zitten. De bolletjes van olie en zeep maken het water ondoorzichtig. De zeep zorgt er ook voor dat de olie een klein beetje in het water kan oplossen. En dat is bijvoorbeeld handig bij het afwassen van vet servies of bestek, want die kun je zo beter schoon krijgen.

Olie en water mengen niet, dat komt omdat olie niet van water houdt, dit noemt men in de wetenschap hydrofoob ('hydro' betekent water en 'foob' komt van het Griekse woord bang). De olie is ook nog eens lichter dan water, daarom drijft het op water, net zoals een kurk zou doen.
Afwasmiddel bestaat uit zeepmoleculen, die ervoor kunnen zorgen dat de olie toch met het water mengt. Zeepmoleculen houden aan de ene kant van water (hydrofiel, 'fiel' komt van het Griekse woord voor liefde) en aan de andere kant niet (hydrofoob).
Door de olie in hele kleine bolletjes in te pakken zorgen de zeepmoleculen ervoor dat de olie niet meer op het water drijft. Zo blijft zeep met zijn hydrofiele kant aan de kant van het water en met zijn hydrofobe kant aan de kant van de olie. Zo'n ingepakt oliebolletje wordt ook wel een micel genoemd.
Al die kleine bolletjes van olie en zeep zorgen ervoor dat je niet meer door het water kunt kijken. Op deze manier kun je dus vette pannen en borden afwassen, de zeep zorgt ervoor dat het water het vet van de vuile vaat afhaalt.
Vet en water
Ze hebben een kop die hydrofiel is (houdt van water) en een staart die hydrofoob is (houdt niet van water)
Hydrofiele kop
Hydrofobe staart

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen:
Jij:
  • kunt de bouw en indeling van vetten begrijpen, beschrijven en tekenen
  • hebt inzicht in enkele eigenschappen van vetten en kunt dit toelichten
  • kunt de chemische veranderingen van vetten verklaren

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies