Mens en Activiteit- H2. Educatieve Uitgever

Mens en Activiteit- H2. 
Ontwikkelingsfasen
Deze LessonUp gaat over:
  • Wat is een doelgroep?
  • Kenmerken van verschillende leeftijdsgroepen?
  • Wat is geestelijke- ofwel psychische ontwikkeling?
  • Wat is lichamelijke- ofwel fysieke ontwikkeling?
  • Wat is sociale ontwikkeling?
  • Motorische ontwikkeling.
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3,4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Mens en Activiteit- H2. 
Ontwikkelingsfasen
Deze LessonUp gaat over:
  • Wat is een doelgroep?
  • Kenmerken van verschillende leeftijdsgroepen?
  • Wat is geestelijke- ofwel psychische ontwikkeling?
  • Wat is lichamelijke- ofwel fysieke ontwikkeling?
  • Wat is sociale ontwikkeling?
  • Motorische ontwikkeling.

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een doelgroep?
  • Een doelgroep is een groep mensen die jij wilt bereiken.
  • Ze hebben dezelfde overeenkomsten of 'kenmerken'.
  • Bijvoorbeeld een groep peuters, ouderen.
  • Of een groep die allen dezelfde hobby hebben. Bijvoorbeeld een groep schaatsers

Slide 2 - Tekstslide

Ontwikkelingsfasen van de mens:
  • baby en dreumes: van 0-2 jaar
  • peuter: van 2-4 jaar
  • kleuter: van 4-6 jaar
  • schoolkind: van 6-12 jaar
  • tiener: van 12-18 jaar
  • volwassene: van 16-60 jaar
  • 60 jaar en ouder: ouderen 

Slide 3 - Tekstslide

Ontwikkelingsgebieden van de mens:
  1. Lichamelijke ofwel fysieke ontwikkeling: gaat over ontwikkeling van het lichaam en de motoriek. 
  2. De geestelijke - ofwel psychische ontwikkeling: de ontwikkeling van het denken, geheugen, taal en spraak.
  3. De sociale ontwikkeling: ontwikkeling van hoe je met andere mensen omgaat en hoe je met gevoelens en emoties omgaat.

Slide 4 - Tekstslide

Lichamelijke of fysieke ontwikkeling.
  • Gaat dus over het ontwikkelen van het lichaam.
  • En gaat over de motoriek .
  • Motoriek= bewegen
  • Fijne motoriek: fijne  bewegingen van handen en vingers.
  • Grove motoriek: de grote bewegingen van het lichaam, van armen en benen.

Slide 5 - Tekstslide

Wat is grove motoriek?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Video

Wat is fijne motoriek?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Video

Wat is een voorbeeld van grove motoriek?
A
B
C
D

Slide 10 - Quizvraag

Wat hoort bij fijne- en wat bij grove motoriek?
Grove motoriek
Fijne motoriek

Slide 11 - Sleepvraag

Voor welke ontwikkelingsfase is dit speelgoed geschikt?
A
De baby
B
De dreumes
C
De peuter
D
De kleuter

Slide 12 - Quizvraag

Welke ontwikkeling wordt bij de dreumes gestimuleerd als hij/ zij er mee speelt?
A
Fijne motoriek/ samenwerking
B
Fijne motoriek/ oog- hand coördinatie
C
Grove motoriek/ samen werking
D
Grove motoriek/ taalontwikkeling

Slide 13 - Quizvraag

Voor welke ontwikkelingsfase is dit speelgoed geschikt?
A
Baby
B
Dreumes
C
Peuter
D
Kleuter

Slide 14 - Quizvraag

Welke ontwikkeling wordt gestimuleerd als een baby hiermee speelt?
A
De fijne motoriek en samenwerking
B
De fijne motoriek en taalontwikkeling
C
De fijne motoriek en oog- handcoördinatie
D
De grove motoriek en samenwerking

Slide 15 - Quizvraag

De geestelijke en sociale ontwikkeling van een baby en dreumes
Een baby en dreumes leert op 3 manieren:
1. Door ervaring: dingen doen en daarvan leren.
2. door herhaling: keer op keer het zelfde doen en het op die manier ontdekken.
3. Door anderen na te doen, te kijken naar anderen en gedrag te imiteren.

Slide 16 - Tekstslide

Ilay van 1 jaar opent steeds de keukenkastjes. Hij krijgt zijn vingertje tussen de deur en begin te huilen.
Ilay leert door middel van:
A
Ervaring
B
Herhaling
C
Imiteren

Slide 17 - Quizvraag

Je zwaait met je hand naar baby Ilay en zegt: "Ilay ook zwaaien"? Ilay zwaait terug. Ilay leert door middel van:
A
Ervaring
B
Herhaling
C
Imiteren

Slide 18 - Quizvraag

Ella kan zelf sturen met haar loopfietsje op drie wielen. Dit speelgoed is geschikt voor:
A
Een baby
B
Een peuter
C
Een kleuter
D
Een schoolkind

Slide 19 - Quizvraag

Ella is een peuter. Zij kan zelf sturen en lopen met dit loopfietsje. Welke ontwikkeling wordt gestimuleerd?
A
De grove motoriek en samenwerking
B
De fijne motoriek en samenwerking
C
De grove motoriek en oog-handcoördinatie
D
De fijne motoriek en oog-handcoördinatie

Slide 20 - Quizvraag

Geestelijke - ofwel psychische ontwikkeling
  • Is de ontwikkeling van het denken, het geheugen, taal en spraak.
  • Bijvoorbeeld een boek, liedjes zingen, memoryspel, dammen, schaken

Slide 21 - Tekstslide

Sleep het speelgoed naar het juiste vak.
Lichamelijke ontwikkeling
Geestelijke ontwikkeling

Slide 22 - Sleepvraag

Sociale ontwikkeling:
  • De ontwikkeling in de omgang met andere mensen en het leren  omgaan met emoties en gevoelens.
  • Bijvoorbeeld samen een spel spelen.
  • Je kunt omgaan met je boosheid 

Slide 23 - Tekstslide

De peuter:
  • Leeftijd van 2-4 jaar
  • Lichamelijke ontwikkeling: zindelijkheid ontwikkelt zich  ( = ze leren aan te geven wanneer ze naar toilet moeten)
  • Sociale ontwikkeling:  Speelt nog niet samen.  De peuter is erg "ik-gericht"( Ik doen, van mij...)

Slide 24 - Tekstslide

Deze kinderen spelen samen in een keukentje. welke ontwikkeling wordt hier vooral gestimuleerd?
A
De fijne motorische ontwikkeling
B
De geestelijke ontwikkeling
C
De sociale ontwikkeling
D
De grove motorische ontwikkeling

Slide 25 - Quizvraag

Jet en Joris doen mee aan een schaaktoernooi. Welke ontwikkeling wordt met schaken gestimuleerd?
A
De grove motorische ontwikkeling
B
De geestelijke ontwikkeling
C
De sociale ontwikkeling
D
De fijne motorische ontwikkeling

Slide 26 - Quizvraag

Wat is een sociaal kenmerk van pubers?
A
Ze maken altijd huiswerk.
B
Ze hebben nooit ruzie met ouders.
C
Ze willen graag bij een groep horen.
D
Ze krijgen vaak puistjes

Slide 27 - Quizvraag

In de puberteit ontwikkelen zich de secundaire geslachtskenmerken. Noem twee voorbeelden van secundaire geslachtskenmerken bij meisjes.

Slide 28 - Open vraag

Noem twee secundaire geslachtskenmerken in de puberteit bij jongens.

Slide 29 - Open vraag