Paragraaf 3.3

Welkom HA13
Doe je telefoon in het hotel, ga zitten,
pak je laptop en ga naar LessonUp.
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom HA13
Doe je telefoon in het hotel, ga zitten,
pak je laptop en ga naar LessonUp.

Slide 1 - Tekstslide

Planning

Uitleg paragraaf 3.3

Aan de slag
Leerdoel:
Je kan rekenen met woordformules. 

Slide 2 - Tekstslide

woordformules

Slide 3 - Woordweb

Woordformule
  • Formule met woorden.
  • Hiermee kunnen we rekenen.
  • Voorbeeld:
  •  Bedrag dat betaald moet worden.
  •  Lengte van een kaars berekenen.  
  •  Totale opbrengst 

Slide 4 - Tekstslide

Woordformule
Als je gaat bowlen moet je betalen voor de baanhuur bijvoorbeeld 22 euro. Een drankje kost 2,50. Met deze gegevens kan je een woordformule maken. 

Slide 5 - Tekstslide

Woordformule
Als je gaat bowlen moet je betalen voor de baanhuur bijvoorbeeld 22 euro. Een drankje kost 2,50. Met deze gegevens kan je een woordformule maken. 
Deze is dan als volgt:
bedrag= baanhuur + 2,50 x aantal drankjes

Slide 6 - Tekstslide

Woordformule
Als je gaat bowlen moet je betalen voor de baanhuur bijvoorbeeld 22 euro. Een drankje kost 2,50. Met deze gegevens kan je een woordformule maken. 
Deze is dan als volgt:
bedrag= 22 + 2,50 x aantal drankjes

Slide 7 - Tekstslide

Rekenen met woordformule.
bedrag= 22 + 2,50 x aantal drankjes
Wat moet je betalen als je:
4 drankjes hebt gedronken.
10 drankjes hebt gedronken.
7 drankjes hebt gedronken. 

Slide 8 - Tekstslide

De woordformule is...
A
bedrag=15aantal attracties+2,5
B
bedrag=2,5aantal attracties+15

Slide 9 - Quizvraag

Woordformule:

Hoeveel verdien je bij 10 kg?

verdienste in euros=5,5+0,75aantal kg
A
7,50 euro
B
5,50 euro
C
13,00 euro
D
2 euro

Slide 10 - Quizvraag

Aan de slag
Maak de volgende opgaven:
33 t/m 37 
blz. 116 t/m 118
Vrijdag 8 december repetie H3

Slide 11 - Tekstslide