Unit 2.1 Comparison

Welcome to the English class.


"Get your reading books out and let's begin."
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welcome to the English class.


"Get your reading books out and let's begin."

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Expectation Period 2
FORMATIVE TEST 

READING TEST 
SO UNIT 2

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




text on page 20 in your TB
page 48
exercise: 1, 2, 3, 5, 6, 12, 13, 17, 18, 26, 27, 32, 38. 




timer
10:00
SILENT GOAL

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

jumping
steps
railings
parkour
mountains
river
white-water rafting
climbing

Slide 4 - Sleepvraag

steps parkour
jumping white-water 
What are we going to do today?

UNIT 2. 1. 
  • Comparison
  • Words & Phrases unit 2. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Degrees of comparison

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Comparisons
Vergrotende trap

....-er than

voorbeeld:
old --> older
tall --> taller 
Comparisons
Overtreffende trap

the ....- est

Voorbeeld:
old --> oldest
tall --> tallest 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Comparisons
vergrotende trap

more ....

Voorbeeld:
More expensive
Comparisons
Overtreffende trap

most.....

Voorbeeld:
Most expensive

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let op:
Er zijn ook onregelmatige werkwoorden


good -->  better -->  best

bad--> worse --> worst 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Comparisons
Vergrotende trap
woorden op -y

....-ier than

voorbeeld:
tiny --> tinier
busy --> busier 
Comparisons
Overtreffende trap
woorden op -y

the ....- iest

Voorbeeld:
tiny --> tiniest
busy --> bussiest

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

GRAB your phone....

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fill in:
Andy is ______ (nice) than Andrew.
A
nicer
B
nicest
C
more nice
D
most nice

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Fill in:
Miss Hartman is the .... (good) teacher in the world.
A
gooder
B
better
C
best

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Fill in:
This jacket is ________ ( comfortable) than that one.
A
comfortabler
B
comfortablest
C
more comfortable
D
most comfortable

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Fill in:

A car is _______ (fast) than a bicycle.
A
faster
B
fastest
C
more fast
D
most fast

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

PHONE DOWN....

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woorden met één lettergreep
Krijgen - er in de vergrotende en - est in de overtreffende trap:

tall - taller (than)- (the) tallest

Bestaat een woord uit één lettergreep en eindigt
het op één klinker en één medeklinker, dan 
verdubbelt de medeklinker.:

big – bigger (than) – (the) biggest

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woorden met 2 lettergrepen
Eindigt het woord op - le, -er, -ow, -some of -y:                         -er & -est

simple - simpler - simplest
easy - easier - easiest

Eindigt het woord niet op - le, -er, -ow, -some of -y- :             more & most 

careful - more careful - most careful
active - more active - most active

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woorden met 3 of meer lettergrepen
Krijgen more in de vergrotende en most in de overtreffende trap:

beautiful - more beautiful - most beautiful
expensive - more expensive - most expensive

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitzonderingen
good - better - best
bad - worse - worst
little - less - least
many - more - most
much - more - most

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

GRAB your phone....

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Use the right comparison (overtreffende):
>> (quick) She is _____ dog.

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Use the right comparison(vergrotende):
> (smart) He is __________ the baby.

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Use the right comparison:
> The dog is _________ I am.
A
quicker than
B
the quickest
C
quicker
D
quickest

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Use the right comparison:
> Jessy is ______ my mum.
A
funnyer than
B
funnier than
C
more funny than
D
the most funny

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Continue with...
Exercise:
1, 2, 3, 5, 6, 12, 13, 17, 18, 26, 27, 32, 38.
starting on page 48 - 54 -57 -65
timer
5:00

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

12

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:10
Matilda is ___________ (cheerful) than Red.

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

00:20
Red is as___________as Matilda
A
tall
B
taller
C
tallest
D
more tall

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

00:27
Chuck is the _______________of all.
A
smaller
B
more small
C
smallest
D
small

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

00:33
Bomb is ____________than Chuck.
A
big
B
bigger
C
biggest

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

01:23
Matilda is the ________________of all.
A
weirder
B
most weird
C
weirdest

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

01:32
Chuck is the ____________ (talkative) of them.

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

02:00
Chuck is _______________(fast) than the police.

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

02:30
Chuck is more _______________ now.
A
embarrassed
B
embarrassedest
C
embarrasseder

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

02:45
Terence is the _____________ of all birds.
A
scary
B
scarier
C
scariest

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

02:53
Matilda is more ______________ now of Terence.
A
terrified
B
terrifider
C
terrifidest

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

03:32
Bomb is the most ________________ of all birds.
A
explosiver
B
explosivest
C
explosive

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

04:22
Matilda is the ________________.
A
most prettiest
B
prettier
C
prettiest
D
pretty

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies