14.2 - De huid en het onderhuidse bindweefsel

Startvragen!
kijken wat je nog weet van basisstof 1!
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Startvragen!
kijken wat je nog weet van basisstof 1!

Slide 1 - Tekstslide

Wat is GEEN inwendig milieu?
A
Bloed
B
Lymfe
C
Weefselvloeistof
D
Urine

Slide 2 - Quizvraag

Wat is je inwendige milieu?
A
Weefselvloeistof
B
Bloedplasma
C
Weefselvloeistof samen met het bloedplasma in je lichaam
D
Alles in je darmen

Slide 3 - Quizvraag

Een blaar bestaat uit weefselvloeistof, is dit het inwendige of het uitwendige milieu?
A
Inwendig milieu
B
Uitwendige Milieu?

Slide 4 - Quizvraag

Waar of niet waar?
De lucht in je longen valt onder het uitwendige milieu.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Wat hoort bij de volgende beschrijving? VAN inwendig milieu NAAR uitwendig milieu
A
Uitscheiding
B
Voedsel opnemen
C
Reserves aanvullen
D
Inademen

Slide 6 - Quizvraag

Basisstof 2 De huid en het onderhuidse bindweefsel

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen
14.2.1 Je kunt de delen van de huid en van het onderhuidse bindweefsel noemen met hun kenmerken en functies.

14.2.2 Je kunt beschrijven hoe de lichaamstemperatuur min of meer constant wordt gehouden.

Slide 8 - Tekstslide

De huid en het onderhuidse bindweefsel
pijnpunten in kiemlaag!!
warmte/ kou/ druk/ tast zintuigen

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Lichaamstemperatuur
  • Oververhitting, je lichaamstemperatuur is te hoog door beweging. Door te zweten koelt je lichaam af! 
  • Bloedvaten in de huid worden wijder 
  • Huid wordt roder 
  • Zweetklieren produceren meer zweet

Slide 19 - Tekstslide

Lichaamstemperatuur
Te lage temperatuur:
  • Bloedvaten in de huid worden nauwer
  • Huid wordt bleker
  • Zweetklieren produceren minder zweet
  • Warmteproductie door verbranding neemt toe                    (door b.v. rillen en klappertanden)

Slide 20 - Tekstslide

Koudbloedige dieren
  • Lichaamstemperatuur is (ongeveer) gelijk aan de temperatuur van de omgeving. 
  • Omgevingstemperatuur laag? Lichaamstemperatuur ook laag --> Weinig verbranding.
  • Rust of weinig beweging
  • Of opwarmen in de zon

Slide 21 - Tekstslide

De opperhuid bestaat uit:
A
Kiemlaag en onderhuids bindweefsel
B
Hoornlaag en onderhuids bindweefsel
C
Hoornlaag en Kiemlaag

Slide 22 - Quizvraag

Welke huidlaag houdt verdamping van water uit je lichaam tegen?
A
hoornlaag
B
kiemlaag
C
lederhuid

Slide 23 - Quizvraag

Wat is geen taak van de huid?
A
Beschermen tegen UV stralen
B
Waarnemen van prikkels
C
Beschermen tegen uitdroging
D
Stevigheid

Slide 24 - Quizvraag

In welk deel van het lichaam slaat een mens reservestof vooral op?
A
kiemlaag
B
lederhuid
C
in het onderhuidse bindweefsel
D
opperhuid

Slide 25 - Quizvraag

Van welke huidlaag is het voedsel van de huisstofmijt afkomstig?
A
lederhuid
B
kiemlaag
C
hoornlaag

Slide 26 - Quizvraag

Geeft het lichaam meer of minder warmte af als de bloedvaten in de huid wijder worden?
A
meer
B
minder
C
hetzelfde

Slide 27 - Quizvraag

Welke hoort er niet tussen?
A
Ik krijg kippenvel
B
Spieren gaan trillen
C
Bloedvaten vernauwen
D
Ik ga zweten

Slide 28 - Quizvraag

Wat is de functie van talg vooral?
A
Het afvoeren van overtollige warmte.
B
Het beschermen tegen ultraviolet licht.
C
Het soepel houden van de huid en de haren.
D
Het zorgen voor een warmte-isolerende laag.

Slide 29 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen
tastzintuigen en drukzintuigen?
Let op: 2 juiste antwoorden.
A
Tastzintuigen liggen vlak onder de kiemlaag in de lederhuid
B
Door de tastzintuigen kun je glad, ruw, hard waarnemen
C
Drukzintuigen liggen in de kiemlaag
D
Overal in de huid liggen evenveel tastzintuigen

Slide 30 - Quizvraag


Rowan is gevallen, hij heeft een niet bloedende schaafwond, welk(e) deel of delen van de huid is NIET beschadigd?
A
Alleen de hoornlaag niet.
B
Alleen de kiemlaag niet.
C
Alleen de lederhuid niet.
D
Alleen de hoornlaag en de kiemlaag niet.

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Video