H5 Kijken en Luisteren

welkom
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

welkom

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
-H5 Kijken en Luisteren
-Opdracht
-samen oefenen
-zelfstandig aan het werk

Slide 2 - Tekstslide

H5 Kijken en Luisteren

  • Ik weet tijdens een debat waar ik op moet letten en leer kritisch te kijken/luisteren.



Slide 3 - Tekstslide

Debat

Een debat is een woordenstrijd tussen twee partijen over een stelling.
Bijvoorbeeld: Iedereen die vanaf vandaag zijn rijbewijs haalt, mag alleen een elektrische auto kopen.

De ene partij is voor de stelling en de andere partij is tegen. Beide partijen proberen het publiek of een jury met goede argumenten te overtuigen.


Slide 4 - Tekstslide

Zo kijk en luister je naar een debat

Kijk en luister naar de gespreksleider. Over welke stelling wordt gedebatteerd? Wie zijn de voorstanders en de tegenstanders?
Kijk en luister naar de deelnemers. Wat is hun mening (standpunt) en welke argumenten gebruiken ze? Reageren ze op de standpunten en argumenten van hun tegenstanders?
Kijk en luister kritisch. Ben jij het eens met de tegenstanders of de voorstanders? Bedenk ook waarom je het met hen eens bent.



Slide 5 - Tekstslide

Fragment
Kijkersvragen:
1. Wat wordt er bedoeld met mediawijsheid?
2. Hoe zie je wie de voor- en tegenstanders zijn?
3. Welke argumenten (voor en tegen) heb je gehoord?
4. Wat is de rol van de gespreksleider?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Fragment
Kijkersvragen:
1. Wat wordt er bedoeld met mediawijsheid?
2. Hoe zie je wie de voor- en tegenstanders zijn?
3. Welke argumenten (voor en tegen) heb je gehoord?
4. Wat is de rol van de gespreksleider?

Slide 8 - Tekstslide

standpunt/mening
Wat is in onderstaande tekst het standpunt van de schrijver?

De buurman stapt in de auto met een zware tas waaruit allemaal clubs steken. Hij gaat naar de golfbaan. Dat is een uitgestrekt groen terrein voor golfers. Hij moet een eindje rijden voor hij z’n sport kan beoefenen, maar dan heeft hij dat hele park wel bijna voor zichzelf. Ik vind dat belachelijk. Nederland heeft geen plaats voor deze luxe sporten.

Slide 9 - Tekstslide

argument
Welk argument gebruikt hij daarvoor?

In de eerste plaats is er al weinig groen in Nederland. Wanneer je het land vanuit de lucht beziet, dan zie je overal bebouwing. In de Randstad, waar de meeste mensen wonen, is heel veel behoefte aan wandelparken, speelterreinen en frisse lucht. Daar moet meer ruimte voor vrijgemaakt worden in plaats van aan golfterreinen.

Slide 10 - Tekstslide

argument
Met een argument onderbouw je je mening/standpunt. 
Kies één van onderstaande stellingen uit en bedenk er een argument bij:

a. Wie met carnaval dronken wordt, moet een kop erwtensoep eten.
b. Jongeren van 14 jaar moeten elke dag met een bejaarde buiten wandelen.
c. Nederland moet bergen aanleggen

Slide 11 - Tekstslide

trouble speech
  • Bij een debat probeer je je tegenstander te overtuigen. 
  • Met een trouble speech kun je oefenen met het formuleren van overtuigende argumenten.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

trouble speech - tips
  1. Geef de omstandigheden de schuld.
  2. Zeg dat je het allemaal heel erg vindt, maar laat dit totaal niet zien.
  3. Maak van je fout je kracht.
  4. Zet jezelf neer als een held!

Slide 14 - Tekstslide

trouble speech - situatie
Omdat je overbuurvrouw (83) vandaag naar het ziekenhuis moest, zou jij een dag op haar hondje passen. Het hondje is alles voor haar! Jij wilde vandaag echter shoppen in Amsterdam en hebt het beestje daarom maar meegenomen. Op de terugweg heb je het hondje per ongeluk in de trein achtergelaten. 


Slide 15 - Tekstslide

trouble speech - opdracht
Jij schrijft een briefje aan je buurvrouw om haar op de hoogte te stellen van deze situatie. In plaats van alle schuld op je te nemen, probeer je je buurvrouw ervan te overtuigen dit als iets positiefs te zien.

benodigdheden: pen + papier   of   laptop (Word)
                                 


Slide 16 - Tekstslide

trouble speech - tips
  1. Geef de omstandigheden de schuld.
  2. Zeg dat je het allemaal heel erg vindt, maar laat dit totaal niet zien.
  3. Maak van je fout je kracht.
  4. Zet jezelf neer als een held!

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Weektaak

-H5 Kijken en Luisteren: opdracht 1 t/m 3





Slide 19 - Tekstslide