kritisch denken

Leerdoelen 
• Je kunt beschrijven wat kritisch denken is.
• Je kunt het verschil uitleggen tussen een feit en een mening.
• Je kunt goede argumenten herkennen.

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Leerdoelen 
• Je kunt beschrijven wat kritisch denken is.
• Je kunt het verschil uitleggen tussen een feit en een mening.
• Je kunt goede argumenten herkennen.

Slide 1 - Tekstslide

In deze les gaan we het hebben over:
• Informatie
• Kritisch denken
• Je eigen mening vormen en uitleggen
• Verschil kritiek geven en kritisch denken

Slide 2 - Tekstslide

Informatie
Informatie is alles wat je kennis geeft over iets of iemand.  
Informatie kan van alles zijn: deze powerpoint, een appje, een handleiding etc  

Informatie is belangrijk. Je gebruikt het bij het nemen van beslissingen.
Informatie moet dus betrouwbaar zijn.


Slide 3 - Tekstslide

Kritisch denken
Om te bepalen of informatie betrouwbaar is, moet je er vragen over stellen. Heb je genoeg informatie? Wat is de kwaliteit van de informatie?

Dat is kritisch denken: je gaat zorgvuldig om met informatie om je mening te bepalen > Centraal bij kritisch denken staat het stellen van vragen,
en doorvragen.


Slide 4 - Tekstslide

De drie stappen van kritisch denken
Stap 1 De informatie op waarde schatten

• Klopt de informatie die ik heb?
• Is er nog meer informatie beschikbaar?


Slide 5 - Tekstslide

De drie stappen van kritisch denken
Stap 2  Het van een andere kant bekijken

• Wat is de mening van andere mensen over de informatie? > Een mening is wat je van iets vindt.
• Waarom hebben andere mensen die mening? Kan ik daar iets van leren?



  


Slide 6 - Tekstslide

De drie stappen van kritisch denken
Stap 3 Nadenken over je eigen mening

• Klopt de informatie die ik heb nog wel?
• Moet ik mijn mening aanpassen?







Slide 7 - Tekstslide

Je mening uitleggen
Mensen hebben vaak verschillende meningen.
Het is belangrijk dat mensen aan elkaar kunnen uitleggen waarom ze iets vinden.

Dan kan je antwoord geven op vragen als:
- Waarom vind je dat?
- Waarom vind je het zo belangrijk?


Slide 8 - Tekstslide

Je mening uitleggen



1  Je moet de feiten kennen.
> Om je mening uit te kunnen leggen moet je goed voorbereid zijn.

Een feit is iets wat echt gebeurd is en wat je dus kunt bewijzen.
Mening: “Fatbikes zijn levensgevaarlijk en die moeten verboden worden.”
Feit: “Een fatbike is een elektrische fiets met dikke banden!”



Slide 9 - Tekstslide

Je mening uitleggen
2 Je moet het van verschillende kanten bekijken.


“Fatbikes moeten verboden worden voor jongeren onder de 16 jaar”

Zijn er ook andere mogelijkheden?
Wat zijn de nadelen van deze leeftijdsgrens?
Hoeveel kost het om deze wet te gaan handhaven?



Slide 10 - Tekstslide

Je mening uitleggen
3 Je moet argumenten kunnen geven die passen bij je mening.


Argumenten zijn redenen waarmee je kunt onderbouwen waarom
je iets vindt.
Fatbikes moeten verboden worden voor jongeren onder de 16 jaar omdat veel slachtoffers van fatbike-ongelukken op de intensive-care belanden met hersenletsel jonger zijn dan 16 jaar


Slide 11 - Tekstslide

Verschil tussen kritiek geven en kritische denken
Kritisch denken is niet hetzelfde als kritiek geven.


Bij kritiek geef je je mening.
Bij kritisch denken stel je vragen bij meningen, feiten en argumenten. 
Je vraagt je af: klopt het wel?


Slide 12 - Tekstslide

Feit of Mening?

Afrikaanse hardlopers zijn sneller dan Europese
A
Feit
B
Mening

Slide 13 - Quizvraag

Feit of mening:
In Nederland regent het vaak.
A
feit
B
mening

Slide 14 - Quizvraag

Feit of mening?
In Nederland mag je niet voor eigen rechter spelen.
A
feit
B
mening

Slide 15 - Quizvraag

Feit of mening?

Maatschappijleer is echt het leukste en nuttigste vak op school
A
feit
B
mening

Slide 16 - Quizvraag

Nieuwsvragen

Slide 17 - Tekstslide

Welke bedrijf mag vanaf dinsdag 27 mei openbare posts en foto's gebruiken om AI slimmer te maken
A
Facebook
B
Instagram
C
Tiktok
D
Meta

Slide 18 - Quizvraag

wat zijn de adviezen van artsen en wetenschappers als het gaat om aanschaf/gebruik van smartphone
A
minimale leeftijd voor een smartphone 14 jaar
B
advies smartphone aanschaf als kind naar middelbare school gaat
C
minimale leeftijd sociale media 16 jaar
D
geen smartphone en sociale media onder de 18 jaar

Slide 19 - Quizvraag

we gaan een discussie voeren

Stelling:
In Nederland moet de kinderopvang gratis worden voor werkende ouders. 



Slide 20 - Tekstslide

Leerdoelen behaald? 
• Je kunt beschrijven wat kritisch denken is.
• Je kunt het verschil uitleggen tussen een feit en een mening.
• Je kunt goede argumenten herkennen.

Slide 21 - Tekstslide