Cursus 1.3-1.4/Afsluiting

H1 Wat maken we? (1)
 Januari 2022
Juf A.Majait

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H1 Wat maken we? (1)
 Januari 2022
Juf A.Majait

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling... Cursus 1.1 + 1.2
Les 1 (Cursus)

  • Agrarische bedrijven.
  • Productieweg. 
  • Bedrijfskolom.
Les 2 (Cursus)

  • Productiefactoren.
  • Kapitaal/kapitaal-goederen.
  • Toegevoegde waarde.
  • Groothandel.
  • Bruto-/nettoloon.
Les 3 (Cursus)

  •  Agrarische bedrijven.
  • Industriële bedrijven.
  • Dienstverlenende bedrijven.
  • Handwerk/bestelling (ambachtsman)

Slide 2 - Tekstslide

Cursus 1.2
Les 4 (Cursus)

  • Mechanisatie
  • Arbeidsproductiviteit
  • Kapitaal- en arbeidsintensief
  • Automatisering
Les 5 (Cursus)

  • Omzet
  • Afzet
  • Netto-/ Bruto-winst.
  • Bedrijfskosten
Les  (Cursus)

  • Werkgebieden
  • Vestigingsvoordelen

Slide 3 - Tekstslide

Maak test jezelf

Basis/kader
Blz. 34

Kader/tl
Blz. 38


timer
25:00

Slide 4 - Tekstslide

Basis/Kader
Blz. 23, 24 en 25
Opdracht 2,3 en 4

Kader/TL
Lees Blz. 26, 27 en 28
Maak 3, 4 en 6

Maak test jezelf


timer
25:00

Slide 5 - Tekstslide

Bedrijfskolom
A
Weg van grondstof naar product.
B
Samenwerkende bedrijven aan een product.

Slide 6 - Quizvraag

Producten maken met hulp van planten en dieren heten?
A
Agrarische bedrijven
B
Dierentuin
C
Tuinderij
D
Biologie

Slide 7 - Quizvraag

Productieweg
A
Van grondstof tot eindproduct.
B
Betrokken bedrijven.

Slide 8 - Quizvraag

Om iets te produceren...
A
Is 1 bedrijf nodig
B
Zijn meestal meerdere bedrijven bij betrokken

Slide 9 - Quizvraag

Een bedrijf dat iets maakt.
Bedrijven in de bosbouw.
De bewerkingen van grondstof tot eindproduct.
Bedrijven die samen voor de productie van een product zorgen.
Productieweg
Bedrijfskolom
Producent
Agrarisch bedrijf

Slide 10 - Sleepvraag

Het meer waard worden van een product door een bewerking noem je...
A
Productiefactoren
B
Toegevoegde waarde
C
Kapitaal
D
Kapitaalgoederen

Slide 11 - Quizvraag

Hulpmiddelen die je nodig hebt om te kunnen produceren noem je...
A
Productiefactoren
B
Toegevoegde waarde
C
Kapitaal
D
Kapitaalgoederen

Slide 12 - Quizvraag

Productiefactoren bestaan uit drie dingen. Deze drie dingen zijn...
A
Toegevoegde waarde, kapitaal en arbeid.
B
Kapitaal, arbeid en goederen.
C
Kapitaal, goederen en machines.
D
Kapitaal, arbeid en natuur.

Slide 13 - Quizvraag

Kapitaal
Productiefactoren (Kapitaal, arbeid en natuur)
Arbeid
Natuur
Gas
Olie
Vruchtbare grond
Machines
Fabrieksgebouw
Geld
Iemand die in de winkel vakken vult
Iemand die de machines bestuurd

Slide 14 - Sleepvraag

Kapitaalgoederen zijn...
A
Het werk dat mensen doen.
B
Dingen die je nodig hebt om te produceren zoals kapitaal, natuur en arbeid.
C
Dingen uit de natuur, zoals grondstoffen.
D
Hulpmiddelen bij de productie. Denk aan machines en gebouwen.

Slide 15 - Quizvraag

Daan verdient 2300 euro bruto in de maand. Er wordt 400 euro ingehouden aan loonheffing. Wat verdient Daan netto?
A
2300 euro
B
1800 euro
C
2700 euro
D
1900 euro

Slide 16 - Quizvraag

Loes verdient 1900 euro bruto per maand. Haar nettoloon is 1300 euro. Hoe veel loonheffing is er van haar brutoloon ingehouden?
A
400 euro
B
600 euro
C
650 euro
D
700 euro

Slide 17 - Quizvraag

Welke zin past niet bij automatisering en mechanisatie?
A
Er zijn minder mensen nodig
B
Spierkracht en denkwerk wordt vervangen
C
Er komen steeds meer machines en computers
D
Er wordt steeds meer met de hand gemaakt.

Slide 18 - Quizvraag

Zorgt mechanisatie voor veel of weinig werkgelegenheid?
A
veel
B
weinig

Slide 19 - Quizvraag

Mechanisatie of automatisering?
Denkwerk wordt vervangen door machines.
A
Mechanisatie
B
Automatisering

Slide 20 - Quizvraag

Is er op de afbeelding sprake van
mechanisatie of automatisering?
A
Mechanisatie
B
Automatisering
C
Arbeidsproductiviteit
D
Afschrijving

Slide 21 - Quizvraag

Mechanisatie of automatisering?
Een wasmachine is een voorbeeld van .....
A
Mechanisatie
B
Automatisering

Slide 22 - Quizvraag

Automatisering en mechanisatie zorgen voor een hogere ...
A
kostprijs
B
Afschrijving
C
opbrengst
D
Arbeidsproductiviteit

Slide 23 - Quizvraag

Een bedrijf waar werknemers veel met hun handen werken noemen we:
A
Kapitaalintensief
B
Kapitaalgoederen
C
Arbeidsintensief
D
Arbeidsproductiviteit

Slide 24 - Quizvraag

Arbeidsintensief
Arbeidsproductiviteit
handwerk
kapitaalintensief
mechanisatie
als bedrijven machines gaan gebruiken
Het maken van producten zonder machines
Bedrijven die veel werknemers nodig hebben
Bedrijven die veel machines nodig hebben
De hoeveelheid producten die een arbeidskracht in een bepaalde tijd kan maken.

Slide 25 - Sleepvraag

Een bedrijf waar werknemers veel met hun handen werken noemen we:
A
Kapitaalintensief
B
Kapitaalgoederen
C
Arbeidsintensief
D
Arbeidsproductiviteit

Slide 26 - Quizvraag

Maak de opdracht.

Portfolio-opdracht
Telt 1x mee
Cijfer


timer
30:00

Slide 27 - Tekstslide

Maak test jezelf

Basis/kader
Blz. 34

Kader/tl
Blz. 38


timer
25:00

Slide 28 - Tekstslide