Herhaling thema 3 & 4 basisstof 1, 2 + 1
1 / 14
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat betekent gezondheid?
A
Dat je gezond bent
B
Dat je een goede conditie hebt
C
Dat je veel vrienden hebt
D
Dat je je lichamelijk, geestelijk en sociaal goed voelt
Slide 2 - Quizvraag
Wat is een erfelijke ziekte?
A
Deze heb je bij je geboorte gekregen
B
Deze krijg je van je ouders
C
Kan ook een handicap zijn
D
Alle antwoorden zijn juist
Slide 3 - Quizvraag
Gerard heeft zijn hele leven al een bloedziekte:
Paul rookt. Hij heeft daardoor een grotere kans op kanker:
Tien leerlingen hebben griep:
Veel mensen binnen Ellens familie hebben diabetes (suikerziekte)
Aangeboren ziekte
Leefstijlziekte
Infectieziekte
Erfelijke ziekte
Slide 4 - Sleepvraag
Infectieziekten zijn ziekten waarmee je anderen kunt besmetten.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quizvraag
Wat is een infectie?
A
Kan ontstaan door organismen die je met het blote oog kunt zien
B
Het is een ontsteking
C
Kan ontstaan door bacteriën
D
Het is het binnendringen van ziekteverwekkende micro-organismen in je lichaam
Slide 6 - Quizvraag
Als je zelf een ziekte meemaakt en immuun wordt heb je:
A
Natuurlijk immuniteit
B
Kunstmatig immuniteit
Slide 7 - Quizvraag
Bij vaccinatie worden er:
A
Verzwakte ziekteverwekkers toegediend
B
Dode ziekteverwekkers toegediend
C
Verzwakte of dode ziekteverwekkers toegediend
D
Verzwakte of levende, actieve ziekteverwekkers toegediend
Slide 8 - Quizvraag
De puberteit is de periode van ongeveer je .........
A
8e tot 12e jaar
B
12e tot 16e jaar
C
12e tot 18e jaar
D
10e tot 16e jaar
Slide 9 - Quizvraag
Wat maakt het groeihormoon en hormonen die de lichamelijk veranderingen in de puberteit laten beginnen?
A
de kleine hersenen
B
de hypofyse
C
de hypothalamus
D
de lever
Slide 10 - Quizvraag
Wie zijn gemiddeld eerder in de puberteit?
A
Meisjes
B
Jongens
Slide 11 - Quizvraag
Een vorm van sociale verandering in de puberteit is dat je
A
je woede uitbarstingen krijgt
B
je borsthaar krijgt
C
over relaties nadenkt
D
graag bij een groepje wilt horen
Slide 12 - Quizvraag
..... is een vorm van geestelijke verandering in je puberteit
A
Eigen kleren kiezen
B
Nadenken over seksualiteit
C
Krijgen van borsten
D
Veel conflicten hebben
Slide 13 - Quizvraag
Sleep de onderstaande secundaire geslachtskenmerken naar het juiste vak (zie boven).
Secundaire geslachtskenmerken
jongen
Secundaire geslachtskenmerken
beiden
Secundaire geslachtskenmerken
meisje
borsten
groeispurt
baard in de keel
bredere heupen
okselhaar
gespierdere lichaamsbouw
schaamhaar
gezichtsbeharing
volgroeien schaamlippen
