Lezing Slumdog Millionaire

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 1

Slumdog Millionaire

Slumdog Millionaire

Ontwikkelingsgebieden

Rood leerdoel 1: Je beschrijft kenmerken van ontwikkelingsgebieden en de situatie van bewoners.

Wit leerdoel 1: Je beschrijft en verklaart verschillen tussen ontwikkelingsgebieden.

Met welke kleur worden
ontwikkelingslanden aangegeven?

armoede.wikispaces.com

A: Natuurlijke omstandigheden kunnen een oorzaak van armoede zijn.
B: Het hebben van kolonies kan een oorzaak van
armoede zijn.

1. A en B zijn beiden juist
2. A en B zijn beiden onjuist
3. A is juist en B is onjuist
4. A is onjuist en B is juist

Oorzaken armoede

Niveau wit

Verschillen arm-arm en arm-rijk

Rood leerdoel 2: Je beschrijft kenmerken van ontwikkelingsgebieden en de situatie van bewoners.

Wit leerdoel 2: Je beschrijft en verklaart verschillen tussen ontwikkelingsgebieden.  

Tekst

Hetzelfde als leerdoel 1 :)

Met welke kleur worden
ontwikkelingslanden aangegeven?

In welk land is de meeste armoede?

1. Nederland
2. Griekenland
3. China
4. Kenia

Nog een keer:
In welk land is de meeste armoede?

1. Polen
2. Gambia
3. Mexico
4. India

www.google.nl

Afhankelijkheid arme en rijke landen

• Rood leerdoel 3 - Je verklaart de afhankelijkheidsrelatie tussen arme en rijke landen.

• Wit leerdoel 3 - Je beschrijft en verklaart de handelsrelaties tussen centrum, semi-periferie en periferie.

Centrum en periferie

• Centrum - rijk en machtig. Veel industrie, hoge lonen en veel werkgelegenheid.
• Periferie - arm en afhankelijk van de centrumlanden. Lage lonen en weinig werkgelegenheid.
• Semi-periferie - Opkomende landen, worden steeds minder afhankelijk van de centrumlanden.

Afhankelijk van het centrum

• Centrumlanden - hoofdkantoren (hoge lonen, goede omstandigheden)
  
• Periferielanden - fabrieken (hard en lang werken, lage lonen, soms slechte omstandigheden).
• Centrum is afhankelijk van periferie en andersom!
  

Wereldhandel

• Handel tussen verschillende landen over de wereld.
• Import - invoer
  
• Export - uitvoer
  

Kenmerken van centrumlanden zijn...

1. Lage lonen, macht en veel macht
2. Hoge lonen en weinig macht
3. Hoge lonen en veel macht

De periferie is afhankelijk van het centrum, maar het centrum niet van de periferie

1. Waar
2. Niet waar

Ontwikkelingssamenwerking

• Rood leerdoel 5 - Je beschrijft kenmerken van ontwikkelingsgebieden en de situatie van bewoners.

• Wit leerdoel 5 - Je beschrijft en verklaart verschillen tussen ontwikkelingsgebieden.

• Rood leerdoel 4 - Je noemt voor- en nadelen van soorten ontwikkelingshulp.

• Wit leerdoel 4 - Je noemt voor- en nadelen van soorten ontwikkelingshulp.

 Millenniumdoelen

•  Afspraken gemaakt in 2000 voor 2015.
• Vooruitgang op gebied van armoede, gezondheid, onderwijs en milieu.
• Slechts drie doelen zijn behaald.

Welk millenniumdoel zou je als eerste aanpakken?

Soorten hulp

• Noodhulp - helpen overleven bij een noodsituatie (na een natuurramp).
• Structurele hulp - langdurige hulp.
• (On)gebonden hulp - er zijn (geen) eisen aan de besteding gesteld.

Welke hulp wordt er vaak direct na een natuurramp aangeboden?

1. Noodhulp
2. Structurele hulp
3. Gebonden hulp
4. Ongebonden hulp

Productiefactoren

De produciefactoren geven aan wat er nodig is om een product te kunnen maken. (KAN)

• Kapitaal
• Arbeid 
• Natuur

Basisbehoeften