10.2 Jaren 90: Sebrenica

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Sebrenica

Programma 

1.  Introductie onderwerp (15 min.)
2. Opdracht perspectieven (20 min.)
3. Perspectieven bespreken (Rest van de les)

Leerdoelen

• Je kunt uitleggen wat de Genocide in Sebrenica inhoudt. 
• Je kunt uitleggen waarom dit onderwerp nog steeds heel gevoelig ligt. 
• Je kent de verschillende perspectieven op de genocide. 
• Je kunt uitleggen welke beweegredenen er achter de verschillende perspectieven zitten. 

De Jaren 90: Optimisme  

Redenen voor Optimisme: 

1.  Val van de Muur en de Sovjet-Unie: Het 'enge' communisme leek verslagen en de het 'vrije' kapitalisme leek overwonnen te hebben. 
2. Dreiging van een grote oorlog verdween: Nederland schafte dienstplicht af, omdat het toch alleen nog maar deel zou nemen aan vredesmissies 
3. Economische voorspoed kwam terug: Nederland als exportland profiteerde van Europese Unie en Globalisering 
4. Ruimte om je te uiten: Verschillende apolitieke jongerenculturen, met hun eigen kleding, muziek en taalgebruik. Bekendste voorbeeld: Gabbers 

De Jaren 90: Pessimisme   

Redenen voor Pessimisme: 

1.  Ellende in de wereld bestond nog steeds: Joegoslavië oorlog en Genocide Rwanda 
2. Vredesmissies kunnen mislukken: Genocide in Srebrenica 
3. Kritiek op multiculturele samenleving: samenleven met verschillende culturen zorgde voor spanningen 

Oorlogen in (voormalig) Joegoslavië 

• Joegoslavië ontstaan na WOII: Hebben zich onder leiding van Tito zelf vrijgevochten van Nazi's (Partizanen) 
• Joegoslavië bestaat uit veel ethniciteiten (Servisch, Kroatisch, Bosnisch) en geloven (Katholiek, Orthodox, Moslim). Wordt onderdrukt door leider Tito
• Na dood Tito valt Joegoslavië uit elkaar: Sommige delen mogen vrij snel onafhankelijk worden (Slovenië, Macedonië), of andere delen ontstaan bloedige oorlogen (Bosnië, Montenegro, Kosovo). Waarom??? 

Opdracht (rest van de les)

Op de gebeurtenissen in Sebrenica zijn nog steeds veel perspectieven. 

1. Jullie gaan bekijken hoe verschillende partijen naar de gebeurtenissen kijken. 
2. Jullie krijgen allemaal 1 perspectief: Servisch, slachtoffers, NL-veteranen. 
3. Onderzoek hoe ze naar de situatie kijken en probeer vooral te bedenken waarom ze juist dit perspectief hebben.