Vapen
1 / 20
Lesduur is: 25 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Vraag 1
Vapen is verboden in Nederland.
Vapen is verboden in Nederland.
A
Ja, vapen is verboden in NL.
B
Nee, vapen is niet verboden in NL.
Slide 3 - Quizvraag
Slide 4 - Tekstslide
Vraag 2
Je mag overal ter wereld vapen.
Je mag overal ter wereld vapen.
A
Dat klopt.
B
Dat klopt niet.
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Vraag 3
Zit er suiker in een vape?
Zit er suiker in een vape?
A
Ja, er zit suiker in een vape.
B
Nee, er zit geen suiker in een vape.
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Vraag 4
Zit er in een vape nicotine?
Zit er in een vape nicotine?
A
Ja, een vape bevat nicotine.
B
Nee, een vape bevat geen nicotine.
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Vraag 5
Vapen is minder schadelijk dan roken.
Vapen is minder schadelijk dan roken.
A
Dat klopt.
B
Dat klopt niet.
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Vraag 6
Onderzoekers weten precies wat de effecten van vapen op de gezondheid zijn.
Onderzoekers weten precies wat de effecten van vapen op de gezondheid zijn.
A
Dat klopt.
B
Dat klopt niet.
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Vraag 7
Kun je van vapen op de intensive care belanden?
Kun je van vapen op de intensive care belanden?
A
Ja
B
Nee
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
Vraag 8
Wie zijn de doelgroep van reclames over vapen?
Wie zijn de doelgroep van reclames over vapen?
A
Jongeren die niet roken of vapen.
B
Ouderen die gewone sigaretten roken.
