Vragers en aanbieders hoofdstuk 1

Vragers en aanbieders
Hoofdstuk 1 

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vragers en aanbieders
Hoofdstuk 1 

Slide 1 - Tekstslide

Vragen??
Crisis??

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Weten hoe de kosten en opbrengsten structuur te berekenen is en welke bedrijfsdoelstellingen er zijn.

Slide 3 - Tekstslide

Marktaandeel
Afzet
Omzet

Slide 4 - Tekstslide

Marktaandeel

Slide 5 - Tekstslide

Opbrengsten en kosten
TO = Totale opbrengst = omzet = verkoopprijs x afzet
TK = Totale kosten = totale constante kosten + totale variabele kosten
Wat is het verschil tussen constante en variabele kosten?

TW = Totale winst = TO - TK

Slide 6 - Tekstslide

Verschil variabele en constante kosten

  • Vaste kosten (constante kosten): zijn kosten die niet afhangen van het aantal geproduceerde goederen of diensten  (huur, gas/water/licht, sommige loonkosten)
  • Variabele kosten: zijn kosten die wel afhangen van het aantal geproduceerde goederen of diensten (materiaalverbruik, brandstof, sommige loonkosten)

Slide 7 - Tekstslide

Break even punt
Break-even punt

Slide 8 - Tekstslide

voorbeeld van bep.
Breakevenafzet is 125 en de breakeven omzet is 5.000

Slide 9 - Tekstslide

Break-even omzet
Als je de break-even afzet weet kun je heel gemakkelijk de break-even omzet berekenen:

break-even afzet x verkoopprijs per stuk

Slide 10 - Tekstslide

Gemiddeldes

GTK = TK / q
GVK = VK / q
GCK = CK / q
GO = Omzet / q




Slide 11 - Tekstslide

Marginale kosten en opbrengsten
De marginale kosten zijn de extra kosten die een onderneming heeft als de productie met één eenheid wordt uitgebreid.

De marginale opbrengsten zijn de extra opbrengsten die een onderneming krijgt bij de verkoop van één extra eenheid. 


Slide 12 - Tekstslide

Maximale winst berekenen 
Bij welke hoeveelheid goederen (=q) verkopen hebben we  maximale winst?
Maximale winst → MO = MK

MO = marginale opbrengst  → MO = GO = P
MK = Marginale kosten  → MK = VK

Slide 13 - Tekstslide

Maximale winst MO=MK

Slide 14 - Tekstslide

Verloop gemiddelde variabele kosten (GVK)

Het verloop van de GVK heeft te maken met de marginale kosten (MK). Dit zijn de kosten per extra product.

- Proportionele variabele kosten: MK = GVK
- Degressieve variabele kosten: MK < GVK
- Progressieve variabele kosten: MK > GVK

Slide 15 - Tekstslide

Twee verschillende bedrijfsdoelstellingen
1. Break even
TO = TK
of GO = GTK

2. Maximale winst
MO=MK

Slide 16 - Tekstslide

Opbrengst, kosten en winst

p       = prijs (price)
q       = hoeveelheid (quantity) = afzet
TO    = Totale Opbrengst = omzet
  • TO = p x q
TCK = Totale Constante Kosten 
             (onafhankelijk van q)
TVK = Totale Variabele Kosten
             (afhankelijk van q)
TK    = Totale Kosten
  • TK  = TCK + TVK
TW   = Totale Winst
  • TO - TK
Gemiddeld en marginaal

GCK = Gemiddelde Contante Kosten
  • GCK = TCK / afzet (q)
GVK = Gemiddelde Variabele Kosten
  • GVK = TVK / afzet (q)
GTK = Gemiddelde Totale Kosten
  • GTK = TK / afzet (q)
  • GTK = GCK + GVK
GO  = Gemiddelde Opbrengst
  • GO = TO / afzet (q)
MO = Marginale Opbrengst
MK  = Marginale Kosten
MW = Maximale Winst als MO = MK!

Slide 17 - Tekstslide

Gezamenlijk maken
1.41 op blz 21

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Maken in de les
1.4/1.9/1.16/1.17/1.22/1.39

Slide 20 - Tekstslide

Lesdoelen behaald?
P/Q/TO/TK/TW/TCK/TVK/GO/GK/GW/GCK/GVK/MO/MK

Slide 21 - Tekstslide