H5 Cosmetische werk en hulpstoffen

Cosmetische hulp- en werkstoffen

Hoofdstuk 5 




1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 1.3 min

Onderdelen in deze les

Cosmetische hulp- en werkstoffen

Hoofdstuk 5 




Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
- Aan het einde van de les kan je in eigen woorden benoemen wat werkstoffen, werkzame stoffen en werkstofcomplexen zijn.

- Aan het einde van de les kan je in eigen woorden benoemen wat cosmetische hulpstoffen (Conserveringsmiddelen, geurstoffen, kleurstoffen, emulgatoren) zijn.


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In deze LessonUp 
  • Grondstoffen
  • Hulpstoffen
  • Werkstoffen, werkzame stoffen en werkstofcomplexen  

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grondstoffen 
Herhaling! 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grondstoffen zijn de basis van cosmetische producten. De belangrijkste grondstoffen zijn?

Slide 6 - Woordweb

Water, vet, olie of was
Van welke afkomst worden grondstoffen voor cosmetische producten gebruikt?
A
Plantaardige, synthetische en minerale afkomst
B
Plantaardige, dierlijke en synthetische afkomst
C
Plantaardige, dierlijke en minerale afkomst

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Plantaardige grondstoffen
  • Afkomstig van bloemen, bomen, planten of vruchten
  • Doordringen tot de levende huidlagen
  • Vaak huidvriendelijk, verzachtende werking op de huid en kunnen goed water opnemen. 
  • veel vitamines, mineralen! 
  • Voorbeeld: Druivenpitolie en jojobaolie 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plantaardige stoffen kunnen snel oxideren, wat betekent oxideren?
A
Een reactie waarbij het product over de datum gaat
B
Chemische reactie waarbij een stof reageert op zuurstof
C
Wanneer een stof waterig wordt

Slide 9 - Quizvraag

Belangrijk: Manier waarom een product ook wordt verpakt.
Dierlijke grondstoffen
  • Meer (verzadigde) vetzuren 
  • Voorbeelden: Bijenwas en lanoline 

--> Bijenwas is rijk aan vitamine A, goed voor huidherstel en wondgenezing
--> Lanoline wordt goed opgenomen door de hoornlaag en kan veel water vasthouden. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Minerale grondstoffen
  • Door aardrijkskundige processen, bijvoorbeeld aardbodem
  • Lichaamsvreemd, waterafstotend en dekken de huid af
  • Voorbeeld: Vaseline, paraffine 
  • Doordat ze goed vuil kunnen oplossen vaak in reinigende producten!  

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Synthetische grondstoffen
  • Kunstmatig/door de mens gemaakt
  • Is goedkoop en altijd dezelfde kwaliteit
  • Synthetische stoffen zijn niet persé slecht door de EU! 
  • voorbeeld zijn siliconen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hulpstoffen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hulpstoffen
Hulpstoffen verbeteren een product, maar zorgen ervoor dat de werking van het product niet verandert. 

De belangrijkste hulpstoffen in cosmetische producten zijn geurstoffen, kleurstoffen, conserveringsmiddelen en emulgatoren.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geurstoffen
Geurstoffen worden toegevoegd om de producten lekker te laten ruiken.
Op de verpakking word dit aangegeven als “ fragrancy” .
Een te hoge dosering van geurstoffen kunnen ook weer een irritatie veroorzaken op de huid.
Daarom is de dosering laag.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke geurstoffen ken jij al?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kleurstoffen
Als er kleurstoffen in cosmetica verwerkt worden, moeten ze op een lijst staan die door de EU goedgekeurd is. Anders mogen ze niet gebruikt worden.

Deze kleurstoffen worden ook wel eens E-nummers genoemd. 
Voorbeeld: Make-up, maar ook shampoo

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de werking van conserveringsmiddelen?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Conserveringsmiddelen
Om te voorkomen dat producten snel bederven, worden er conserveringsmiddelen toegevoegd. Conserveringsmiddelen zorgen ervoor dat schimmels en bacteriën niet kunnen groeien.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Conserveringsmiddelen

-De werking die deze stoffen moeten hebben zijn: 

- Antioxiderend  

- Schimmelwerend  

- Bacterie werend  

- Bacterie dodend.  

Ze mogen ook de werking van het product niet beïnvloeden. Dus er mag niet een te hoge concentratie van deze conserveringsmiddelen in de producten zitten.   

 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

“Hoe meer conserveringsmiddelen er in een product zitten, hoe beter dit is voor het product.”
Juist of onjuist?

Slide 21 - Open vraag

Hoe meer conserveringsmiddelen er in een product zitten, hoe minder de werkstoffen hun werk kunnen doen. Dit komt omdat het percentage werkstoffen dan lager is. Hierdoor kunnen deze minder hun werk doen. Er mogen daarom niet te veel conserveringsmiddelen in een product zitten. Dit is zelfs vastgelegd in de wet- en regelgeving.
Emulgator
  • Zorgt ervoor dat stoffen in een product aan elkaar binden
  • Zorgt ervoor dat werkstoffen goed de huid in kunnen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

“Hulpstoffen zijn ALTIJD synthetische stoffen.”
Juist of onjuist?

Slide 23 - Open vraag

Onjuist!
Hulpstoffen kunnen zowel natuurlijk als synthetisch zijn. Een kleurstof kan bijvoorbeeld gemaakt zijn in een fabriek, zoals tartrazine, dat een gele kleur geeft. Het kan ook gemaakt zijn van natuurlijke producten, zoals de roze kleur uit rode bieten.
Werkstoffen

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkstoffen
Cosmetische producten bevatten werkstoffen en werkzame stoffen.
Werkstoffen: Zijn in kleine dosering werkzaam op de huid. Gunstige invloed op de levende cellagen. Verhogen de werkzaamheid van het cosmetisch product.
voorbeelden: vitamines, hormonen, enzymen, mineralen
 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkzame stoffen

-werkzame stoffen werken oppervlakkig op de huid. Zij dringen niet door tot de levende cellagen.  
- Voorbeeld zijn kruidenaftreksels en bloemenextracten.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn voorbeelden van werkstoffen?
A
vetten en mineralen
B
mineralen vitamines
C
oliën en vitamines

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

“Werkstoffen en werkzame stoffen zijn hetzelfde.”
Juist of onjuist? En leg uit waarom!

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Werkstofcomplexen
Hebben een dierlijke of plantaardige oorsprong.

We noemen het een complexen omdat en meerdere werkzame stoffen inzitten, en kan dus ook verschillende werkingen hebben. 



Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht werking van de werkstoffen
Maak voor jezelf een lijstje/mindmap met de werking per werkstof. Deze werkstoffen vind je op Beauty Level! 
Verwerk hierin;
  • Doorbloedend
  • Regenererend
  • Adstringerend (samentrekken)
  • Desinfecterend
  • Hydraterend
  • Kalmerend

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afronden hoofdstuk 5

  • Grondstoffen
  • Hulpstoffen (geurstoffen, kleurstoffen, conserveringsmiddelen, emulgatoren)
  • Werkstoffen, werkzame stoffen en werkstofcomplexen

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

leerdoel
- Aan het einde van de les kan je in eigen woorden benoemen wat werkstoffen, werkzame stoffen en werkstofcomplexen zijn.

 

- Aan het einde van de les kan je in eigen woorden benoemen wat cosmetische hulpstoffen (Conserveringsmiddelen, geurstoffen, kleurstoffen, emulgatoren) zijn.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg in je eigen woorden uit wat cosmetische hulpstoffen zijn!

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg in je eigen woorden uit wat werkstoffen, werkzame stoffen en werkstofcomplexen zijn!

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wil je extra oefenen? 
https://quizlet.com/303334180/flashcards

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies