Waarden en Normen

Levensbeschouwing
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

Onderdelen in deze les

Levensbeschouwing

Slide 1 - Tekstslide

Het nut...
De wereld om je heen begrijpen
Jouw eigen mening beter kunnen uitleggen
Leren omgaan met meningen waar je het niet mee eens bent

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Mening geven
  • Alle meningen mogen;
  • Alle meningen worden bevraagd;
  • Alle meningen worden bekritiseerd;
  • Grenzen worden aangebracht aan de 'manier waarop' je jouw mening uit.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Als iets mag in onze samenleving, betekent dit dan automatisch dat je het ook kan/moet doen?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quizvraag

Wat is normaal?

Slide 7 - Woordweb

Korte herhaling
Levensvragen = 
Theïsme = 
Atheïsme = 
Agnosticisme = 
Monotheïsme = 
Polytheïsme = 

Slide 8 - Tekstslide

Korte herhaling
Levensvragen = trage vragen, waar je lang over na moet denken
Theïsme = geloof in een God/het goddelijke
Atheïsme = geloof dat er geen God bestaat
Agnosticisme = weet niet of er iets goddelijks is
Monotheïsme = geloof in één God
Polytheïsme = geloof in meerdere goden

Slide 9 - Tekstslide

Mijn levensbeschouwing is het beste te omschrijven als...
timer
0:10
A
Theïsme
B
Atheïsme
C
Agnosticisme
D
Weet ik eigenlijk niet

Slide 10 - Quizvraag

Hoor jij bij de meerderheid of de minderheid?
  • Christendom - 2,2 miljard
  • Islam - 1,8 miljard
  • Hindoeïsme - 900 miljoen
  • Traditioneel - 832 miljoen
  • Boeddhisme - 376 miljoen
  • Jodendom - 14 miljoen

Slide 11 - Tekstslide

Waarden en normen
Loze begrippen of de basis van onze samenleving?

Slide 12 - Tekstslide

Een waarde is...
A
... een standpunt over wat uiteindelijk belangrijk is
B
... een bepaalde verwachting over gedrag
C
... wat een groep belangrijk vindt
D
... een ideaal

Slide 13 - Quizvraag

Een norm is...
A
... wat een groep belangrijk vindt
B
... wat normaal gevonden wordt
C
... een standpunt over wat uiteindelijk belangrijk is
D
... een bepaalde verwachting over gedrag

Slide 14 - Quizvraag

Welke waarde (maximaal 3) vind jij het belangrijkste?

Slide 15 - Woordweb

Top 3 samenvoegen
  • elke leerling in de klas werkt samen met 2 leerlingen die thuis zijn
  • Maak een nieuwe Top 3, waar jullie het met z'n drieën over eens zijn;
  • Volgende stap: Top 3 van de klas.
timer
7:00

Slide 16 - Tekstslide

Belangrijkste waarden

Slide 17 - Woordweb

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

 Etiquêtte
Normen 2.0
Hoe hoort het?

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Opdracht:
  • In de klas filmpje bekijken van een ruzie;
  • Wie van de twee vrouwen geef jij gelijk? En waarom?
  • Wie houdt zich het meest aan de etiquêttes? Waar zie/hoor je dat aan? 
  • Wie behandelt wie gelijkwaardig? Waar zie/haar je dit aan?
  • Welke waarden vinden beide vrouwen belangrijk? En waar zie je dit aan?

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Wie heeft gelijk?
A
Fajah
B
Romana

Slide 24 - Quizvraag

Opdracht 
Vrijheid = 
Gelijkheid & gelijkwaardigheid = 
Naastenliefde = 
Solidariteit = 

Etnocentrisme = je beoordeelt andere culturen met de normen en waarden van je eigen samenleving
Polycentrisme = er zijn verschillende machtscentra in de wereld


Slide 25 - Tekstslide

De multiculturele samenleving
Mythe of (on)mogelijk?

Slide 26 - Tekstslide

Aanpassen of niet:
  • Assimilatie;
  • Integratie;
  • Multiculturalisme
Jouw houding:
  • Etnocentrisme
  • Polycentrisme
  • Xenofilie / Xenofobie


--> Stereotypering

Slide 27 - Tekstslide

De Nederlandse samenleving kan alleen bestaan als...
A
nieuwkomers assimileren
B
nieuwkomers intergreren
C
iedereen het multiculturalisme accepteert

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

De Nederlandse samenleving kan alleen bestaan als...
A
nieuwkomers assimileren
B
nieuwkomers intergreren
C
iedereen het multiculturalisme accepteert
D
iedereen zijn eigen mening daarover mag zeggen

Slide 33 - Quizvraag

Je bent Nederlandser als...
A
jij je Nederlander voelt
B
jij je houdt aan de Nederlandse waarden en normen
C
je binnen de grenzen van ons land woont
D
je een Nederlands paspoort hebt

Slide 34 - Quizvraag

Romeinse tijd

Slide 35 - Tekstslide

18e eeuw

Slide 36 - Tekstslide

Willem I

Slide 37 - Tekstslide

Nu

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video