G5 BE1_Financiering & Verslaglegging-H4

Bedrijfseconomie G5
Financiering & Verslaglegging
H4
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bedrijfseconomie G5
Financiering & Verslaglegging
H4

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorspelbaar gedrag?
De les is begonnen, als ik ben begonnen (programma op bord geschreven). 
Te laat? Haal een groene kaart.

Iedereen heeft materiaal mee, eigen device, dat werkt en opgeladen is. 
Verder heb je pen & papier mee (schrift voor dit vak of klapper met 
ringband papier). Wie schrijft die blijft? (niet in orde: 'boeken vergeten' in Magister.)

Telefoon is opgeborgen, mag in de 'telefoontas'. Zie ik je mobiel wel? 
Zonder mopperen inleveren, einde van de dag ophalen bij 
verzuimcoördinator. (Alles op je device mag, indien passend bij les)


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Na vandaag, 
weet je wat in (bedrijfseconomische zin):


Spoorboekje
  • Voorspelbaar gedrag
  • HW vorige keer LearnBeat:  in Learnbeat H3 







Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ondernemingsvorm en aandeelhouders
  1. BV = een besloten vennootschap 
  2. NV = naamloze vennootschap
zijn ondernemingsvormen waarbij het privégeld van de eigenaren en het geld van de onderneming gescheiden zijn. De eigenaren zijn aandeelhouders. Het geld dat zij in de zaak steken is hun aandeel.

  • !Belangrijk: Aandelen van een bv worden niet vrij verhandeld. Van een nv worden de aandelen verhandeld op de effectenbeurs.
  • Een BV en NV betalen over hun winst vennootschapsbelasting

Slide 5 - Tekstslide

Een BV en NV betaald over de winst vennootschapsbelasting
Aandelen
aandelenkoers: De prijs waarvoor een aandeel verkocht wordt.

Het stijgen en dalen van die koers geeft een indruk hoe goed het gaat met het bedrijf. Door te beleggen loop je risico. Maar meer dan je belegging kun je niet verliezen. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eigen vermogen berekenen
Bezit - schuld = eigen vermogen

(Balans is een overzicht van bezittingen, schulden en het eigen vermogen op een bepaald moment)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderdelen eigen vermogen
Maatschappelijke aandelenkapitaal - aandelen in portefeuille = geplaatst aandelenkapitaal. 

Staat altijd tegen de nominale waarde op de balans! 

Wat als je de aandelen boven pari verkoopt? 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

We gaan aandelen maken
10.000.000 aandelen kapitaal

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

We gaan aandelen maken
Wat is het EV?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

We gaan aandelen maken
Wat is het EV?
(boven pari plaatsen)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Agioreserve 
Bij het verkopen van aandelen boven pari (oftewel boven  de nominale waarde) ontstaat er een agio reserve 

Deze agio reserve is onderdeel van het eigen vermogen en staat aan de creditzijde op de balans 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Preferente aandelen
Sommige aandelen hebben voorrang op een bepaald gebied, dit zijn de preferente aandelen. 
Hebben voorrang op:
  • Winstuitkering
  • Zeggenschap
  • Uitkering bij liquidatie

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Jansen NV heeft een maatschappelijk aandelenkapitaal van €2000.000 waarvan € 1.500.000 is geplaatst. Alle aandelen hebben een nominale waarde van €25. Jansen NV besluit voor nominaal €200.000 aandelen te plaatsen tegen een koers van €85,-. 
Verwerk de plaatsing van de aandelen op de balans. Welke balansposten nemen toe en met hoeveel? 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderdelen eigen vermogen

- Geplaatst aandelenkapitaal

- Agioreserve

- Herwaarderingsreserve

- Wettelijke en statuaire reserves

- Overige reserves

- Onderdeelde winst (winst na vennootschapsbelasting)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Download een jaarverslag
Samen eentje bespreken


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving:
winstuitkering aan aandeelhouders
A
Koers
B
Dividend
C
Vennootschapsbelasting
D
Effectenbeurs

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als een BV of NV failliet gaat is de eigenaar van de onderneming
A
het geïnvesteerde geld in de onderneming kwijt
B
het geïnvesteerde geld in de onderneming kwijt. Ook wordt hij op zijn privé-vermogen aangesproken

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Artikeltje

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze week
Planning tot aan toets 27-3 
Stof voor de toets: 'Onderdelen van lesbrief 'Financiering en Verslaggeving' (H1/H2 op toets)

D-toetsen / casus zijn nuttig maar niet meegenomen in deze planning (wellicht goed voor oefenen voor de toets!)

In LearnBeat aan H1 werken!

Verdelen van resterende blokuren, keek op de week
 

 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies