Basis/Kader Theorie 22/09 1 en 4e naamval anwenden

Voorzetsels 4e naamval
Zet alvast in je agenda woensdag 6 oktober toets hoofdstuk 9. Lernübersicht 134, 135 en 136.
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Voorzetsels 4e naamval
Zet alvast in je agenda woensdag 6 oktober toets hoofdstuk 9. Lernübersicht 134, 135 en 136.

Slide 1 - Tekstslide

Was machen wir heute?
Wiederholung 1e en 4e naamval plus voorzetsels 4e naamval
(Haus)aufgaben machen

Toets inplannen!!!!

Slide 2 - Tekstslide

Ziel 
Je kunt het persoonlijk voornaamwoord in de vierde naamval gebruiken.
Je kunt de voorzetsels met de vierde naamval gebruiken
Toets inplannen

Slide 3 - Tekstslide

Was wissen wir noch?

Slide 4 - Tekstslide

Sleep het juiste Duitse persoonlijk voornaamwoord naar het
Nederlandse persoonlijk voornaamwoord in de 4e naamval
u
haar
hem
het
jou
ons
jullie
hen
mij
Sie
uns
ihn
euch
dich
sie
es
sie
mich

Slide 5 - Sleepvraag

Jana hat (haar) geküsst.
A
sie
B
ihr
C
dich
D
es

Slide 6 - Quizvraag

Hast du (ons) gerufen?
A
uns
B
wir
C
euch
D
dich

Slide 7 - Quizvraag

Mein Bruder hat (jullie) abgeholt.
A
ihr
B
Sie
C
euch
D
uns

Slide 8 - Quizvraag

Morgen besuchen meine Kinder (jou).
A
du
B
mich
C
euch
D
dich

Slide 9 - Quizvraag

(hem) haben wir seit gestern nicht mehr gesehen.
A
dich
B
ihn
C
euch
D
er

Slide 10 - Quizvraag

Koppel de juiste vertaling van de voorzetsels met de vierde naamval aan elkaar
door
voor
zonder
om
tegen
durch
für
ohne
um
gegen

Slide 11 - Sleepvraag

Ist diese Uhr wirklich für (mij) ....?

Slide 12 - Open vraag

Hier, das beste Zimmer ist für (u) .... reserviert.

Slide 13 - Open vraag

Ohne (jou) kann ich nicht leben

Slide 14 - Open vraag

Ich habe das Bett für (ons) ..... gekauft.

Slide 15 - Open vraag

Ich habe gegen (haar) gekämpft

Slide 16 - Open vraag

Haben deine Eltern wirklich ein Auto für (jou) ........ gekauft?

Slide 17 - Open vraag

Werkwoord haben
Met een stift op het bord schrijven!!!!
Maak Aufgabe 27 Seite 27

Slide 18 - Tekstslide

(Haus)aufgaben machen
Aufgabe 21, Seite 118
https://www.youtube.com/watch?v=ohHJjPSsW8c
Aufgabe 25, Seite 120
Aufgabe 26 Seite 121
Fertig; leer alvast je woordjes achterin het hoofdstuk of ga naar quizlet.


Slide 19 - Tekstslide

Was haben wir heute gelernt?

Slide 20 - Tekstslide

Nächste Stunde 
Je kunt de ich-, auch- en chs-laut goed uitspreken.
Je kunt algemene vragen stellen en antwoord geven over boodschappen. 

Slide 21 - Tekstslide

Quizlet live
https://quizlet.com/nl/613553776/einkaufen-woordjes-1-12-flash-cards/

Slide 22 - Tekstslide

Kahoot
https://create.kahoot.it/details/53415f6c-57f9-4755-b45b-c40d635430a8

Slide 23 - Tekstslide