Br7 Herstelles

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Difficult grammar rules

Have you watched the pressconference?

Planning for today:
Date (recap)

Time (recap)

To be going to (recap)

Plural form (recap)

Lesson goals
Aan het einde van de les:

- kan je in het Engels vertellen wat de datum is.

Maandag 11 januari schrijf je volledig uit in het Engels als volgt:

1. Monday the 11th of January
2. Monday the eleventh of January
3. Monday the 11 of January
4. Monday the eleven of January

Bij datumnotering in het Engels is het belangrijk om de volgende onderdelen goed te kennen:

1. Dag van de week

2. De rangtelwoorden

3. De maand van het jaar

(1) Monday the (2)eleventh of (3)January

Vertaal:
dinsdag 13 februari

Vertaal:
vrijdag 28 juni

Vertaal:
donderdag 8 oktober

Vertaal:
woensdag 31 juli

Vertaal:
zaterdag 12 mei

Telling the time in a complete sentence.

What is the time?

Telling the time in a complete sentence.

What is the time?

It is a quarter to twelve.

Let op interpunctie! 

Hoofdletter aan het begin van de zin en een punt aan het einde van je zin.

What is the time?

What is the time?

What is the time?

What is the time?

What is the time?

How to use: To be going to

Of als iets zeker gebeurt

Je gebruikt het wanneer je iets van plan bent

I am going to pay attention.

If I don't pay attention, I am going to fail the test.

I                             study for the test

You                            study for the test

He/She/It                       study for the test 

We/You/They                           to study for the test

am going to

are going to

is going to

are going to

I                                     study for the test

You                                       study for the test

He/She/It                                   study for the test 

We/You/They                                   to study for the test

am not going to

are not going to

is not going to

are not going to

Stel de zin vragend:
I am going to study for the test

Stel de zin vragend:
You are going to study for the test.

Plural form

Basis regel: 'noun' + s

Maar er zijn ook uitzonderingen!

one apple, two apples.

Wat is de meervoudsvorm van:
car

Wat is de meervoudsvorm van:
house

Wat is de meervoudsvorm van:
bus

Let op!

als een 'noun' eindigt op een S, CH, SH, X, O of Z is de regel:

'noun' + es

One bus, two buses. One match, two matches

One dish, two dishes. One box, two boxes.

One hero, two heroes.

Wat is de meervoudsvorm van:
flash

Wat is de meervoudsvorm van:
fox

Wat is de meervoudsvorm van:
leaf

Let op!

Als een 'noun' eindigt op een F of FE is de regel:

'noun' + VES

One leaf, two leaves.

On life, two lives.

Wat is de meervoudsvorm van:
knife

Wat is de meervoudsvorm van:
mouse

Wat is de meervoudsvorm van:
city

Let op!

Als een noun eindigt op een medeklinker + Y is de regel:

'noun' + ies

One city, two cities. 

One story, two stories

Wat is de meervoudsvorm van:
party

Wat is de meervoudsvorm van:
fish

Wat is de meervoudsvorm van:
wolf

That was it for the first part of the lesson!

Up next: zelfstandig werken

Read chapters 5-8 of James the Giant Peach and answer the google form questions (link on google classroom)

That was it for oday!

How did it go? Type any feedback you have in the chat

Lesson goals
Aan het einde van de les:

- Kan je in het Engels vertellen wat de datum is

Homework
Questions on Chapters 5-8 on James the Giant Peach

Geef hier 1 tip en een top