TEER - temporele en ruimtelijke setting

Temporele en ruimtelijke setting
Gwen Michels & Céleste Fouarge
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Temporele en ruimtelijke setting
Gwen Michels & Céleste Fouarge

Slide 1 - Tekstslide

Temporele setting

Slide 2 - Tekstslide

Tijdsaanduidingen
Indirecte tijdsaanduidingen:
‘Ik haastte me terug naar de auto toen de vurige hemel pikzwart werd. Want verlies jezelf in wat je weigert te benoemen en ook jij houdt op te bestaan.
‘Nu rijd ik naar huis. Het zwarte asfalt weerkaatst de ochtendzon die verblindt.’ (blz. 5)

Directe tijdsaanduidingen:
‘We waren om zeven uur al aan het water, want even langer onder deze zon en zelfs het strand lijkt een woestijn’ (blz. 11)

Exact/vaag tijdsverloop:
Je weet niet altijd hoeveel tijd er tussen de passages en hoofdstukken is verstreken. Soms lijkt het alsof er een stuk mist en dan lijkt het weer of je weer een stuk terug in de tijd gaat. 

Slide 3 - Tekstslide

Historische tijd
‘‘Enkele zomers geleden stopte de Palestijnse Autoriteit onder president Mahmoud Abbas de betaling voor elektriciteit in de Gazastrook,’ zeg ik hardop.’ (blz. 12)

Bovenstaande speelde in het jaar 2017.

‘Het ochtendjournaal opent onder anderen met rellen in de hoofdstad van Paraguay en de ontdekking van een mogelijk leefbare planeet, te ver hier vandaan om hem in mijn leven te kunnen bereiken, al zou ik vandaag nog vertrekken.’ (blz. 179)

De rellen in Paraguay waren in september 2021.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

Ruimtelijke setting

Slide 6 - Tekstslide

No Name, Colorado, USA. Toen ik er uit de auto stapte, was ik verbaasd met beide voeten in de zachte rode aarde te staan.’ (blz. 5)
‘In de Atheense metro wappert mijn haar over mijn gezicht.’ (blz. 156)
‘Op het vliegtuig naar Iran ontmoet ik Nooshin, een architecte uit Esfahan. Ze nodigt me uit voor een fietstocht door haar stad. We fietsen over de prachtige bruggen en langs de oevers van de Zayandeh-rivier die nu zo droog staat als de woestijn.’ (blz. 169)
‘Deze stad was ooit een dorp en alles begon met een stok in de aarde en een witte lap wapperend in de wind: hier is water. Het stroomt landinwaarts, tussen dadelpalmen en granaatappelbomen.’ (blz. 68) 
‘Mijn moeders huis ligt niet zo ver van de zee. In een wijk langs een lange laan die de stad inloopt met hoge populieren aan weerszijden. Aan het eind staat een kubistische kerk, aan het andere een oude molen.’ (blz. 96)
Asunción. De stadsnaam schept de verwachting dat alles ten hemel gedragen wordt. Toch gaat ook hier de zon onder. (blz. 180-185)
‘Ik doop mijn dikke teen in de Dode Zee. Ik leg me te drijven. Drie straaljagers doorboren de blauwe hemel. (blz. 193) (Gazastrook?)
‘Ik bracht mijn achtste verjaardag door aan de kust in mijn vaderland, slapend op de vloer van wat een zomerhuis moest voorstellen. De grijze betonnen structuur herinnerde aan wat had kunnen zijn maar nooit was en werd bewoond door kakkerlakken en hagedissen. Op het einde van de straat was het strand.’ (blz. 10)
‘Tien jaar later keerde hij terug en opende een café - de eerste zaak in de stad die een bordje met ‘Interdit aux Nord-Africainsvoor de deur hing.’ (blz. 140)
‘Hetzelfde beeld, maar op grotere schaal in mijn vaderland: ik liep een keer verloren in de souk.’ (blz. 31)
‘Ik loop met Levi de boulevard af naar de stadsrand waar taxi’s stof verzamelen. Het duurt een tijdje voor we iemand vinden die ons de woestijn wil inrijden.’ (blz. 124)
Gemarkeerde, diffuse, expliciete en impliciete ruimte
Toen iedereen het klaslokaal verlaten had voor de speeltijd, schoof ik de brief in de rugzak van Jens. (...) Tot de jongen uit de laatste klas, Dries, me een liefdesbrief schreef. (blz. 99-100)
‘We zitten achter in een busje met enkele Israëlische toeristen die op weg zijn naar een yogacentrum in de bergen. We reizen door een kleurrijk landschap. Bananenplantages verhullen de wereld onder een dik sappig groen.’ (blz. 161)

Slide 7 - Tekstslide

Spiegeling van gebeurtenissen in ruimtelijke elementen
Parallelle spiegelingen
Momenten dat Imène zich in een focusgroep begeeft. Zij meet zich voortdurend een andere identiteit aan, die overeenkomt met haar eigen gevoelens over haar identiteit.


Antithetische spiegelingen
Op het moment dat zij met Sal in het busje zit ergens in een kleurrijk en levendig landschap in de bergen. Dit komt namelijk niet overeen met hoe zij zich op dat moment voelt.

In H11 stapt Imène in het vliegtuig, ze zit naast Frederico. Later loopt ze met hem door Rome, zijn appartement binnen. (blz. 80-84)

Slide 8 - Tekstslide

Functies van ruimte
“Niet alleen vallen vertrekken, dorpen, steden, de natuur eronder, maar ook bijvoorbeeld het bredere tijdskader waarin de geschiedenis zich afspeelt [...]; dat tijdsbeeld wordt meestal vormgegeven door middel van ruimtelijke beschrijvingen. Tot de ‘ruimte’ behoort verder niet alleen de zichtbare omgeving, maar ook alles wat daarin te horen, te ruiken of zelfs te voelen valt, zoals [...] muziek, of het weer [...]. Voorts behoort niet alleen de waarneembare ‘werkelijkheid’ ertoe, maar ook bijvoorbeeld de omgeving in een herinnering, een droom of een hallucinatie van een personage.” 
(Van Boven & Dorleijn 2003, p. 289)
 

Zeven functies:

1. Ruimte bepaalt de handeling
2. Sfeerschepping
3. Compositieprincipe
4. Karakterisering personages
5. Semantische waarde centrale betekenis
6. Semantische waarde op zichzelf
7. Symbolische functie


Slide 9 - Tekstslide

1. Ruimte bepaalt de handeling

Slide 10 - Tekstslide

2. Sfeerschepping
‘Ik weet niet goed waar in de stad ik me bevind, maar loop een donkere kroeg binnen, ergens weggestopt in deze doolhof van steegjes.’ (blz. 136)
Deze ruimte heeft een beetje een grimmige sfeer, waarin de hoofdpersoon zich wel vaker bevindt. Vaak eindigt dit dan in een vrijpartij met een man die ze op dat moment heeft leren kennen. 

‘Ik zag hoe de sterren een verwrongen waterman vormden die de oceaan uit de hemel goot. Het was pikdonker. Zandkristallen weerkaatsten het licht van de fonkelende sterren en de horizon, een grens zoals alle grenzen en dus altijd in beweging, verdween. Ik leek wel te zweven in sterrenstof.’ (blz. 173)
Deze ruimte heeft in tegenstelling tot bovenstaande juist een mooi en rustgevend beeld. 

Een donderslag doet me opschrikken. Dan de bliksem en een vonk in Levi’s ogen wanneer de regen door het dak dreunt. ‘We gaan goed slapen vannacht’, zegt hij. Het heelal huilt en we verdrinken in zijn tranen.’ (blz. 200) 
Vooral de laatste zin zegt iets over hoe Imène zich op dat moment voelt. Ze is alleen (met Levi) in een hotel in Glenwood Canyon waar ze alleen maar binnen zitten. Dit geeft een verdrietige sfeer, net zoals het weer. 

Slide 11 - Tekstslide

3. Compositie-principe
‘Vega neemt me mee naar een nieuwe exporuimte voor een privéfeestje…We dansen met vijf vreemden rond een betegelde tafel waarvan ik niet kan zeggen of het kunst is of Ikea…Hij laat me achter in mijn hoekje. Zijn vrouw is net tegen de vloer geknald en hij snelt haar te hulp. Ik ga op zoek naar Vega. Die snuift coke boven op het bureau. De kerel naast hen is zo high dat hij tegen een enorme opgezette beer leunt en zo door het raam twee verdiepingen naar beneden valt. Daar ligt hij, de beer knuffelend, rollend over glasscherven op het koertje. Zijn schelle lach snijdt door de nacht.’ (blz. 142-143)

Twijfel over de volgende:
'Mijn moeder zette me in mijn vuile kleding in de badkuip en liet de warme douche drie kwartier lang over me heen stromen. (...) 'Ik zei toch dat je bij jongens vandaan moest blijven!' (blz. 196-196)
Steeds wanneer Imène bij water in de buurt is, is Levi daar (opeens) ook, of ze denkt aan hem, of ze doet iets 'raars', zoals wegrennen van degene met wie zij op dat moment samen is of met haar kleren aan in de Dode Zee gaan liggen. Staan Levi en water met elkaar in verband? Heeft dit iets te maken met bovenstaand fragment?

Slide 12 - Tekstslide

4. Karakterisering personages
‘De kots is nu een kortsige vlek in bed en er lijkt een donsje op te zitten. Groeit schimmel zo snel? Of is het gewoon wat van Salems vacht? Doorheen de flat liggen enkele nieuwe hoopjes braaksel en Salem zit helemaal onder mijn bed weggestopt.’ (blz. 14)
In H3 belt Imène Tiras op. Hij wil meteen langskomen. Pas dan gaat ze haar huis schoonmaken. Wanneer hij aanbelt, is alles schoon, behalve zijzelf.

‘Het balkon is bezaaid met sigarettenpeuken die herinneren aan al onze ontmoetingen.’ (blz. 59)

‘Thuis ga ik op mijn zompige matras in de regen liggen. De sigarettenpeuken drijven rond en een waterval stroomt van mijn slaapkamerdak.’ (blz. 61)

‘Ik zit op bed en eet terwijl hij de lege doos in brand steekt. Ik ben bang dat mijn kamer in vlammen zal opgaan. Ik trek mijn laarzen uit wanneer ik mijn modderige voetsporen op het tapijt zie.’
(blz. 94) 
Het appartement van de hoofdpersoon wordt niet erg uitvoerig beschreven. Af en toe wordt er kort iets verteld, en dit is dan vooral iets dat nogal ‘smerig’ is, zoals hierboven. Hieruit valt dus op te maken dat ze niet veel om properheid geeft.

Slide 13 - Tekstslide

5. Semantische waarde centrale betekenis
Iedereen rond de tafel vandaag beantwoordt aan het profiel vijfentwintig tot vijfendertig jaar oud, actieve stadsmens, materialistisch maar met aandacht voor het milieu. We moeten gedurende enkele uren twee paar sneakers testen. (blz. 65)
Hoofdpersoon neemt vaak deel aan focusgroepen. Hier meet ze zich iedere keer een andere persoonlijkheid aan, iets dat weer terugverwijst naar de vraag waar zij overduidelijk mee zit: wie ben ik?

Slide 14 - Tekstslide

6. Semantische waarde op zichzelf
Speelt zich vooral af in een stad in het Midden-Oosten. Is waarschijnlijk ook de afkomst van (de ouders van) de hoofdpersoon.

Slide 15 - Tekstslide

7. Symbolische functie
'Ik houd van luchthavens. Tastbare transitie en tijdelijkheid. (...) Mensen komen en mensen gaan.' (blz. 80)
Later, in H20, is Imème weer op een vliegveld. Een grensagent vraagt haar 'Wie ben je?' en er lijkt iets met haar paspoort aan de hand te zijn.

Heeft de plaats 'No Name' in Colorado een betekenis?

‘Er zijn koraalduivels in deze wateren. Iemand vertelde me dat ze hier niet thuishoren.’
(blz. 164)
De taxonomie van de koraalduivel erg ingewikkeld en er bestaat geen consensus over. Dit kan verwijzen naar de hoofdpersoon: wie is zij en hoe zit zij in elkaar? Dit weet zij zelf naar alle waarschijnlijkheid ook niet. 

De heremietkreeft (blz. 164)

Slide 16 - Tekstslide