Paragraaf 3

Economie H3 paragraaf 3
  1. Je weet voor wie een cao geldt en wat erin geregeld is.
  2. Je kunt met gegeven informatie het nettoloon berekenen.
  3. Je weet hoe in de wet het minimumloon geregeld is.
  4. Je weet welke wetten jou als werknemer kunnen beschermen.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Economie H3 paragraaf 3
  1. Je weet voor wie een cao geldt en wat erin geregeld is.
  2. Je kunt met gegeven informatie het nettoloon berekenen.
  3. Je weet hoe in de wet het minimumloon geregeld is.
  4. Je weet welke wetten jou als werknemer kunnen beschermen.

Slide 1 - Tekstslide

CAO
Collectieve arbeidsovereenkomst.
In een cao staan de arbeidsvoorwaarden die gelden voor iedereen in een bepaalde bedrijfstak.

Een bedrijfstak is een groep gelijksoortige bedrijven, bijvoorbeeld de bouw, de detailhandel (winkelbedrijven) of de gezondheidszorg.


Slide 2 - Tekstslide

Geef voorbeelden van wat in een CAO staat

Slide 3 - Woordweb

Opdracht
Welke twee partijen maken samen afspraken voor een CAO?

Slide 4 - Open vraag

Arbeidsovereenkomst
In je arbeidsovereenkomst staat hoeveel je brutoloon is. Dit is het loon dat je werkgever met jou afgesproken heeft.

Van het brutoloon moet de werkgever loonbelasting en sociale premies aan de overheid betalen. Dit zijn de inhoudingen.
Wat overblijft, ontvang je op je bankrekening. Dat is je nettoloon.

Slide 5 - Tekstslide

Nettoloon berekenen
Nettoloon = brutoloon – inhoudingen


Voorbeeld
Je brutoloon is € 1.830. Daarop wordt € 160 aan loonbelasting ingehouden en € 89 aan sociale premies. Bereken je nettoloon.



Slide 6 - Tekstslide

Opdracht
Je brutoloon is € 1.830. Daarop wordt € 160 aan loonbelasting ingehouden en € 89 aan sociale premies. Bereken je nettoloon.

Slide 7 - Open vraag

Opdracht
Je brutoloon is € 2.400. Daarop wordt € 210 aan loonbelasting ingehouden en € 95 aan sociale premies. Bereken je nettoloon.

Slide 8 - Open vraag

Minimumloon
Als werknemer van 21 jaar en ouder heb je recht op het wettelijk minimumloon. Dat is het bedrag dat je minstens moet verdienen met een voltijdbaan.
   
Als je tussen de 15 en 21 jaar bent, geldt het minimumjeugdloon. Bij elke leeftijd is dat een percentage van het minimumjeugdloon.

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht
Waarom denk je dat er voor personen onder de 21 jaar een ander minimumloon geldt dan voor mensen van 21 jaar en ouder?

Slide 10 - Open vraag

Arbowet
Werknemers worden beschermd door wetten.
Arbo = arbeidsomstandigheden.

In de Arbowet staan regels voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden.

In de bouw moet je bijvoorbeeld veiligheidsschoenen en een helm dragen. Beeldschermen op kantoor moeten goed afgesteld zijn.

Slide 11 - Tekstslide

Werken in de bouw

Slide 12 - Woordweb

Opdracht

Waar staat de afkorting "arbo" voor?

Slide 13 - Open vraag

Arbeidstijdenwet
De Arbeidstijdenwet geeft regels voor werk- en rusttijden. Voor jongeren gelden aparte regels.

Zo mogen 15-jarigen pas na 07 uur 's ochtends werken tot uiterlijk 19 uur 's avonds.
 

Slide 14 - Tekstslide

1. Je weet voor wie een cao geldt en wat erin geregeld is.
Ja
Nee

Slide 15 - Poll

2. Je kunt met gegeven informatie het nettoloon berekenen.
Ja
Nee

Slide 16 - Poll

3. Je weet hoe in de wet het minimumloon geregeld is.
Ja
Nee

Slide 17 - Poll

4. Je weet welke wetten jou als werknemer kunnen beschermen.
Ja
Nee

Slide 18 - Poll