NN7 - Spelling §11 - Persoonsvormen in een samengestelde zin - 2H
NN7 - Spelling §11 Persoonsvormen in een samengestelde zin - 2H
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 20 min
Onderdelen in deze les
NN7 - Spelling §11 Persoonsvormen in een samengestelde zin - 2H
Slide 1 - Tekstslide
Er zijn zinnen met één persoonsvorm (enkelvoudige zinnen) en zinnen met meer persoonsvormen (samengestelde zinnen).
Slide 2 - Tekstslide
Zo vind je de persoonsvormen in een samengestelde zin Probeer alle werkwoorden van tijd te veranderen. De werkwoorden waarbij dat kan, zijn persoonsvormen, de andere werkwoorden zijn infinitieven (hele werkwoorden), voltooide deelwoorden of onvoltooide deelwoorden.
Slide 3 - Tekstslide
Voorbeeld:
De supermarktketen heeft besloten dat de spaaractie met stickers wordt beëindigd, omdat die voor veel milieuvervuiling zorgt.
De supermarktketen had besloten dat de spaaractie met stickers werd beëindigd, omdat die voor veel milieuvervuiling zorgde.
Slide 4 - Tekstslide
De werkwoorden heeft, wordt en zorgt kun je van tijd veranderen; deze werkwoorden zijn dus persoonsvormen. Besloten en beëindigd kun je niet van tijd veranderen; deze werkwoorden zijn in deze zinnen dus geen persoonsvormen, maar voltooide deelwoorden.
Slide 5 - Tekstslide
Let op: de zin vragend maken is bij een samengestelde zin geen goede manier om de persoonsvormen te vinden; je vindt er dan namelijk maar één.
Slide 6 - Tekstslide
Zet de persoonsvorm(en) in de zin in de verleden tijd.
Colin en Mert bespreken in het weekend voetballend de schoolweek.
Slide 7 - Open vraag
Zet de persoonsvorm(en) in de zin in de verleden tijd.
De buurtvereniging heeft elke maand een borrel georganiseerd voor alle mensen die in de Vogelbuurt wonen.
Slide 8 - Open vraag
Zet de persoonsvorm(en) in de zin in de verleden tijd.
Tante Christa kookt het liefst driegangenmenu’s en houdt rekening met allerlei dieetwensen.
Slide 9 - Open vraag
Zet de persoonsvorm(en) in de zin in de verleden tijd.
Tijdens de jaarlijkse rommelmarkt verkoopt Noud zijn oude miniatuurtreintjes om wat extra’s te verdienen.
Slide 10 - Open vraag
Zet de persoonsvorm(en) in de zin in de verleden tijd.
Mijn beste vrienden verhuizen in mei naar Groningen, waar ze allebei een baan hebben gevonden.
Slide 11 - Open vraag
Zet de persoonsvorm(en) in de zin in de verleden tijd.
Aaf zal deze week de boodschappen doen voor de verjaardag van haar stiefkind.
Slide 12 - Open vraag
Ga nu op je laptop naar de digitale methode van Nieuw Nederlands en maak de opdrachten die ik heb klaar gezet in de planning.