H3: woordenschat H2 hyperbool, eufemisme en understatement

Woordenschat H2

hyperbool, understatement, eufemisme
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Woordenschat H2

hyperbool, understatement, eufemisme

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van de les kun je: 
hyperbolen, understatements en eufemismen herkennen, begrijpen en gebruiken.

Slide 2 - Tekstslide

Hyperbool

Als je overdrijft, gebruik je een hyperbool.


Voorbeeld:  Hij barst van het geld. 


Je bedoelt: Hij is rijk.


Slide 3 - Tekstslide

Stijlfiguren: eufemisme, understatement en hyperbool
- Stijlfiguren gebruik je om een gevoelswaarde aan je woorden te geven.

- Met stijlfiguren kun je overdrijven, iets afzwakken of een pijnlijke zaak wat verzachten

Slide 4 - Tekstslide

Hyperbool
Voorbeelden:
- In Nederland regent het 29 van de 30 dagen.
- Je wordt doodgegooid met informatie over corona.

Slide 5 - Tekstslide

Understatement

Als je iets afzwakt, gebruik je een understatement. Je zegt dat iets minder mooi, groot of belangrijk is dan in werkelijkheid.


Voorbeeld: Zij heeft wel een paar centen.


Je bedoelt: ze is rijk.

Slide 6 - Tekstslide

Understatement
Voorbeeld:
- Ik had een twee voor het proefwerk. Ik had dus wel een paar foutjes gemaakt.

Slide 7 - Tekstslide

Eufemisme

Bij een eufemisme zeg je iets zo dat het minder erg of hard overkomt, maar dat doe je dan om een pijnlijke situatie te verzachten en om te voorkomen dat je iemand kwetst.


Voorbeeld: Hij is helaas niet meer onder ons.


Je bedoelt: hij is overleden.

Slide 8 - Tekstslide

Eufemisme
Voorbeelden:
- Gisteren hebben we opa naar zijn laatste rustplaats gebracht.
- Zij werkt daar als interieurverzorgster

Slide 9 - Tekstslide

Even testen
Welk stijlfiguur herken je in de volgende zinnen? 

Slide 10 - Tekstslide

Die film is echt OM JE DOOD TE LACHEN.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool

Slide 11 - Quizvraag

Het kost EEN PAAR CENTEN, maar dan heb je ook wat.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool

Slide 12 - Quizvraag

De overheid moet de komende jaren AFSLANKEN.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool

Slide 13 - Quizvraag

Hij heeft GEEN KLAP uitgevoerd voor de proefwerkweek.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool

Slide 14 - Quizvraag

Helaas moest Kees zijn oude hond Willem laten INSLAPEN.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool

Slide 15 - Quizvraag

'EEN LEUK KARRETJE', zei Hetty toen ze de Jaguar van Felix zag.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool

Slide 16 - Quizvraag

Mijn tante heeft voor één ochtend in de week een INTERIEURVERZORGSTER.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool

Slide 17 - Quizvraag

'Ik heb EEN KLEIN MAZZELTJE gehad', zei de winnaar van de jackpot.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool

Slide 18 - Quizvraag

Hij sterft aan de hoeveelheid toetsen
A
Vergelijking
B
Understatement
C
Hyperbool

Slide 19 - Quizvraag

Ik word knettergek van je gezeur.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 20 - Quizvraag