Nieuwsbegrip donderdag 14 januari

Nieuwsbegrip
Het vaccineren is begonnen
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Nieuwsbegrip
Het vaccineren is begonnen

Slide 1 - Tekstslide

Dit weet ik er al van

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Video

Tekst lezen

Slide 4 - Tekstslide

Inleiding:
Over welk nieuws gaat de inleiding?

Slide 5 - Open vraag

De eerste prik: Wie kreeg de eerste prik in Nederland?

Slide 6 - Open vraag

Wat voor werk doet zij?

Slide 7 - Open vraag

Vaccins: Hoe werkt het vaccin tegen Corona?

Slide 8 - Open vraag

Niet allemaal tegelijk: Wat kun je zeggen over de volgorde van het vaccineren?

Slide 9 - Open vraag

Kinderen krijgen nu nog geen prik. Noem 2 redenen waarom dat zo is.

Slide 10 - Open vraag

Vaccineren in andere landen: In welk land zijn de meeste mensen al gevaccineerd?

Slide 11 - Open vraag

Welke nieuwe dingen over het coronavirus heb je in de tekst gelezen?

Slide 12 - Open vraag

Wat weet je nu van het coronavirus
en het vaccineren?

Slide 13 - Woordweb

Bedenk zelf een vraag over de tekst

Slide 14 - Open vraag

Zou jij gevaccineerd willen worden?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quizvraag

Leg uit waarom je wel of niet gevaccineerd wil worden.

Slide 16 - Open vraag

De komende maanden kunnen alle mensen van 18 jaar en ouder een vaccin tegen het coronavirus krijgen. Het is vrijwillig en dus niet verplicht.
Waar verwijst 'Het' naar?

Slide 17 - Open vraag

Sanna Elkadiri werkt in een verpleeghuis. Ze zorgt daar voor oudere mensen.
Waar verwijst 'Ze' naar?

Slide 18 - Open vraag

Ik was wel een beetje zenuwachtig voor de prik. Maar het deed geen pijn.
Waar verwijst 'het' naar?

Slide 19 - Open vraag

Je lichaam gaat antistoffen maken. Die kunnen het coronavirus verslaan als je echt besmet wordt.
Waar verwijst 'Die' naar?

Slide 20 - Open vraag

Veel ouderen krijgen in de winter een griepprik. Ze krijgen dan geen griep.
Waar verwijst 'Ze' naar?

Slide 21 - Open vraag

Er zijn nu nog niet genoeg vaccins voor iedereen. Maar die komen er wel in de loop van het jaar.
Waar verwijst 'die' naar?

Slide 22 - Open vraag

In Frankrijk begon het vaccineren ook vroeg. Maar daar is sindsdien weinig gebeurd.
Waar verwijst 'daar' naar?

Slide 23 - Open vraag

Nederland is vorige week begonnen met het vaccineren tegen het coronavirus.
Leg in je eigen woorden uit wat 'vaccineren' betekent.

Slide 24 - Open vraag

Het is vrijwillig.
Wat betekent 'vrijwillig'?

Slide 25 - Open vraag

Sanna Elkadiri werkt in een verpleeghuis.
Leg in je eigen woorden uit wat een verpleeghuis is.

Slide 26 - Open vraag

Ik was wel een beetje zenuwachtig voor de prik.
Wat betekent 'zenuwachtig'?

Slide 27 - Open vraag

Het vaccin wordt toegediend met een spuit.
Wat betekent 'toegediend'?

Slide 28 - Open vraag

Het is niet hetzelfde als het virus en de kans is klein dat je er ziek van wordt.
Wat betekent 'de kans is klein'?

Slide 29 - Open vraag

Je lichaam gaat antistoffen maken.
Wat betekent 'antistoffen'?

Slide 30 - Open vraag

Die kunnen het coronavirus verslaan als je echt besmet wordt.
Wat betekent 'verslaan'?

Slide 31 - Open vraag

Artsen en verplegers kunnen ervoor kiezen om als eerste ingeënt te worden.
Wat betekent 'ingeënt?

Slide 32 - Open vraag

Eind
maak: klokkijken les 13, 14 en 15
maak: nieuwsbegrip online (andere tekstsoort en woordenschat)

Slide 33 - Tekstslide