Les 2: blok 3 (indeling tekst)
Les 2:
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1
In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.
Onderdelen in deze les
Les 2:
Slide 1 - Tekstslide
Hallo allemaal
- Berg je telefoon op in de tas en ga op je plaats zitten
- boek, schrift en leesboek op tafel
timer
0:30
Slide 2 - Tekstslide
Lezen
timer
10:00
Slide 3 - Tekstslide
Huiswerk nakijken en bespreken
Slide 4 - Tekstslide
Lesdoelen
- Ik kan de inleiding, het middenstuk en het slot van een tekst herkennen;
- Ik kan benoemen op welke manier de inleiding aantrekkelijk is gemaakt;
- Ik kan benoemen op welke manier de tekst is afgesloten;
- Ik kan tussenkopjes beoordelen en een passend tussenkopje voor een alinea bedenken.
blok 3: blz. 148 tm 156
Slide 5 - Tekstslide
2.5: grammatica
korte terugblik
Wat weet je al?
blok 1: tekstdoelen, tekstsoorten, tekstvormen
blok 2: onderwerp vinden en de deelonderwerpen bepalen.
Wie kan hierboven staande toelichten of er iets over zeggen?
Slide 6 - Tekstslide
Indeling van een tekst
- Een tekst bestaat uit verschillende delen.
- Een alinea is een stuk tekst dat over één onderwerp gaat. Een nieuwe alinea begin je op een nieuwe regel. Zo kun je duidelijk zien wat de verschillende alinea's zijn.
- Al deze alinea’s kun je onderbrengen in de tekstdelen namelijk: inleiding, middenstuk en slot.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Inleiding
De eerste alinea van een tekst wordt ook wel de inleiding genoemd. In de eerste alinea lees je waar de tekst over gaat.
– het onderwerp van de tekst beschrijven.
Wat kan er in een inleiding staan:
- de aanleiding voor het schrijven van de tekst.
- enkele vragen of een weetje
- een kort, grappig of bijzonder verhaaltje vertellen.
- aankondiging van het onderwerp.
Slide 9 - Tekstslide
Op welke manier trekt de schrijver in de inleiding de aandacht van de lezer?
a. de aanleiding voor het schrijven van de tekst.
b. enkele vragen of een weetje
c. een kort of bijzonder verhaaltje.
d. aankondiging van het onderwerp.
‘’Groente en fruit zijn gezond voor je. Groenten en fruit bevatten verschillende vitamines die je nodig hebt om gezond te blijven. Het is daarom erg belangrijk om elke dag minimaal 200 gram groente en twee stuks fruit te eten. Dan krijg je alle benodigde vitamines binnen en blijf je gezond.
Slide 10 - Tekstslide
Kern / middenstuk
Meestal wordt in het middenstuk het onderwerp verder besproken aan de hand van deel onderwerpen.
Een verdeling in alinea's maakt de tekst overzichtelijk.
Slide 11 - Tekstslide
Welk tussenkopje zou jij de volgende 2 alinea's geven?
Een slimme manier om aan groente en fruit te komen is het verbouwen van groenten in je eigen moestuin. Zelfs als je in de stad woont kan je een moestuin maken, bijvoorbeeld op het balkon of in de vensterbank. Lekkere groenten voor in een moestuin zijn bijvoorbeeld boontjes en wortels.
Tegenwoordig is het ook helemaal hip om je groenten en fruit te verwerken in een smoothie. Je gooit dan alles wat je lekker vindt in de blender en binnen dertig seconden heb je een supergezond sapje! Dingen die je in een smoothie kan doen zijn bijvoorbeeld jus d’orange, banaan of boerenkool. Als je geen blender hebt dan kan je natuurlijk ook kant en klare smoothies kopen in de supermarkt.”
Slide 12 - Tekstslide
Slot
In de laatste alinea van de tekst wordt de tekst afgesloten.
Een tekst kan worden afgesloten met
- een conclusie
- een korte samenvatting (De schrijver herhaalt dan kort wat er in de tekst staat.)
- een advies
Slide 13 - Tekstslide
Hieronder zie je een slot van een tekst.
Wat voor soort slot is dit: een samenvatting, een conclusie, een oproep of de mening van de schrijver?
Leg je antwoord uit.
gebruiken van journalisten in de dop. Lees snel verder op pagina 12 en 13 en wie weet sta jij
binnenkort in Kidsweek met je eigen dierenreportage!
Slide 14 - Tekstslide
Aan het werk
blok 3, lezen, §3.10, opdracht 37 & 39
klaar? woorden oefen op studygo of lezen in je leesboek
niet klaar? dan is dit je huiswerk
Slide 15 - Tekstslide
Afsluiting
ga staan of blijf zitten
Ga staan als je het leerdoel beheerst, blijf zitten als als je hier nog meer moet oefenen.
- Ik kan de inleiding, het middenstuk en het slot van een tekst herkennen;
- Ik kan benoemen op welke manier de inleiding aantrekkelijk is gemaakt;
- Ik kan benoemen op welke manier de tekst is afgesloten;
- Ik kan tussenkopjes beoordelen en een passend tussenkopje voor een alinea bedenken.
Slide 16 - Tekstslide
Huiswerk
blok 3, lezen, §3.10, opdracht 37 & 39
