Boek 2 H6 Trema en apostrof

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Je leer over:
trema & apostrof

Slide 2 - Tekstslide

Planning week 5 les 3
  • Leeskwartier
  • Uitleg trema/apostrof 
  • Zelfstandig werken: maken spelling deel 1 en deel 

Slide 3 - Tekstslide

Wanneer schrijf je
een trema?

Slide 4 - Woordweb

Wanneer schrijf je een apostrof?

Slide 5 - Open vraag

Trema = bij uitspraakproblemen 
- woorden als kopiëren, financiële, poëzie, cocaïne, reünie
- voltooid deelwoord: geëist, geïrriteerd, geüniformeerd
- in enkele mv-vormen
* woorden die eindigen op -ee: idee - ideeën
* woorden die eindigen op -ie: 
klemtoon ie: melodie - melodieën
klemtoon ergens anders: bacterie- bacteriën
- leenwoorden: überhaupt, rösti, glühwein, smörrebröd 

Slide 6 - Tekstslide

Geen trema
- bij geen foute uitspraak: gekopieerd, financieel
- bij twee i's: heiig, beschoeiing
- bij volt.dw. met 'gea', 'geo' en 'geij': geaccepteerd, geoefend, geijverd
- in samenstellingen (koppelteken): gala-avond

Slide 7 - Tekstslide

Apostrof
- als weglatingsteken: 's-Heerenbroek, 's avonds, Max' zusje
- in meervouds- en bezitsvormen op -a, -i, -o, -u en -y die verkeerd uitgesproken worden: paraplu's, logo's. Maar: milieus, displays
- in afleidingen: sms'en, wc's, 30'ers. Maar: sms-bericht, PSV-spelers
- in meervouden van afkortingen: nv's, cd's
- in verkleinwoorden op -y: lolly'tje. Maar: cowboytje

Slide 8 - Tekstslide

Welk woord is juist geschreven?
A
dvd'tje
B
dvd-tje
C
dvdtje
D
dvd tje

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het meervoud van display?
A
displays
B
display's

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het meervoud van epidemie?
A
epidemieën
B
epidemiën

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het verkleinwoordje van bureau?
A
bureau'tje
B
bureautje

Slide 12 - Quizvraag

Welk woord is onjuist geschreven?
A
geïllustreerd
B
geëist
C
geijzeld
D
geöpend

Slide 13 - Quizvraag

Waar is de apostrof goed geplaatst?
A
Lex's zusje
B
Lexs zusje
C
Lex' zusje

Slide 14 - Quizvraag

Welk woord is juist geschreven?
A
reunie
B
reünie
C
rëunie
D
re-uni

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het meervoud van panty?
A
pantys
B
panty's

Slide 16 - Quizvraag

Welk woord is onjuist geschreven?
A
financiën
B
kolonieën
C
industrieën
D
evangeliën

Slide 17 - Quizvraag

Welk woord is juist geschreven?
A
bacterieën
B
bacteriën

Slide 18 - Quizvraag

Wat is het meervoud van zee?
A
zeeën
B
zeën
C
zee-en
D
zee'n

Slide 19 - Quizvraag

Wat is het juiste meervoud?
A
pindas
B
pinda's

Slide 20 - Quizvraag

Maken:
Spelling deel 1 & deel 2

Slide 21 - Tekstslide

Wie wil de regels voor het schrijven van een trema uitleggen?
Wie wil de regels voor het schrijven van een apostrof uitleggen? 

Slide 22 - Tekstslide