file op een bijzondere plek

File in het Suezkanaal
Nieuwsbegrip B week 13
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 7,8

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

File in het Suezkanaal
Nieuwsbegrip B week 13

Slide 1 - Tekstslide

Leesdoel van deze les
Je weet straks wat het probleem is in het Suezkanaal en wat de gevolgen en de oplossingen zijn.

Slide 2 - Tekstslide

Suezkanaal?

Slide 3 - Woordweb

Lees de eerste alinea normaals

Slide 4 - Tekstslide

Wat is er aan de hand in het Suezkanaal?

Slide 5 - Open vraag

Lees nu de tweede alinea nog een keer.

Slide 6 - Tekstslide

Het Suezkanaal ligt vlak bij:
A
Jordanië
B
Syrië
C
Egypte
D
China

Slide 7 - Quizvraag

Waarom is het Suezkanaal belangrijk voor de handel tussen Europa en Azië?

Slide 8 - Open vraag

Hoe lang is het Suezkanaal?
A
19.300 KM
B
193 KM
C
400 M
D
19,3 KM

Slide 9 - Quizvraag

Hoeveel schepen varen er per dag door het Suezkanaal?
A
30
B
50
C
90
D
19.300

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Wat is Ever Given?

Slide 14 - Woordweb

Wat waren de gevolgen van de blokkade?

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

Wat is Boskalis

Slide 17 - Woordweb

Welke oplossing had Boskalis niet bedacht om het schip los te krijgen?
A
Lostrekken met grote zeeslepers
B
luchtkussens aan de zijkant, om schip te liften
C
van onderen met hoge druk losspuiten
D
containers van boord halen

Slide 18 - Quizvraag

Wat betekent "vlot trekken"

Slide 19 - Open vraag

We kijken naar het Jeugdjournaal
Goed opletten; er komen luister en kijkvragen!

Slide 20 - Tekstslide

Waardoor kwam de Ever Given vast te liggen in het Suezkanaal?
A
Waarschijnlijk doordat het schip te zwaar beladen was
B
door een zandstorm of een motorstoring
C
doordat de Ever Given op een plek voer waar het eenrichtingverkeer
D
De oorzaak staat niet in de tekst.

Slide 21 - Quizvraag

In regel 23-24 staat: Het merendeel van de wachtende schepen vervoert echter uiteenlopende producten. Wat betekent uiteenlopende?

Slide 22 - Tekstslide

Wat betekent uiteenlopende?
A
bijzondere
B
dezelfde
C
duidelijke
D
verschillende

Slide 23 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor de goederen (r. 26)?
A
de dieren
B
de ideeën
C
de mensen
D
de spullen

Slide 24 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor goederen?
A
de dieren
B
de mensen
C
de ideeën
D
de spullen

Slide 25 - Quizvraag

klaar toch. toch!

Slide 26 - Tekstslide