Cap 2 - les 4+5 22-23

¡Hola y bienvenid@s a la clase de hoy!
T1D - español

¿Cómo están? / ¿Cómo son

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

¡Hola y bienvenid@s a la clase de hoy!
T1D - español

¿Cómo están? / ¿Cómo son

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿C E L F D H?


(ik, escribir) ............. la fecha en tu cuaderno 

 (wij, escribir) ............... la fecha
en nuestros cuadernos

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plan de clase
  • Repasar la clase pasada
  • Capítulo 2: En camino. 
      - ser / estar / hay
      - pronombres interrogativos
      - (preposiciones)
  • Deberes

Slide 3 - Tekstslide

Les in twee delen 
Hay
Hay betekent er is of er zijn. Hay wordt nooit vervoegd en alleen gebruikt bij plaatsbepalingen van 
gebouwen die niet specifiek zijn. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HAY

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿Hay o estar?

Rotterdam ... en Holanda.
A
está
B
hay

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Hay o estar?

En Holanda ... muchas bicicletas.
A
están
B
hay

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

¡A practicar!
Vul in: HAY / ESTÁ

1. ¿_______________ una biblioteca en tu ciudad?
2. El bar Graciela ______________________ en esta calle.
3. En mi ciudad _______________________ un mercado muy bonito.
4. ¿El supermercado __________________________ cerca de tu casa?
5. El teatro _________________________ lejos de mi casa.
6. _________ una fiesta en el pueblo.
la calle = de straat

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

"Los interrogativos" - vraagwoorden

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Fuente G: los pronombres interrogativos

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de juiste vertaling van de vraagwoorden
 waar
hoeveel
hoe
wie
wanneer
waarom
Wat / Welk
wat
¿Cuánto?
¿Cuándo?  
¿Cómo?
¿Dónde?  
¿Cuánta?
¿Por qué?

¿Quién?
¿Cuál? 
¿Qué?  

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

A trabajar
deberes para el viernes: 

- quizlet 2.2 + 2.3
- estudiar fuente D + E (libro de texto)
- hacer ejercicios 12 tm 16

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Corregir los deberes
12 tm 16

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿Dónde está...? 
achter
voor
onder
boven
in
naast
tussen
vlakbij / in de buurt van 
ver van

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


1. Primero 

2. Segundo

T


3. Tercero
enfrente de = tegenover

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

En grupos de 2

timer
10:00

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Escucha el fragmento y anota en tu cuaderno, en Español:
1. ¿Qué palabras escuchas? Welke woorden hoor je
2. ¿De qué se trata el dialogo?
3. Intenta escribir todo lo que 
escuchas en frases completas (en Español)
*se trata = gaat over

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

verzamel 
5 gesprekjes

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deberes
  • hacer ejercicios 18, 19, 20
  • estudiar quizlet 2.4 + 2.1
  • estudiar fuente J

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef mij 1 tip en 1 top.
¡Gracias!

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies