KERN les 48

KERN les 48
Hoe verbeter je een zelfgeschreven tekst?

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

KERN les 48
Hoe verbeter je een zelfgeschreven tekst?

Slide 1 - Tekstslide

beschrijving van de manier waarop je eten klaarmaakt

zakgeld dat bedoeld is om kleren van te kopen

vloeibaar mengsel van bijvoorbeeld meel, boter en eieren waarvan je iets bakt

uitleggen
wat je mooi vindt

het recept

het kleedgeld

het beslag

duidelijk maken

de smaak

Slide 2 - Sleepvraag

Wat is er fout aan deze zin?
In Italië gin het weer deze week flink tekeer: onweer regen tornado's.
A
Hoofdletter
B
Punt
C
Zin is niet af
D
Leestekens

Slide 3 - Quizvraag

Wat is er fout aan deze zin?
Het noodweer was in de buurt van rome.
A
Hoofdletter
B
punt
C
Zin is niet af
D
Leestekens

Slide 4 - Quizvraag

Wat is er fout aan deze zin?
Door de harde wind sommige huizen ingestort.
A
Zin is niet af
B
Geen werkwoord
C
Leestekens
D
Chattaal

Slide 5 - Quizvraag

Wat is er fout aan deze zin?
Er staan straten onder water, of ze liggen vol met.
A
Zin is niet af
B
Geen werkwoord
C
Leestekens
D
Chattaal

Slide 6 - Quizvraag

Wat is er fout aan deze zin?
Deze week werden de laatste resten opgeruimd op het strand
A
Hoofdletter
B
punt
C
geen werkwoord
D
chattaal

Slide 7 - Quizvraag

Wat is er fout aan deze zin?
Er kwamen hulptroepen in actie: de brandweer strandwacht politie en vrijwilligers.
A
Hoofdletter
B
Punt
C
Leestekens
D
Geen leestekens

Slide 8 - Quizvraag

Wat is er fout aan deze zin?
Nog ff en de mensen kunnen hun leven weer oppakken.
A
Zin is niet af
B
Geen werkwoord
C
Leestekens
D
Chattaal

Slide 9 - Quizvraag

Verbeter de zin:
Ik de trein naar amsterdam van drie uur.

Slide 10 - Open vraag

Verbeter de zin:
We gaan naar de bios het festival en daarna nog ergens eten.

Slide 11 - Open vraag

Verbeter de zin:
g1 id hoe laat ik terug ben.

Slide 12 - Open vraag

Verbeter de zin:
ik bel je als ik er bijna ben. Kom je me dan ophalen

Slide 13 - Open vraag