V5 22/23 - Ziek zijn les 36 - CHTC2 (2/1)

中文课
生病 | Ziek zijn
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
ChineesMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 47 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

中文课
生病 | Ziek zijn

Slide 1 - Tekstslide

Structuur van dit uur
  • Herhalingstoets jaar 4 (telt 2x mee)
  • Uur 2: 
  • 5 Minuten pauze
  • Start les 36: nieuwe woorden
  • Maken dialoog (blz. 7)
  • Grammatica uitleg
  • Maken opdr. 1 (blz 11)
  • Indien tijd: nakijken

Slide 2 - Tekstslide

Herhalingstoets
Ga in toetsopstelling zitten
Je hebt 45 minuten
Vraag? Steek je hand op - ik kan geen inhoudelijke vragen beantwoorden.
timer
45:00

Slide 3 - Tekstslide

Neem even 5 minuten pauze

Slide 4 - Tekstslide

Nieuwe woorden
  • Uitspraak
  • Google sheets
  • Dialoog maken (allebei)
  • We kijken het zo na.
  • Eerder klaar? Maak alvast opdracht 1.
timer
15:00

Slide 5 - Tekstslide

Nakijken dialoog 1
  1. Wat is er met je aan de hand?
  2. Ben je verkouden geworden? (of) heb je koorts gekregen?
  3. Nee, ik ben doodop.
  4. Laten we de taxi nemen. Goed?
  5. Hallo, waar willen jullie naartoe?
  6. West Road nummer 2 is vanaf hier heel dichtbij. Willen jullie niet lopen?
  7. Prima/goed, stap maar in!

Slide 6 - Tekstslide

Nakijken dialoog 2
  1. Ik wil medicijnen gaan kopen.
  2. Ik dacht dat je gisteren erg moe was. 
  3. De apotheek is vanaf hier niet ver. Je bent er binnen 5 minuten.
  4. Bij het tweede kruispunt naar rechts.
  5. Klopt! De apotheek is tegenover de school.
  6. Moet je echt niet even naar de dokter?
  7. Nee, als ik één keer medicijnen neem dan zal ik me (vast) beter voelen.

Slide 7 - Tekstslide

中文课
生病 | Ziek zijn

Slide 8 - Tekstslide

小时结构 | Structuur van dit uur
  • Grammatica
  • Maken opdracht 1 + nakijken
  • Oefenzinnen + nakijken
  • Aan de bak: opdr. 2, 3, 4 en 5 (tevens huiswerk)
  • Mini test-jezelf

Slide 9 - Tekstslide

Grammatica

Slide 10 - Tekstslide

Aan de bak
Maak nu opdracht 1 van les 36 op blz. 11

timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide

Nakijken opdr. 1.
  1. Dit boek is het lievelingsboek van mijn moeder, ik heb het ook gelezen, maar ik vond het steeds minder leuk worden.
  2. Huil niet! Ik dacht dat je het wist. Mijn huis is erg ver van de school.
  3. Mijn broer heeft twee auto’s, één rode auto en één blauwe auto, erg mooi.
  4. Wat vind jij van het eten van dit restaurant? Hoe meer ik eet, hoe meer ik er van houd. (‘ik vind het alsmaar lekkerder worden’).
  5. Ben jij een leerling? Ik dacht dat je de leraar was.
  6. Mijn vriendje belt me iedere dag, des te meer hij zegt, des te minder hoef ik met hem te spreken.

Slide 12 - Tekstslide

Nakijken opdr. 1.
  • 7. Omdat ik vorig jaar in beijing een jaar Chinees studeerde, is mijn Chinees alsmaar beter geworden.
  • 8. Hoe moet ik vanaf het treinstation naar het busstation lopen?
  • 9. Zijn stoel is zowel duur als lelijk.
  • 10. Chauffeur, wanneer zijn we er?
  • 11. Vandaag is het weer niet goed, ik wil steeds minder graag naar school.
  • 12. Ik wil medicijnen gaan kopen. Weet jij waar ik dat kan kopen?
  • 13. In de zomer winterkleding kopen is erg goedkoop, mijn kleding neemt toe/ik heb steeds meer kleding.

Slide 13 - Tekstslide

Nakijken opdr. 1.
  1. Dit boek is het lievelingsboek van mijn moeder, ik heb het ook gelezen, maar ik vond het steeds minder leuk worden.
  2. Huil niet! Ik dacht dat je het wist. Mijn huis is erg ver van de school.
  3. Mijn broer heeft twee auto’s, één rode auto en één blauwe auto, erg mooi.
  4. Wat vind jij van het eten van dit restaurant? Hoe meer ik eet, hoe meer ik er van houd. (‘ik vind het alsmaar lekkerder worden’).
  5. Ben jij een leerling? Ik dacht dat je de leraar was.
  6. Mijn vriendje belt me iedere dag, des te meer hij zegt, des te minder hoef ik met hem te spreken.

Slide 14 - Tekstslide

Nakijken opdr. 1.
  • 7. Omdat ik vorig jaar in beijing een jaar Chinees studeerde, is mijn Chinees alsmaar beter geworden.
  • 8. Hoe moet ik vanaf het treinstation naar het busstation lopen?
  • 9. Zijn stoel is zowel duur als lelijk.
  • 10. Chauffeur, wanneer zijn we er?
  • 11. Vandaag is het weer niet goed, ik wil steeds minder graag naar school.
  • 12. Ik wil medicijnen gaan kopen. Weet jij waar ik dat kan kopen?
  • 13. In de zomer winterkleding kopen is erg goedkoop, mijn kleding neemt toe/ik heb steeds meer kleding.

Slide 15 - Tekstslide

Oefenzinnen les 36
Maak deze zinnen schrijvend in karakters + het pinyin. Zo oefen je allebei!
  1. Als je je steeds slechter voelt, dan moet je naar huis gaan. (要是/就)
  2. Zij loopt heel snel! (得)
  3. Neem niet de taxi! (别)
  4. De apotheek is heel dichtbij het metrostation. (离)
Eerder klaar? Maak alvast opdr. 2, 3, 4 en 5 (is huiswerk)

timer
15:00

Slide 16 - Tekstslide

Nakijken oefenzinnen
  • 1. Als je je steeds slechter voelt, dan moet je naar huis gaan. (要是/就)
  • 1. 要是越来越不舒服,你(就)要回家。
  • 2. Zij loopt erg snel! (得)
  • 2. 她走很快!
  • 3. Neem niet de taxi! (别)
  • 3. 别打车!/ 坐出租汽车!
  • 4. De apotheek is heel dichtbij het metrostation. (离)
  • 4. 药店出租汽车站很近

Slide 17 - Tekstslide

Aan de bak (tevens huiswerk)
Maak opdracht 2, 3, 4 en 5.
Dit is tevens huiswerk.
Daarmee klaar? Ga dan de karakters van les 36 oefenen.

Slide 18 - Tekstslide

Mondelinge mini-testjezelf
  • Welk woord gebruik je vaak in combinatie met 生病/感冒/发烧?
  • 了!
  • Wat is het verschil tussen 药 en 药片?
  • 药 = medicijn  药片 = tablet/pil. KW 药 = 种 KW 药片 = 片
  • Hoe zeg je 'mijn huis is niet ver van de school'?
  • 我家学校不远
  • Hoe zeg je: 'hij zegt het goed'
  • 他说好. >> En hoe zeg je dan 'hij heeft 'china' goed gezegd'?
  • ‘中国’说得


Slide 19 - Tekstslide

Mondelinge mini test-jezelf
  • Hoe zeg je: ‘ik voel me steeds minder goed.’
  • 越来越不舒服 
  • Hoe zeg je: ‘doe het niet!’
  • 做!
  • En hoe zeg je dan 'doe het niet zo!'
  • 做这样!

Slide 20 - Tekstslide

中文课
生病 | Ziek zijn

Slide 21 - Tekstslide

小时结构 | Structuur van dit uur
  • Mini test-jezelf
  • Nakijken huiswerk
  • Aan de bak + nakijken
  • Mini-pauze
  • Aan de bak (hw)
  • Start les 37: woordjes + dialoog
Na deze les:
Kan je met een gerust hart ziek worden in China: je weet jezelf te redden!

Slide 22 - Tekstslide

Mini test-jezelf
  • 1. Als je je steeds slechter voelt, dan moet je naar huis gaan. (要是/就)
  • 1. 要是越来越不舒服,你(就)要回家。
  • 2. Zij loopt erg snel! (得)
  • 2. 她走很快!
  • 3. Neem niet de taxi! (别)
  • 3. 别打车!/ 坐出租汽车!
  • 4. De apotheek is heel dichtbij het metrostation. (离)
  • 4. 药店出租汽车站很近

Slide 23 - Tekstslide

Nakijken huiswerk: opdr. 2+3
  1. Hij is nog nooit bij hem thuis geweest.
  2. Eerst neem je bus nummer 2 naar het treinstation, en daar stap je uit. Dan ga je naar links. En dan woont hij achter het treinstation. Vanaf het treinstation naar zijn huis is het maar 5 minuten lopen.
Opdr. 3.
  1. Na het ontbijt en na het avond eten.
  2. De medicijnen liggen op de tafel. 
  3. De gele.
  4. ‘s avonds om 9 uur.


Slide 24 - Tekstslide

Nakijken opdr. 4
  1. 天 - 今天,天气,明天。
  2. 生 - 生日,生气,医生。
  3. 车 - 汽车,出租汽车,火车。

Slide 25 - Tekstslide

Nakijken opdr. 5
  1. C. 还 - leuk
  2. B. 学校 - winkel
  3. E. 天气 - Hoe? (stond verkeerd in het boek)
  4. F. 以为 - Chinees.
  5. D. 说 - niet
  6. A. 在 - achter.

Slide 26 - Tekstslide

做作业 | Aan de bak
Maak nu opdracht 7 op blz. 14.
Schrijf het in karakters op. Schrijf het pinyin er ook bij, zodat je het straks kan voorlezen.
Zin 10 mag je skippen!

We kijken het zo gelijk na.
Vraag? Steek je hand op, ik kom naar je toe.
timer
22:00

Slide 27 - Tekstslide

Nakijken opdr. 7.
  • 1. Vandaag wordt het steeds warmer
  • 1. 今天越来越热了。
  • 2. Is het restaurant ver of dichtbij?
  • 2. 饭店离这儿远还是近?/ 饭店近还是远?
  • 3. Jouw huis en mijn huis zijn even groot.
  • 3. 你的家跟我的家一样大。
  • 4. Neem niet de bus!
  • 4. 别坐公共汽车!

Slide 28 - Tekstslide

Nakijken opdr. 7.
  • 5. Ik dacht dat jouw vader taxichauffeur was.
  • 5. 我以为你爸爸是司机/当司机。
  • 6. Wij hebben ver gelopen.
  • 6. 我们走的很远。
  • 7. Als je ziek bent, moet je niet naar je werk gaan.
  • 7. 要是你生病了,你就不要去工作。
  • 8. Hoe meer jij eet, hoe minder ik wil eten.
  • 8. 你越吃,我越不想/要吃。

Slide 29 - Tekstslide

Nakijken opdr. 7.
  • 9. Wacht jij binnen of tegenover de school?
  • 9. 你在学校的里面还是在学校的对面等我?
  • 10. Hoe meer ik erover nadenk, hoe bozer ik word.
  • 10. 我越想一想,越生气了。
  • 11. Als je koorts hebt, moet je naar de dokter gaan.
  • 11. 你发烧的时候,你要看病。
  • 12. De apotheek heeft verkoudheidsmedicijnen.
  • 12. 药店有感冒药。

Slide 30 - Tekstslide

Nakijken opdr. 7.
  • 13. Brood wordt steeds lekkerder.
  • 13. 面包越来越好吃。
  • 14. De winkel bevindt zich achter de school.
  • 14. 商店在学校的后面。

Slide 31 - Tekstslide

mini pauze
timer
5:00

Slide 32 - Tekstslide

做作业 | Aan de bak
Maak schrijfopdracht 6 van les 36 op blz. 13, deel 2!
Dit is huiswerk voor dinsdag 4 oktober.

Je bent op vakantie en voelt je niet zo lekker en schrijft een ansichtkaart.
Zie opdracht op Classroom.
timer
9:00

Slide 33 - Tekstslide

中文课
生病 | Naar de dokter

Slide 34 - Tekstslide

第三十七节课 | Les 37
  • Woorden: zeg mij na!
  • Google sheets
  • Maak dialoog 1 en 2 (is huiswerk voor morgen)

Slide 35 - Tekstslide

Nakijken dialoog 1
  1. Ben je gezond?
  2. Waarom ga je naar de dokter? Wat voor klachten heb je?
  3. Ik kan vaak niet slapen.
  4. Dat is veel te laat! Wat doe je voor het slapen gaan?
  5. Gamen voor het slapen gaan is niet goed voor je lichaam/gezondheid.
  6. Waarom ga je dan zo laat nog gamen?
  7. Voor de les ben ik te moe!

Slide 36 - Tekstslide

Nakijken dialoog 2
  1. Wat ben je morgenavond van plan te doen?
  2. Wil je met mij naar buiten plezier maken (wil je met mij buiten iets leuks gaan doen?)? Teveel leren/studeren is voor je lichaam niet goed, het is niet gezond.
  3. Aah, op die manier. Laten we morgenavond dan samen uit eten gaan. Dan kijk je na het eten even hoe je je voelt. Als je niet te moe bent, dan gaan we nog even naar het internetcafe, goed?

Slide 37 - Tekstslide

Nakijken dialoog 2
  • 4. Het is te gek! Je gaat het beslist leuk vinden! In een internetcafe kan je gebruik maken van een hele goede computer om te gamen. Als je thuis geen computer hebt dan kan je naar een internet cafe gaan om te gamen.
  • 5. En waarom gaan mensen dan niet naar een vriend zijn huis om te gamen? Is dat soms een probleem voor Chinese vrienden?
  • 6. Nee hoor. Tegenwoordig gaan steeds meer mensen online om te gamen, en niet met vrienden thuis om plezier te maken. Bovendien zijn deze internetcafé’s van alles voorzien, erg comfortabel.

Slide 38 - Tekstslide

Nakijken dialoog 2
  • 7. Erg interessant, ik wil wel eens een kijkje nemen. Is het duur?
  • 8. Nee hoor, één uur is 10 kuai, en een halve dag 50 kuai, en één dag 80 kuai.
  • 9. Dat is best prima. Vinden Chinezen een internetcafé leuk?
  • 10. Erg leuk! Het is erg rood! (hot)
  • 11. Sorry, sorry. Rood is een kleur, maar ‘rood’ betekent ook populair, in het Engels heet het ‘hot’.

Slide 39 - Tekstslide

中文课
生病 | Naar de dokter

Slide 40 - Tekstslide

第三十七节课 | Les 37
Op tafel: je boek (blz. 20, 21 en 22)
En een pen. 
Macbook niet nodig

Structuur van dit uur:
  • Nakijken huiswerk/dialoog
  • Grammatica
  • Aan de bak met huiswerk

Slide 41 - Tekstslide

Nakijken dialoog 1
  1. Ben je gezond?
  2. Waarom ga je naar de dokter? Wat voor klachten heb je?
  3. Ik kan vaak niet slapen.
  4. Dat is veel te laat! Wat doe je voor het slapen gaan?
  5. Gamen voor het slapen gaan is niet goed voor je lichaam/gezondheid.
  6. Waarom ga je dan zo laat nog gamen?
  7. Voor de les ben ik te moe!

Slide 42 - Tekstslide

Nakijken dialoog 2
  1. Wat ben je morgenavond van plan te doen?
  2. Wil je met mij naar buiten plezier maken (wil je met mij buiten iets leuks gaan doen?)? Teveel leren/studeren is voor je lichaam niet goed, het is niet gezond.
  3. Aah, op die manier. Laten we morgenavond dan samen uit eten gaan. Dan kijk je na het eten even hoe je je voelt. Als je niet te moe bent, dan gaan we nog even naar het internetcafe, goed?

Slide 43 - Tekstslide

Nakijken dialoog 2
  • 4. Het is te gek! Je gaat het beslist leuk vinden! In een internetcafe kan je gebruik maken van een hele goede computer om te gamen. Als je thuis geen computer hebt dan kan je naar een internet cafe gaan om te gamen.
  • 5. En waarom gaan mensen dan niet naar een vriend zijn huis om te gamen? Is dat soms een probleem voor Chinese vrienden?
  • 6. Nee hoor. Tegenwoordig gaan steeds meer mensen online om te gamen, en niet met vrienden thuis om plezier te maken. Bovendien zijn deze internetcafé’s van alles voorzien, erg comfortabel.

Slide 44 - Tekstslide

Nakijken dialoog 2
  • 7. Erg interessant, ik wil wel eens een kijkje nemen. Is het duur?
  • 8. Nee hoor, één uur is 10 kuai, en een halve dag 50 kuai, en één dag 80 kuai.
  • 9. Dat is best prima. Vinden Chinezen een internetcafé leuk?
  • 10. Erg leuk! Het is erg rood! (hot)
  • 11. Sorry, sorry. Rood is een kleur, maar ‘rood’ betekent ook populair, in het Engels heet het ‘hot’.

Slide 45 - Tekstslide

Grammatica

Slide 46 - Tekstslide

Aan de bak
  • Huiswerk voor dinsdag 4 oktober:
  • Les 36: schrijfopdracht (zie 'opdrachten inleveren' classroom), mag typend
  • Les 37: opdr. 1, 3 en 5.
  • Les 36 + les 37: woordjes leren (dictee!)

Slide 47 - Tekstslide