woorden met een tweetekenklank
even herhalen:
letters = het alfabet: a, b, c, d, e, f, g, h, i, j, k, l, m, n, o, p, q, r, s, t, u, v, w, x, y, z
woord met een tweetekenklank = woord waarvan de klank bestaat uit twee verschillende letters van het alfabet (ei, ie, eu, au, ou, oe, ng, nk en uw)
bijvoorbeeld: eieren, iemand, deur, nauw, mouw, moe, koning, kind
let op: lange klanken (aa, ee, oo, uu) zijn eigenlijk ook tweetekenklanken maar dan met twee dezelfde letters van het alfabet in plaats van met twee verschillende letters van het alfabet