3. Bloedsomloop (start)
1 / 11
Lesduur is: 40 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Hoe betrokken ben je geweest tijdens de biologielessen?
Niet betrokken: 'Ik heb zelden opgelet tijdens de uitleg.'
Soms betrokken / soms niet betrokken.
Vaak betrokken tijdens de uitleg.
Slide 4 - Poll
Hoe ben je omgegaan met het maken van de opdrachten uit het biologie werkboek?
De opdrachten heb ik bijna nooit gemaakt.
De opdrachten heb ik soms gemaakt.
De opdrachten heb ik meestal gemaakt.
De opdrachten heb ik altijd gemaakt.
Slide 5 - Poll
Hoeveel tijd heb je gestoken in het leren voor de toets biologie?
Geen tijd
Een deel van een dag (middag / avond bijv)
Een hele dag (zaterdag / zondag bijv)
1 - 3 dagen
Op meer verschillende dagen ben ik ermee bezig geweest.
Slide 6 - Poll
Bespreek en noteer samen:
Wat werkte goed tijdens de voorbereiding en wat kun je verbeteren?
Wat werkte goed tijdens de voorbereiding en wat kun je verbeteren?
Slide 7 - Open vraag
Wat is één ding dat je anders gaat doen voor de volgende toets?
Slide 8 - Open vraag
Wat heeft jouw bloedsomloop te maken met voeding, vertering en ademhaling?
A
Je bloedsomloop zorgt ervoor dat je eten direct naar je spieren gaat, zonder dat het verteerd hoeft te worden.
B
Zuurstof wordt via je maag opgenomen en dan door het bloed rondgepompt.
C
De bloedsomloop vervoert zuurstof uit de longen en voedingsstoffen uit het verteringsstelsel naar de cellen, en voert afvalstoffen zoals koolstofdioxide af naar de longen en nieren.
D
De bloedsomloop heeft alleen te maken met ademhaling, niet met voeding of vertering.
