Herhalingsles H4 + H5

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Staan de afschrijvingen op de balans of op de resultatenrekening?
A
Balans
B
Resultatenrekennig

Slide 5 - Quizvraag

Staat de hypotheeklening op de balans of op de resultatenrekening?
A
Balans
B
Resultatenrekening

Slide 6 - Quizvraag

Staan de 'nog te ontvangen van klant Goebel' op de balans of op de resultatenrekening?
A
Balans
B
Resultatenrekening

Slide 7 - Quizvraag

Een winkel verkoopt op rekening vier dozen wijn voor €789. Inkoopwaarde: €435. Wat gebeurt er op de resultatenrekening?

Slide 8 - Open vraag

Resultatenrekening
Een winkel verkoopt op rekening vier dozen wijn voor €789. Inkoopwaarde: €435. Wat gebeurt er op de resultatenrekening?

Debet:                                                               Credit:
Inkoopwaarde v/d Omzet €435             Omzet €789

Slide 9 - Tekstslide

Een winkel verkoopt op rekening vier dozen wijn voor €789. Inkoopwaarde: €435. Wat gebeurt er op de balans?

Slide 10 - Open vraag

Balans
Een winkel verkoopt op rekening vier dozen wijn voor €789. Inkoopwaarde: €435. Wat gebeurt er op de balans?

Debet:                                                               Credit:
Voorraad goederen -€435                      Eigen vermogen +€354        Debiteuren +€789

Slide 11 - Tekstslide

Een supermarkt koopt op rekening voor €1200 aan brood in en verkoopt het brood voor €3750 aan klanten. 40% van de omzet wordt met de pinpas betaald, 60% contant. Wat gebeurt er op de resultatenrekening?

Slide 12 - Open vraag

Resultatenrekening
Een supermarkt koopt op rekening voor €1200 aan brood in en verkoopt het brood voor €3750 aan klanten. 40% van de omzet wordt met de pinpas betaald, 60% contant. 

Debet:                                                                 Credit:
Inkoopwaarde v/d omzet + €1.200         Omzet +€ 3.750


Slide 13 - Tekstslide

Een supermarkt koopt op rekening voor €1200 aan brood in en verkoopt het brood voor €3750 aan klanten. 40% van de omzet wordt met de pinpas betaald, 60% contant. Wat gebeurt er op de balans?

Slide 14 - Open vraag

Balans
Een supermarkt koopt op rekening voor €1200 aan brood in en verkoopt het brood voor €3750 aan klanten. 40% van de omzet wordt met de pinpas betaald, 60% contant. 
Debet:                                                                 Credit:
Bankrekening + €1.500                               Eigen vermogen + €2.550
Kas + €2.250                                                    Crediteuren + €1.200


Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide