VEI Formatief etc

Wat weet je al? (en wat moet je nog bestuderen?)
Hieronder volgt een aantal opdrachten waarmee je kunt testen wat je allemaal al weet en wat je nog moet bestuderen.

Succes 

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat weet je al? (en wat moet je nog bestuderen?)
Hieronder volgt een aantal opdrachten waarmee je kunt testen wat je allemaal al weet en wat je nog moet bestuderen.

Succes 

Slide 1 - Tekstslide

Criteria
Je legt de rol van biotische en abiotische factoren in ecosystemen uit
Je legt uit wat een biotoop is en wat een habitat is.
Je legt uit hoe organismen in verbondenheid samenleven in een biotoop.
Je beredeneert welke soorten afhankelijk van elkaar zijn en op welke manier
Je deelt dieren in drie groepen in op basis van wat ze eten.
Je stelt een voedselketen en een voedselweb op.
Je analyseert voedselrelaties in een biologische context.
Je beschrijft de voedselkringloop en welke rollen organismen daarin spelen.
Je legt de koolstofkringloop uit en beschrijft de chemische processen die daarbij een rol spelen.
Je licht toe hoe energie door de voedselkringloop stroomt en in welke vorm.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

De wolf in Nederland
In de zomer van 2019 werden de eerste jonge wolven op de Veluwe geboren. De jaren ervoor liepen wolven al regelmatig door ons land. Maar nu lijkt de wolf echt in Nederland te willen blijven. 

De Veluwe is ons grootste natuurgebied. Het landschap bestaat uit stuifzandgebieden, heide en gemengd bos. Het bos zorgt voor voedselrijke grond. Er is genoeg ruimte voor de wolf. Ook is er door de verschillende soorten landschappen genoeg voedsel, in de vorm van grote zoogdieren zoals herten en wilde zwijnen.

Slide 4 - Tekstslide

Wat zijn de biotopen op de Veluwe?

Slide 5 - Open vraag

Wat zijn eisen aan de habitat van de wolf?

Slide 6 - Open vraag

Wat betekent de komst van de wolf voor de kringloop?
Op de Veluwe waren voor de komst van de wolf de volgende voedselrelaties te vinden:
  • Vossen aten reeën, konijnen en muizen. 
  • Konijnen aten berkenbomen en gras.
  • Reeën aten gras. 
  • Edelherten aten berkenbomen en gras.
  • Muizen aten berkenbomen en eikenbomen.
  • Moeflons, een soort wilde schapen, aten berkenbomen, eikenbomen en dennenbomen.
  • Wilde zwijnen aten eikenbomen en muizen.
  • Eekhoorns aten eikenbomen en dennenbomen
De wolf komt erbij in het voedselweb. De wolf eet: wilde zwijnen, moeflons, muizen, edelherten, konijnen, reeën en soms een vos. Teken het voedselweb op papier.

Slide 7 - Tekstslide

Soorten eters
Benoem uit het web een voorbeeld van een herbivoor, een omnivoor en een carnivoor.

Slide 8 - Tekstslide

Sleep de organismen naar het juiste vak
Omnivoor
Herbivoor
Carnivoor
Wild zwijn
Moeflon
Muis
Edelhert
Konijn
Ree
Vos

Slide 9 - Sleepvraag

Wat gebeurt er met het aantal berkenbomen door de komst van de wolf?

Slide 10 - Open vraag

Een hoofdluis leeft in het hoofdhaar van mensen. Ze zuigen bloed om zich te voeden. De vrouwtjes leggen eitjes in het hoofdhaar. De eitjes kleven in de haarschachten en komen na zes dagen uit. De hoofdluizen zijn niet gevaarlijk, maar veroorzaken wel jeuk en krabletsel.
Om welke vorm van symbiose gaat het hier?


Slide 11 - Open vraag

De mierenpissebed leeft in de nesten van verschillende soorten mieren. Daar voedt hij zich met afvalresten van de mier.
Om welke vorm van symbiose gaat het hier?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide