Doelgroep

                                 Terugblik:


Twee soorten reclame
Lay-out
Terugblik
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

                                 Terugblik:


Twee soorten reclame
Lay-out
Terugblik

Slide 1 - Tekstslide

Is de variabele leeftijd kwantitatief of kwalitatief?
A
kwantitatief
B
kwalitatief

Slide 2 - Quizvraag

Is een mondeling interview kwalitatief of kwantitatief?
A
kwalitatief
B
kwantitatief

Slide 3 - Quizvraag

Wat zijn de grootste verschillen tussen kwalitatief en kwantitatief onderzoek?
A
Kwalitatief is kleinschalig onderzoek en kwantiatief is grootschalig onderzoek.
B
Zowel kwantitatief als kwalitatief onderzoek zijn kleinschalig.
C
Kwalitatief onderzoek doe je m.b.v. een enquete of grootschalig experiment en kwantitatief onderzoek o.a. door interviews
D
Geen van de antwoorden is juist

Slide 4 - Quizvraag

B2B
B2C

Slide 5 - Sleepvraag

Detailhandel
Groothandel
B2B 
B2C

Slide 6 - Sleepvraag

Huiswerk
Lezen samenvatting blz. 107 t/m 108.
Maken blz. 111 vraag 1 t/m 6

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Doelgroep

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Bij een SWOT-analyse zijn de interne factoren:
A
Sterkte en Kansen
B
Zwaktes en bedreigingen
C
Sterktes en zwaktes
D
Kans en bedreigingen

Slide 20 - Quizvraag

Wat is een 'lage merkbekendheid' in de SWOT-analyse
A
Sterkte / Strenght
B
Zwakte / weakness
C
Kansen / opportunity
D
Bedreigingen / threats

Slide 21 - Quizvraag

SWOT analyse: wat is juist
A
= een bedrijfsanalyse
B
= een interne en externe analyse
C
= sterkte en zwakte-analyse
D
= kansen en bedreigingen analyseren

Slide 22 - Quizvraag

Sterk
Zwak
Kansen
Bedreigingen
Sleep onderstaande woorden naar het juiste doel in de SWOT-analyse:
l
Slechte wifi

Gemotiveerd personeel

Vergrijzing

digitalisering

Slide 23 - Sleepvraag

Wat wordt bedoeld met de T in SWOT?
A
Toekomstperspectieven, dit zijn voorspellingen over de toekomst
B
Bedreigingen, dit zijn externe negatieve factoren die van invloed zijn op de organisatie of persoon.
C
Taken, dit zijn de verantwoordelijkheden van medewerkers
D
Trends, dit zijn ontwikkelingen in de markt die kansen bieden

Slide 24 - Quizvraag

Wat wordt bedoeld met de S in SWOT?
A
Systemen, dit zijn de technische infrastructuur van een organisatie
B
Scenario's, dit zijn mogelijke toekomstige ontwikkelingen
C
Sterktes, dit zijn de interne positieve kenmerken van de organisatie of persoon.
D
Strategieën, dit zijn plannen voor de toekomst

Slide 25 - Quizvraag

Huiswerk
opdracht marktgrootte en marktaandeel
Opdracht Salon Sophie

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide